Zacharia 4:3

En twee olijfbomen daarnevens, een ter rechterzijde van het oliekruikje, en een tot deszelfs linkerzijde.

Openbaring 11:4

Dezen zijn de twee olijfbomen, en de twee kandelaren, die voor den God der aarde staan.

Richteren 9:9

Maar de olijfboom zeide tot hen: Zoude ik mijn vettigheid verlaten, die God en de mensen in mij prijzen? En zoude ik heengaan om te zweven over de bomen?

Zacharia 4:11-12

Verder antwoordde ik, en zeide tot Hem: Wat zijn die twee olijfbomen, ter rechterzijde des kandelaars, en aan zijn linkerzijde?

Zacharia 4:14

Toen zeide Hij: Deze zijn de twee olietakken, welke voor den Heere der ganse aarde staan.

Romeinen 11:17

En zo enige der takken afgebroken zijn, en gij, een wilde olijfboom zijnde, in derzelver plaats zijt ingeent, en des wortels en der vettigheid des olijfbooms mede deelachtig zijt geworden,

Romeinen 11:24

Want indien gij afgehouwen zijt uit den olijfboom, die van nature wild was, en tegen nature in den goeden olijfboom ingeent; hoeveel te meer zullen deze, die natuurlijke takken zijn, in hun eigen olijfboom geent worden?

Treasury of Scripture Knowledge did not add