Spreuken 9:13
Een zotte vrouw is woelachtig, de slechtigheid zelve, en weet niet met al.
Spreuken 7:11
Deze was woelachtig en wederstrevig, haar voeten bleven in haar huis niet;
Spreuken 5:6
Opdat gij het pad des levens niet zoudt wegen, zijn haar gangen ongestadig, dat gij het niet merkt.
Spreuken 21:9
Het is beter te wonen op een hoek van het dak, dan met een kijfachtige huisvrouw, en dat in een huis van gezelschap.
Spreuken 21:19
Het is beter te wonen in een woest land, dan bij een zeer kijfachtige en toornige huisvrouw.
1 Timotheüs 6:4
Die is opgeblazen, en weet niets, maar hij raast omtrent twist vragen en woordenstrijd; uit welke komt nijd, twist, lasteringen, kwade nadenkingen.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd