Spreuken 4:8

Verhef ze, en zij zal u verhogen; zij zal u vereren, als gij haar omhelzen zult.

1 Samuël 2:30

Daarom spreekt de HEERE, de God Israels: Ik had wel klaarlijk gezegd: Uw huis en uws vaders huis zouden voor Mijn aangezicht wandelen tot in eeuwigheid; maar nu spreekt de HEERE: Dat zij verre van Mij; want die Mij eren, zal Ik eren, maar die Mij versmaden, zullen licht geacht worden.

1 Koningen 3:5-13

Te Gibeon verscheen de HEERE aan Salomo in een droom des nachts en God zeide: Begeer wat Ik u geven zal.

Spreuken 3:35

De wijzen zullen eer beerven; maar elkeen der zotten neemt schande op zich.

Spreuken 22:4

Het loon der nederigheid, met de vreze des HEEREN, is rijkdom, en eer, en leven.

Daniël 12:3

De leraars nu zullen blinken, als de glans des uitspansels, en die er velen rechtvaardigen, gelijk de sterren, altoos en eeuwiglijk.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain