Spreuken 4:14

Kom niet op het pad der goddelozen, en treed niet op den weg der bozen.

Psalmen 1:1

Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in de raad der goddelozen, noch staat op den weg der zondaren, noch zit in het gestoelte der spotters;

Spreuken 1:15

Mijn zoon! wandel niet met hen op den weg; weer uw voet van hun pad.

Psalmen 26:4-5

Ik zit niet bij ijdele lieden, en met bedekte lieden ga ik niet om.

Spreuken 1:10

Mijn zoon! indien de zondaars u aanlokken, bewillig niet;

Spreuken 2:11-12

Zo zal de bedachtzaamheid over u de wacht houden, de verstandigheid zal u behoeden;

Spreuken 9:6

Verlaat de slechtigheden, en leeft; en treedt in den weg des verstands.

Spreuken 13:20

Die met de wijzen omgaat, zal wijs worden; maar die der zotten metgezel is, zal verbroken worden.

1 Corinthiërs 15:33

Dwaalt niet, kwade samensprekingen verderven goede zeden.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain