Zacharia 2:3

En ziet, de Engel, Die met mij sprak, ging uit; en een andere Engel ging uit, hem tegemoet.

Zacharia 1:19

En ik zeide tot den Engel, Die met mij sprak: Wat zijn deze? En Hij zeide tot mij: Dat zijn de hoornen, welke Juda, Israel en Jeruzalem verstrooid hebben.

Zacharia 1:8-11

Ik zag des nachts, en ziet, een Man rijdende op een rood paard, en Hij stond tussen de mirten, die in de diepte waren; en achter Hem waren rode, bruine en witte paarden.

Zacharia 1:13-14

En de HEERE antwoordde den Engel, Die met mij sprak, goede woorden, troostelijke woorden.

Zacharia 4:1

En de Engel, Die met mij sprak, kwam weder; en Hij wekte mij op, gelijk een man, die van zijn slaap opgewekt wordt.

Zacharia 4:5

Toen antwoordde de Engel, Die met mij sprak, en zeide tot mij: Weet gij niet, wat deze dingen zijn? En ik zeide: Neen, mijn Heere!

Zacharia 5:5

En de Engel, Die met mij sprak, ging uit, en zeide tot mij: Hef nu uw ogen op, en zie, wat dit zij, dat er voortkomt.

Treasury of Scripture Knowledge did not add