Meest Populaire Bijbelverzen in 2 Samuël 23

2 Samuël Rang:

43
VersbegrippenDertig

Asahel, Joabs broeder, was onder de dertig; Elhanan, de zoon van Dodo, van Bethlehem;

123

Samma, de Harodiet; Elika, de Harodiet;

326

Eljachba, de Saalboniet; van de zonen van Jazen, Jonathan;

327

Helez, de Paltiet; Ira, de zoon van Ikes, de Thekoiet;

368

Elifelet, de zoon van Ahasbai, de zoon van een Maachathiet; Eliam, de zoon van Achitofel, de Giloniet;

392

Zelek, de Ammoniet; Naharai, de Beerothiet, de wapendrager van Joab, den zoon van Zeruja;

400

Abi-ezer, de Anetothiet; Mebunnai, de Husathiet;

415
VersbegrippenStrijders

Zalmon, de Ahohiet; Maharai, de Netofathiet;

416
VersbegrippenDe Spirituele Betekenis Van DavidMuzikantenLaatste WoordenComponistenGezalfd Door GodHelden

Voorts zijn dit de laatste woorden van David. David, de zoon van Isai zegt, en de man, die hoog is opgericht, de gezalfde van Jakobs God, en liefelijk in psalmen van Israel, zegt:

422

Heleb, de zoon van Baena, de Netofathiet; Ithai, de zoon van Ribai, van Gibea der kinderen Benjamins;

428
VersbegrippenDe Machtige MannenZeven- Tot NegenhonderdVele Mensen Doden

Dit zijn de namen der helden, die David gehad heeft: Joscheb Baschebeth, de zoon van Tachkemoni, de voornaamste der hoofdlieden. Deze was Adino, de Ezniet, die zich stelde tegen achthonderd, die van hem verslagen werden op eenmaal.

434

Samma, de Harariet; Ahiam, de zoon van Sarar, de Harariet;

454
VersbegrippenAngstGod, De RotsEerbied En ZegeningPlichten Van KoningenHoe Koningen Zich Moeten GedragenMagistratenBurgerlijke OverheidEerbied Voor GodGezagAngst Voor God

De God Israels heeft gezegd, de Rotssteen Israels heeft tot mij gesproken: Er zal zijn een Heerser over de mensen, een Rechtvaardige, een Heerser in de vreze Gods.

455

Abi-Albon, de Arbathiet; Azmaveth, de Barhumiet;

458
VersbegrippenVerbrekers Van VerbondGods Verbond Met DavidSpijtVeiligheidHet Eeuwige VerbondLatere Verbonden Met GodAfwezigheid Van SpijtGods Verbond Is Voor Altijd

Hoewel mijn huis alzo niet is bij God, nochtans heeft Hij mij een eeuwig verbond gesteld, dat in alles wel geordineerd en bewaard is; voorzeker is daarin al mijn heil, en alle lust, hoewel Hij het nog niet doet uitspruiten.

475
VersbegrippenPuttenSneeuwMenselijke KrachtKampioenenWilde Dieren DodenVerlossing Van De LeeuwenKoud WeerGaten In De Grond

Voorts Benaja, de zoon van Jojada, de zoon van een dapperen man, groot van daden, van Kabzeel; die sloeg twee sterke leeuwen van Moab; ook ging hij af, en sloeg een leeuw in het midden van een kuil in den sneeuwtijd.

485

Hezrai, de Karmeliet; Paerai, de Arbiet;

490

Ira, de Jethriet; Gareb, de Jethriet;

491
VersbegrippenDageraadGrasRegenLicht Van Gods MensenLichtZonEen Nieuwe DagZonneschijnWolken

En Hij zal zijn gelijk het licht des morgens, wanneer de zon opgaat, des morgens zonder wolken, wanneer van den glans na den regen de grasscheutjes uit de aarde voortkomen.

497
VersbegrippenGrottenHerfstMensen In GrottenDertigGrotten Als Schuilplaats

Ook gingen af drie van de dertig hoofden, en kwamen in den oogst tot David, in de spelonk van Adullam; en de hoop der Filistijnen had zich gelegerd in het dal Rafaim.

509
VersbegrippenVersterkingenGarnizoenenAardse Vijanden

En David was toen in een vesting; en de bezetting der Filistijnen was toen te Bethlehem.

510
VersbegrippenDrie Mannen

En na hem was Eleazar, de zoon van Dodo, zoon van Ahohi, deze was onder de drie helden met David, toen zij de Filistijnen beschimpten, die aldaar ten strijde verzameld waren, en de mannen van Israel waren opgetogen.

516
VersbegrippenIsraël Op De Vlucht

Na hem nu was Samma, de zoon van Age, de Harariet. Toen de Filistijnen verzameld waren in een dorp, en aldaar een stuk akkers was vol linzen, en het volk voor het aangezicht der Filistijnen vluchtte;

519

Benaja, de Pirhathoniet; Hiddai, van de beken van Gaas;

531

Jig-al, de zoon van Nathan, van Zoba; Bani, de Gadiet;

532
VersbegrippenDrie MannenSpecifieke Mensen Prijzen

Was hij niet de heerlijkste van die drie? Daarom was hij hun tot een overste. Maar hij kwam niet tot aan die eerste drie.

546
VersbegrippenDrie- Tot VierhonderdDriehonderd En MeerVele Mensen Doden

Abisai, Joabs broeder, de zoon van Zeruja, die was ook een hoofd van drieen; en die hief zijn spies op tegen driehonderd, die van hem verslagen werden; en hij had een naam onder die drie.

550
VersbegrippenDoornenVerenigingen Van KwaadDe Goddelozen Zullen Verdwijnen

Maar de mannen Belials zullen altemaal zijn als doornen, die weggeworpen worden, omdat men ze met de hand niet kan vatten;

576
VersbegrippenVoorbeelden Van ToewijdingWater OphalenWater GietenUitbrekenRisico

Toen braken die drie helden door het leger der Filistijnen, en putten water uit Bethlehems bornput, die in de poort is, en droegen het, en kwamen tot David; doch hij wilde dat niet drinken, maar goot het uit voor den HEERE.

597
VersbegrippenLiefde En De WereldRisicoHartslag

En David kreeg lust, en zeide: Wie zal mij water te drinken geven uit Bethlehems bornput, die in de poort is?

614
VersbegrippenDe Grootheid Van GodVermoeidheidZwaardenDingen Die Samen ZittenMensen Strippen MensenMoe Worden Tijdens Actie

Deze stond op, en sloeg onder de Filistijnen, totdat zijn hand moede werd, ja, zijn hand aan het zwaard kleefde; en de HEERE wrocht een groot heil ten zelven dage; en het volk keerde wederom hem na, alleenlijk om te plunderen.

624
VersbegrippenDertig En Nog Iets

Uria, de Hethiet, zeven en dertig in alles.

657
VersbegrippenIjzerGereedschapAanraken Om Te KwetsenMensen Verbranden

Maar een iegelijk, die ze zal aantasten, voorziet zich met ijzer en het hout ener spies; en zij zullen ganselijk met vuur verbrand worden ter zelver plaats.

661
VersbegrippenMensen Die Bloed DrinkenRiskerenRisico

En zeide: Het zij verre van mij, o HEERE, dat ik dit zou doen; zou ik drinken het bloed der mannen, die heengegaan zijn met gevaar van hun leven? En hij wilde het niet drinken. Dit deden die drie helden.

662
VersbegrippenBewakersDertigSpecifieke Mensen Prijzen

Hij was de heerlijkste van de dertig, maar tot die drie eersten kwam hij niet; en David stelde hem over zijn trawanten.

664
VersbegrippenZwaarden

Zo stelde hij zich in het midden van dat stuk, en verloste dat, en sloeg de Filistijnen; en de HEERE wrocht een groot heil.

670
VersbegrippenSpecifieke Mensen Prijzen

Die dingen deed Benaja, de zoon van Jojada; dies had hij een naam onder de drie helden.

680
VersbegrippenConfrontatieSperen

Daartoe sloeg hij een Egyptischen man, een man van aanzien; en in de hand des Egyptenaars was een spies, maar hij ging tot hem af met een staf; en hij rukte de spies uit de hand des Egyptenaars, en doodde hem met zijn eigen spies.