Meest Populaire Bijbelverzen in Exodus

Exodus Rang:

1001
VersbegrippenAfmetingen Van Andere Dingen

De lengte van een berd zal tien ellen zijn, en een el en een halve el zal de breedte van elk berd zijn.

1002
VersbegrippenMonotonieOntrouwGod Gaat VoorIsraël uit Egypte halenAnderen Die Israël Uit Egypte Halen

Zij dan zeiden tot mij: Maak ons goden, die voor ons aangezicht gaan, want dezen Mozes, dien man, die ons uit Egypteland opgevoerd heeft, wij weten niet, wat hem geschied zij.

1003
VersbegrippenVerzoening In OTHet Instituut Priesters In De Tijd Van OTDienstbaarheid En Aanbidding Van GodHet Bronzen Altaar OpzettenHeiliging

En Ik zal de tent der samenkomst heiligen, mitsgaders het altaar; Ik zal ook Aaron en zijn zonen heiligen, opdat zij Mij het priesterambt bedienen.

1004
VersbegrippenTerughoudendheidArbeidsethos

Toen gebood Mozes, dat men een stem zoude laten gaan door het leger, zeggende: Man noch vrouw make geen werk meer ten hefoffer des heiligdoms! Alzo werd het volk teruggehouden van meer te brengen.

1005
VersbegrippenTwee EngelsGouden Voorwerpen Voor Het Tabernakel

Ook maakte hij twee cherubim van goud; van dicht werk maakte hij ze, uit de beide einden des verzoendeksels.

1006
VersbegrippenTwee Delen Van ConstructiesPennen En Staven

Twee houvasten zal een berd hebben, als sporten in een ladder gezet, het ene nevens het andere; alzo zult gij het met al de berderen des tabernakels maken.

1007
VersbegrippenMaaltijd DierenoffersOffers Bij De DeuropeningHet Bronzen Altaar OpzettenAanbieden Van Granen En Plengoffers

En hij zette het altaar des brandoffers aan de deur des tabernakels, van de tent der samenkomst; en hij offerde daarop brandoffer, en spijsoffer, gelijk de HEERE aan Mozes geboden had.

1009
VersbegrippenHakenBordenPijlers Voor Het TabernakelHet Tabernakel BedekkenStopcontactenPennen En Staven

De tabernakel, zijn tent en zijn deksel, zijn haakjes en zijn berderen, zijn richelen, zijn pilaren, en zijn voeten;

1010
VersbegrippenMessenVersneden DierenReine Dieren

En den ram zult gij in zijn delen delen; en gij zult zijn ingewand en zijn schenkelen wassen, en op zijn delen, en op zijn hoofd leggen.

1011
VersbegrippenDe Jaren VijftigTegengestelde Kanten

Vijftig striklisjes zult gij aan de ene gordijn maken, en vijftig striklisjes zult gij maken aan het uiterste der gordijn, dat aan de tweede samenvoegende is; deze striklisjes zullen het ene aan het andere samenvatten.

1012
VersbegrippenWaardevolle StenenVier Andere DingenJuwelen En God

En zij vulden daarin vier rijen stenen: een rij van een Sardis, een Topaas en een Karbonkel; dit is de eerste rij.

1013
VersbegrippenHoutOmhuld In Brons

Gij zult ook handbomen maken tot het altaar, handbomen van sittimhout; en gij zult ze met koper overtrekken.

1014
VersbegrippenHet Tabernakel MakenMensen Van Juda

Bezaleel nu, de zoon van Uri, den zoon van Hur, van den stam van Juda, maakte al, dat de HEERE aan Mozes geboden had.

1015
VersbegrippenTentenHakenBronzen Voorwerpen Voor De Tabernakel

En al de pennen des tabernakels en des voorhofs rondom waren van koper.

1016
VersbegrippenLengteSurplusBezinkselHelft Van De DingenAchterkant Van Dingen

Het overige nu, dat overschiet aan de gordijnen der tent, de helft der gordijn, die overschiet, zal overhangen, aan de achterste delen des tabernakels.

1017
VersbegrippenPolenVerzoenend [Genadestoel]

De ark en haar handbomen, het verzoendeksel en den voorhang des deksels;

1018
VersbegrippenGravureZegels

Zij bereidden ook de sardonixstenen, omvat in gouden kastjes, als zegelgravering gegraveerd, met de namen der zonen van Israel.

1019
VersbegrippenAfmetingen Van TempelmeubilairDe Ark BedekkenGouden Voorwerpen Voor Het TabernakelVerzoenend [Genadestoel]

Hij maakte ook een verzoendeksel van louter goud; twee ellen en een halve was deszelfs lengte, en anderhalve el deszelfs breedte.

1020
VersbegrippenBlauwe Touwen

Daarna maakte hij striklisjes van hemelsblauw aan den kant ener gordijn, aan het uiterste in de samenvoeging; hij deed het ook aan den uitersten kant der tweede samenvoegende gordijn.

1021
VersbegrippenZalven Met OlieWierookZalvingGeurtjesOlie Voor LampenMedicatie

En specerijen en olie, tot den luchter en tot de zalfolie, en tot roking welriekende specerijen.

1022
VersbegrippenSchouderstukken

En hij zette ze op de schouderbanden des efods, tot stenen der gedachtenis voor de kinderen Israels, gelijk de HEERE aan Mozes geboden had.

1023
VersbegrippenVerzamelingenOchtendTiendenElke OchtendWelwillende MensenVrije Wil

Zij dan namen van voor het aangezicht van Mozes het ganse hefoffer, hetwelk de kinderen Israels gebracht hadden, tot het werk van den dienst des heiligdoms, om dat te maken; doch zij brachten tot hem nog allen morgen vrijwillig offer.

1024
VersbegrippenWandtapijtenBordenTouwenRood MateriaalBlauwe DoekPaarse StofBlauw-paars En Scharlaken

En zij rekten uit de dunne platen van goud, en sneden het tot draden, om te doen in het midden van het hemelsblauw, en in het midden van het purper, en in het midden van het scharlaken, en in het midden van het fijn linnen, van het allerkunstelijkste werk.

1025
VersbegrippenDingen VerbindenVijf DingenZes DingenBreuken, Een ZesdeVerdubbeldZesde

En gij zult vijf dezer gordijnen aan elkander bijzonder voegen, en zes dezer gordijnen bijzonder; en de zesde dezer gordijnen zult gij dubbel maken, recht voorop de tent.

1026
VersbegrippenBronsPolenMiddelen Om Te ZuiverenHet Bronzen Altaar OpzettenBronzen Voorwerpen Voor De Tabernakel

Het altaar des brandoffers, en den koperen rooster, dien het hebben zal, zijn handbomen, en al zijn gereedschappen; het wasvat en zijn voet.

1027
VersbegrippenCherubijn Als DecoratieRood MateriaalBlauwe DoekPaarse StofBlauw-paars En ScharlakenAfgebeelde Cherubijn

Daarna maakte hij een voorhang van hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn getweernd linnen; van het allerkunstelijkste werk maakte hij denzelven, met cherubim.

1028
VersbegrippenTwintig

Hij maakte ook de berderen tot den tabernakel; twintig berderen naar de zuidzijde zuidwaarts.

1029
VersbegrippenGouden KettingenVerdraaienTwee SieradenGouden Voorwerpen Voor Het Tabernakel

En twee ketentjes van louter goud; gelijk-eindigende zult gij die maken, gedraaid werk; en de gedraaide ketentjes zult gij aan de kastjes hechten.

1030
VersbegrippenOpschriftenZegelsGereedschapBordenGravure

Zij maakten ook de plaat van de kroon der heiligheid van louter goud, en zij schreven daarop een schrift, met zegelgravering: De HEILIGHEID DES HEEREN.

1031
VersbegrippenEen Materiële Zaak

Hun knopen en rieten waren uit hem; het was altemaal een enig dicht werk van louter goud.

1032
VersbegrippenGod BehagenOpgefriste God

Neem ze daarna van hun hand, en steek ze aan op het altaar, op het brandoffer, tot een liefelijken reuk voor het aangezicht des HEEREN; het is een vuuroffer den HEERE.

1033
VersbegrippenVakluiBeroepenSpinnen En WevenBlauwe Doek

En hij maakte den mantel des efods van geweven werk, geheel van hemelsblauw.

1034
VersbegrippenGeboden in OTWetgevers

En daarna traden al de kinderen Israels toe; en hij gebood hun al wat de HEERE met hem gesproken had op den berg Sinai.

1035
VersbegrippenKleuren, BlauwDingen VerbindenTouwenBlauwe Touwen

En zij zullen den borstlap met zijn ringen aan de ringen van den efod opwaarts binden, met een hemelsblauw snoer, dat hij op den kunstelijken riem van den efod zij; en de borstlap zal van den efod niet afgescheiden worden.

1036
VersbegrippenMiddelen Om Te ZuiverenHet Bronzen Altaar OpzettenDingen Zalven

En het altaar des brandoffers, met al zijn gereedschap, en het wasvat met zijn voet.

1037
VersbegrippenDe Jaren Vijftig

En gij zult vijftig striklisjes maken aan den kant van de ene gordijn, het uiterste in de samenvoeging, en vijftig striklisjes aan den kant van de gordijn, die de tweede samenvoegende is.

1038
VersbegrippenHanden Op HoofdenHandoplegging Voor Offers

Daarna zult gij den anderen ram nemen, en Aaron en zijn zonen zullen hun handen op des rams hoofd leggen;

1039
VersbegrippenWaardevolle StenenJuwelen En God

En de derde rij van een Hyacinth, Agaat, en Amethyst.

1040
VersbegrippenLampenZeven LichtenGouden Voorwerpen Voor Het Tabernakel

En hij maakte hem zeven lampen; zijn snuiters en zijn blusvaten waren van louter goud.

1041
VersbegrippenGeschoolde MensenVakmanschap

Derhalve kwamen alle wijzen, die al het werk des heiligdoms maakten, ieder man van zijn werk, hetwelk zij maakten;

1042
VersbegrippenDrie Andere DingenAfmetingen Van Andere Dingen

Alzo dat er vijftien ellen der behangselen op de ene zijde zijn; hun pilaren drie, en hun voeten drie;

1043
VersbegrippenVerdraaienGouden Voorwerpen Voor Het Tabernakel

Gij zult ook aan den borstlap gelijkeindigende ketentjes van gedraaid werk uit louter goud maken.

1044
VersbegrippenLinnen VoorwerpenBronzen Voorwerpen Voor De Tabernakel

De lengte des voorhofs zal honderd ellen zijn, en de breedte doorgaans vijftig, en de hoogte vijf ellen, van fijn getweernd linnen; maar hun voeten zullen van koper zijn.

1045
VersbegrippenTentenAandachtig Naar Mensen Kijken

En het geschiedde, wanneer Mozes uitging naar de tent, stond al het volk op, en een ieder stelde zich in de deur zijner tent; en zij zagen Mozes na, totdat hij de tent ingegaan was.

1046
VersbegrippenBekkensScheppenBronzen Voorwerpen Voor De TabernakelProvisie Van Tempelgereedschap

Hij maakte ook al het gereedschap des altaars, de potten, en de schoffelen, en de besprengbekkens, en de krauwelen, en de koolpannen; en al zijn vaten maakte hij van koper.

1047
VersbegrippenSchouderstukkenGouden Voorwerpen Voor Het Tabernakel

Nog zult gij twee gouden ringen maken, die gij zetten zult aan de twee schouderbanden van den efod, beneden aan de voorste zijde, tegenover zijn voege, boven den kunstelijken riem des efods.

1048
VersbegrippenRingenAltaar Van WierookHeilige Dingen DragenGouden Voorwerpen Voor Het Tabernakel

Gij zult ook twee gouden ringen daaraan maken, onder zijn krans; aan zijn twee zijden zult gij dezelve maken, aan zijn beide zijden; en zij zullen zijn tot plaatsen voor de handbomen, dat men het daarmede drage.

1049
VersbegrippenOffers Bij De DeuropeningOfferingen Doden

En gij zult den var slachten voor het aangezicht des HEEREN, voor de deur van de tent der samenkomst.

1050

Daarna zult gij zijn zonen doen naderen, en zult hen de rokken doen aantrekken.

1051

Zij maakten ook de rokken van fijn linnen, van geweven werk, voor Aaron en voor zijn zonen;

1052
VersbegrippenKlokkenGouden Voorwerpen Voor Het Tabernakel

Zij maakten ook schelletjes van louter goud, en zij stelden de schelletjes tussen de granaatappelen, aan de zomen des mantels rondom, tussen de granaatappelen;

1053
VersbegrippenDe Meest Heilige Plaats

En gij zult aldaar zetten de ark der getuigenis; en gij zult de ark met de voorhang bedekken.

1054
VersbegrippenDingen VerbindenHakenEen Materiële ZaakBronzen Voorwerpen Voor De Tabernakel

Gij zult ook vijftig koperen haakjes maken, en gij zult de haakjes in de striklisjes doen, en gij zult de tent samenvoegen, dat zij een zij.

1055
VersbegrippenMiddelen Om Te Zuiveren

Hij zette ook het wasvat tussen de tent der samenkomst, en tussen het altaar; en hij deed water daarin om te wassen.

1056
VersbegrippenTwee SieradenGouden Voorwerpen Voor Het Tabernakel

Gij zult ook aan den borstlap twee gouden ringen maken; en gij zult de twee ringen aan de twee einden van de borstlap zetten.

1057
VersbegrippenTentenHakenBronzen Voorwerpen Voor De Tabernakel

Aangaande al het gereedschap des tabernakels, in al deszelfs dienst, ja, al zijn pennen, en al de pennen des voorhofs, zullen van koper zijn.

1058
VersbegrippenAltaar Van WierookOmhuld In GoudGouden Voorwerpen Voor Het TabernakelDe Rand Van Andere Dingen

En gij zult het met louter goud overtrekken, zijn dak en deszelfs wanden rondom, als ook zijn hoornen; en gij zult het een gouden krans rondom maken.

1059

En hij zette het gouden altaar in de tent der samenkomst, voor den voorhang.

1060
VersbegrippenGewijd BroodBuiten Het Huis

Hij zette ook de tafel in de tent der samenkomst, aan de zijde des tabernakels tegen het noorden, buiten den voorhang.

1061
VersbegrippenTien DingenDe Westelijke Kant

En aan den westerhoek waren behangselen van vijftig ellen, hun pilaren tien en derzelver voeten tien; de haken der pilaren en hun banden waren van zilver.

1062
VersbegrippenBronsPolenMiddelen Om Te ZuiverenHet Bronzen Altaar OpzettenBronzen Voorwerpen Voor De Tabernakel

Het koperen altaar, en den koperen rooster, dien het heeft, deszelfs handbomen, en al zijn gereedschap; het wasvat en zijn voet;

1063
VersbegrippenSchalenGouden Voorwerpen Voor Het TabernakelProvisie Van Tempelgereedschap

En hij maakte het gereedschap, dat op de tafel zijn zoude, haar schotelen, en haar reukschalen, en haar kroezen, en haar platelen (met welke ze bedekt zoude worden), van louter goud.

1064
VersbegrippenDoekDe Functie Van Priesters In De Tijd Van OTKledij Van Priesters

De ambtsklederen om in het heilige te dienen, de heilige klederen van den priester Aaron, en de klederen zijner zonen, om het priesterambt te bedienen.

1065
VersbegrippenMiddelen Om Te ZuiverenHet Bronzen Altaar Opzetten

Ook des brandoffers altaar, met al zijn gereedschap; en het wasvat met zijn voet;

1066

Hij zette ook den kandelaar in de tent der samenkomst, recht over de tafel, aan de zijde des tabernakels, zuidwaarts.

1067
VersbegrippenDe Ark BedekkenVerzoenend [Genadestoel]Het Tabernakel

Namelijk de tent der samenkomst, en de ark der getuigenis, en het verzoendeksel, dat daarop zal zijn, en al het gereedschap der tent;

1068
VersbegrippenDierenhuidenRood MateriaalBlauwe DoekPaarse StofHaardoekBlauw-paars En Scharlaken

En alle man, bij wien gevonden werd hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn linnen, en geiten haar, en roodgeverfde ramsvellen, en dassenvellen, die brachten ze.

1069
VersbegrippenWaardevolle StenenVlechtenGouden Voorwerpen Voor Het TabernakelJuwelen En God

En de vierde rij van een Turkoois, en een Sardonix, en een Jaspis; omvat in gouden kastjes in hun vullingen.

1070
VersbegrippenBomen

Hij maakte ook aan den tabernakel berderen van staand sittimhout.

1071
VersbegrippenHanden Op HoofdenHandoplegging Voor Offers

Daarna zult gij den ene ram nemen, en Aaron en zijn zonen zullen hun handen op het hoofd des rams leggen;

1072
VersbegrippenDingen VerbindenVijf Dingen

Er zullen vijf gordijnen samengevoegd zijn, de een aan de andere; wederom zullen er vijf gordijnen samengevoegd zijn, de een aan de andere.

1073
VersbegrippenDingen Verbinden

Maar de twee einden der twee gedraaide ketentjes zult gij aan die twee kastjes doen; en gij zult ze zetten aan de schouderbanden van den efod, recht op de voorste zijde van dien.

1074
VersbegrippenOffers Bij De DeuropeningHet Bronzen Altaar Opzetten

Gij zult ook het altaar des brandoffers zetten voor de deur van den tabernakel, van de tent der samenkomst.

1075
VersbegrippenZes DingenDrie Andere Dingen

Zes rieten nu gingen uit zijn zijden; drie rieten des kandelaars uit zijn ene zijde, en drie rieten des kandelaars uit zijn andere zijde.

1076
VersbegrippenAlle Mensen

De ganse vergadering van Israel zal het doen.

1077
VersbegrippenAcht DingenZestienTwee Delen Van Constructies

Alzo zullen de acht berderen zijn met hun zilveren voeten, zijnde zestien voeten; twee voeten onder een berd, wederom twee voeten onder een berd.

1078
VersbegrippenBrons VergarenGewichten Van Andere DingenTalenten

Het koper nu des beweegoffers was zeventig talenten, en twee duizend vierhonderd sikkelen.

1079
VersbegrippenHet Tabernakel BedekkenSurplus

En een el van deze, en een el van gene zijde van hetgeen, dat overig zijn zal aan de lengte van de gordijnen der tent, zal overhangen aan de zijden des tabernakels, aan deze en aan gene zijde, om dien te bedekken.

1080
VersbegrippenDe Meest Heilige Plaats

En hij bracht de ark in den tabernakel, en hij hing den voorhang van het deksel op, en bedekte de ark der getuigenis, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had.

1081
VersbegrippenOmhuld In Zilver

Maar uit de duizend zevenhonderd vijf en zeventig sikkelen maakte hij de haken aan de pilaren, en hij overtrok hun hoofden, en omtoog ze met banden.

1082
VersbegrippenVeerkrachtKunstenaarsHoutbewerkingVakmanschap

Om te bedenken vernuftigen arbeid; te werken in goud, en in zilver, en in koper,

1083
VersbegrippenGoudWierookTypes Van ChristusGetuigenissen

En gij zult het gouden altaar ten reukwerk voor de ark der getuigenis zetten, dan zult gij het deksel van de deur des tabernakels ophangen.

1084

Hij hing ook het deksel van de deur des tabernakels.

1085
VersbegrippenOlieOlie Voor Lampen

En den kandelaar tot het licht, en zijn gereedschap, en zijn lampen, en de olie tot het licht;

1086
VersbegrippenZelfde Maten

De lengte ener gordijn zal dertig ellen zijn, en de breedte ener gordijn vier ellen; deze elf gordijnen zullen een maat hebben.

1087
VersbegrippenVervenRammenHet Tabernakel BedekkenDierenhuidenRood Materiaal

Ook maakte hij voor de tent een deksel van roodgeverfde ramsvellen, en daarover een deksel van dassenvellen.

1088
VersbegrippenZilverBronzen Voorwerpen Voor De Tabernakel

Al de pilaren des voorhofs zullen rondom met zilveren banden bezet zijn; hun haken zullen van zilver zijn, maar hun voeten zullen van koper zijn.

1089
VersbegrippenAlleen HandelenLege Plaatsen

En niemand zal met u opklimmen; dat er ook niemand gezien worde op den gansen berg; ook het kleine vee, noch runderen zullen tegenover dezen berg niet weiden.

1090
VersbegrippenHoekenTwee Delen Van Constructies

Ook zult gij twee berderen maken tot de hoekberderen des tabernakels, aan de beide zijden.

1091
VersbegrippenTwintig

En de berderen tot den tabernakel zult gij aldus maken; twintig berderen naar de zuidzijde zuidwaarts.

1092
VersbegrippenGebruik Van MandenEen Kudde Schapen En Geiten Offeren

En gij zult ze in een korf leggen, en zult ze in den korf toebrengen, met den var en de twee rammen.

1093
VersbegrippenVier SteunenPijlers Voor Het TabernakelOmhuld In GoudStopcontactenGouden Voorwerpen Voor Het Tabernakel

En hij maakte daartoe vier pilaren van sittim hout, die hij overtrok met goud; hun haken waren van goud, en hij goot hun vier zilveren voeten.

1094
VersbegrippenZegelsGravureTwaalf StammenTwaalf Dingen

Deze stenen nu, met de namen der zonen van Israel, waren twaalf, met hun namen, met zegelgravering; ieder met zijn naam, naar de twaalf stammen.

1095
VersbegrippenLinnen Voorwerpen

Al de behangselen des voorhofs waren rondom van fijn getweernd linnen.

1096
VersbegrippenMiddelen Om Te Zuiveren

En gij zult het wasvat zetten tussen de tent der samenkomst, en tussen het altaar; en gij zult water daar in doen.

1097
VersbegrippenOlieMedicatie

Ook de zalfolie, en het reukwerk van welriekende specerijen voor het heiligdom; naar alles, wat Ik u geboden heb, zullen zij het maken.

1098
VersbegrippenBorduurwerkKleuren, BlauwPoorten Van De TempelRood MateriaalBlauwe DoekPaarse StofBlauw-paars En Scharlaken

En het deksel van de poort des voorhofs was van geborduurd werk, van hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn getweernd linnen; en twintig ellen was de lengte, en de hoogte in de breedte was vijf ellen, tegenover de behangselen des voorhofs.

1099
VersbegrippenObjecten ZalvenHet Bronzen Altaar OpzettenDingen Zalven

Gij zult ook het altaar des brandoffers zalven, en al zijn gereedschap; en gij zult het altaar heiligen, en het altaar zal heiligheid der heiligheden zijn.

1100
VersbegrippenRood MateriaalBlauwe DoekPaarse StofGouden Voorwerpen Voor Het TabernakelBlauw-paars En Scharlaken

En de kunstelijke riem zijns efods, die daarop was, was gelijk zijn werk, van hetzelfde, van goud, van hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn getweernd linnen, gelijk als de HEERE aan Mozes bevolen had.

1101
VersbegrippenTwee Delen Van ConstructiesVeertig

Met hun veertig zilveren voeten; twee voeten onder een berd, en twee voeten onder een ander berd.

1102
VersbegrippenTafels

Daarna zult gij de tafel daarin brengen, en gij zult schikken wat daarop te schikken is; gij zult ook den kandelaar daarin brengen, en zijn lampen aansteken.

1103
VersbegrippenBrons

Allen, die een hefoffer van zilver of koper offerden, die brachten het ten hefoffer des HEEREN; en allen, bij welke sittimhout gevonden werd, brachten het tot alle werk van den dienst.

1104
VersbegrippenOmhuld In GoudDe Rand Van Andere Dingen

En gij zult ze met louter goud overtrekken; gij zult ook een gouden krans daaraan maken, rondom heen.

1105
VersbegrippenDassenRammenDierenhuidenRood Materiaal

En roodgeverfde ramsvellen, en dassenvellen, en sittimhout;

1106

Gij zult ook zijn zonen doen naderen, en zult hun de rokken aantrekken.

1107
VersbegrippenTwintig

Hij maakte ook twintig berderen aan de andere zijde des tabernakels, aan den noorderhoek.

1108
VersbegrippenJuwelen En God

En sardonixstenen, en vervullende stenen, tot den efod en tot den borstlap.

1109
VersbegrippenSoorten Van Kunst En AmbachtenHout SplijtenSteenkappenHout En SteenHoutbewerkingVakmanschap

En in kunstige steensnijding, om in te zetten, en in kunstige houtsnijding, om te werken in alle handwerk.

1110
VersbegrippenBekkensMiddelen Om Te ZuiverenDingen Zalven

Dan zult gij het wasvat zalven, en deszelfs voet; en gij zult het heiligen.

1111
VersbegrippenVervenHet Tabernakel BedekkenDierenhuidenRood Materiaal

En het deksel van roodgeverfde ramsvellen, en het deksel van dassenvellen, en den voorhang van het deksel;

1112
VersbegrippenBordenPijlers Voor Het TabernakelStopcontactenPennen En Staven

Daarna brachten zij den tabernakel tot Mozes, de tent, en al haar gereedschap, haar haakjes, haar berderen, haar richelen, en haar pilaren, en haar voeten;

1113
VersbegrippenDingen VerbindenTouwenBlauwe Touwen

En zij bonden den borstlap met zijn ringen aan de ringen van den efod, met een hemelsblauw snoer, dat hij op den kunstelijke riem van den efod was; opdat de borstlap van den efod niet afgescheiden wierd, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had.

1114
VersbegrippenTafelsPolen

De tafel en haar handbomen, en al haar gereedschap, en de toonbroden;

1115
VersbegrippenWierookOlieZalvingOlie Voor LampenMedicatie

En olie tot den luchter, en specerijen ter zalfolie, en tot roking welriekende specerijen;

1116
VersbegrippenGranaatappelsRood MateriaalBlauwe DoekPaarse StofBlauw-paars En Scharlaken

En aan de zomen des mantels maakten zij granaatappelen van hemelsblauw, en purper, en scharlaken, getweernd.

1117
VersbegrippenHonderdStopcontacten

En er waren honderd talenten zilver, om te gieten de voeten des heiligdoms, en de voeten des voorhangs; tot honderd voeten waren honderd talenten, een talent tot een voet.

1118
VersbegrippenGewichten En Maten, AfstandenGewichten En Maten, LineairVierkantenVerdubbeldAfmetingen Van Andere Dingen

Hij was vierkant; zij maakten den borstlap dubbel; een span was zijn lengte, en een span was zijn breedte, dubbel zijnde.

1119
VersbegrippenWierookAltaar Van WierookMedicatie

Verder het gouden altaar, en de zalfolie, en het reukwerk van welriekende specerijen, en het deksel van de deur der tent.

1120
VersbegrippenVier Schepen

Maar aan den kandelaar zelven waren vier schaaltjes, gelijk amandelnoten, met zijn knopen, en met zijn bloemen.

1121
VersbegrippenEdelstenenJuwelen En God

De oversten nu brachten sardonixstenen en vulstenen, tot den efod en tot den borstlap;

1122
VersbegrippenGeitenHarenTentenHaardoekElf

Verder maakte hij gordijnen van geiten haar, tot een tent over den tabernakel; van elf gordijnen maakte hij ze.

1123
VersbegrippenVijf Dingen

Gij zult ook richelen maken van sittimhout; vijf aan de berderen van de ene zijde des tabernakels;

1124
VersbegrippenRood MateriaalBlauwe DoekPaarse StofHaardoekBlauw-paars En Scharlaken

Als ook hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn linnen, en geiten haar;

1125
VersbegrippenDe Jaren VijftigTegengestelde Kanten

Vijftig striklisjes maakte hij aan de ene gordijn, en vijftig striklisjes maakte hij aan het uiterste der gordijn; dat aan de tweede samenvoegende was; deze striklisjes vatten de ene aan de andere.

1126
VersbegrippenTwintigTwee Delen Van ConstructiesVeertigPennen En Staven

Gij zult ook veertig zilveren voeten maken onder de twintig berderen; twee voeten onder een berd, aan zijn twee houvasten, en twee voeten onder een ander berd, aan zijn twee houvasten.

1127
VersbegrippenHelft Van De Dingen

En gij zult het onder den omloop des altaars van beneden opleggen, alzo dat het net tot het midden des altaars zij.

1128
VersbegrippenDingen VerbindenAndere OpeningenVersterking

En het gat des mantels was in deszelfs midden, als het gat eens pantsiers; dit gat had een boord rondom, dat het niet gescheurd wierd.

1129
VersbegrippenShowbrood

En hij schikte daarop het brood in orde, voor het aangezicht des HEEREN, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had.

1130
VersbegrippenVleugelsDe Ark BedekkenConfrontatieEngelenvleugelsVerzoenend [Genadestoel]Cherubijn

En de cherubim waren de beide vleugelen omhoog uitbreidende, bedekkende met hun vleugelen het verzoendeksel; en hun aangezichten waren tegenover elkander; de aangezichten der cherubim waren naar het verzoendeksel.

1131

Als zij ingingen tot de tent der samenkomst, en als zij tot het altaar naderden, zo wiesen zij zich, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had.

1132
VersbegrippenGebroken HorensVier HorensOmhuld In BronsEen Materiële Zaak

En hij maakte deszelfs hoornen op zijn vier hoeken; uit hetzelve waren zijn hoornen; en hij overtrok het met koper.

1133
VersbegrippenTentenHakenTouwen

De nagelen des tabernakels, en de pennen des voorhofs, met derzelver zelen;

1134
VersbegrippenSoorten Van Kunst En AmbachtenSteenkappenJuwelenHoutbewerkingVakmanschap

En in kunstige steensnijding, om in te zetten, en in kunstige houtsnijding; om te werken in alle vernuftige handwerk.

1135
VersbegrippenAltaar Van WierookOmhuld In Goud

De draagbomen nu zult gij van sittimhout maken, en gij zult die met goud overtrekken.

1136
VersbegrippenOmhuld In Goud

En hij maakte de handbomen van sittimhout, en hij overtrok ze met goud.

1137
VersbegrippenDiamantenWaardevolle StenenJuwelen En God

En de tweede rij van een Smaragd, een Saffier en een Diamant.

1138
VersbegrippenDe Zon

Van gelijken zal de breedte des voorhofs, aan den oosterhoek oostwaarts, van vijftig ellen zijn.

1139
VersbegrippenZilverOmhuld In ZilverBronzen Voorwerpen Voor De Tabernakel

De voeten nu der pilaren waren van koper, de haken der pilaren, en hun banden waren van zilver, en het overdeksel hunner hoofden was van zilver, en al de pilaren des voorhofs waren met zilver omtogen.

1140

Dat er een schelletje, daarna een granaatappel was; wederom een schelletje, en een granaatappel; aan de zomen des mantels rondom; om te dienen, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had.

1141
VersbegrippenIemand Aanspreken

Toen riep Mozes hen; en Aaron, en al de oversten in de vergadering keerden weder tot hem; en Mozes sprak tot hen.

1142
VersbegrippenHet Tabernakel

Want Mozes richtte den tabernakel op, en zette zijn voeten, en stelde zijn berderen, en zette zijn richelen daaraan, en hij richtte deszelfs pilaren op.

1143
VersbegrippenPolenMedicatie

En het reukaltaar, en zijn handbomen, en de zalfolie, en het reukwerk van welriekende specerijen; en het deksel der deur aan de deur des tabernakels;

1144
VersbegrippenBinnen En BuitenOmhuld In GoudDe Rand Van Andere Dingen

En hij overtrok ze met louter goud, van binnen en van buiten; en hij maakte ze een gouden krans rondom.

1145

En hij stak daarop aan reukwerk van welriekende specerijen, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had.

1146
VersbegrippenGouden Voorwerpen Voor Het TabernakelGewichten Van Goud

Hij maakte denzelven uit een talent louter goud, met al zijn vaten,

1147
VersbegrippenTafelsDingen Zalven

En de tafel met al haar gereedschap, en de kandelaar met zijn gereedschap, en het reukaltaar;

1148
VersbegrippenAcht DingenZestien

Alzo waren er acht berderen met hun zilveren voeten, zijnde zestien voeten: twee voeten onder elk berd.

1149
VersbegrippenHakenDe Jaren VijftigEen Materiële ZaakGouden Voorwerpen Voor Het Tabernakel

Hij maakte ook vijftig gouden haakjes, en voegde de gordijnen samen, de ene aan de andere, met deze haakjes, dat het een tabernakel werd.

1150
VersbegrippenZelfde Maten

De lengte ener gordijn was van acht en twintig ellen, en de breedte ener gordijn van vier ellen; al deze gordijnen hadden een maat.

1151
VersbegrippenHoekenVerdubbeldAlleenstaande Zijn

En zij zullen van beneden als tweelingen samengevoegd zijn; zij zullen ook als tweelingen aan het oppereinde deszelven samengevoegd zijn, met een ring; alzo zal het met de twee berderen zijn; tot twee hoekberderen zullen zij zijn.

1152
VersbegrippenVerdubbeld

En zij waren van beneden als tweelingen samengevoegd, zij waren ook als tweelingen aan deszelfs oppereinde samengevoegd met een ring; alzo deed hij met die beide, aan de twee hoeken.

1153
VersbegrippenTwintigBronzen Voorwerpen Voor De Tabernakel

Hun twintig pilaren en derzelver twintig voeten, waren van koper; de haken dezer pilaren en hun banden waren van zilver.

1154
VersbegrippenTwee Delen Van ConstructiesVeertig

Met hun veertig zilveren voeten; twee voeten onder een berd, en twee voeten onder een ander berd.

1155
VersbegrippenHolheidHeilige Dingen DragenHol

En hij deed de handbomen in de ringen, aan de zijden des altaars, dat men het met dezelve droeg; hij maakte hetzelve hol van planken.

1156
VersbegrippenHelft Van De DingenBronzen Voorwerpen Voor De Tabernakel

Ook maakte hij aan het altaar een rooster van koperen netwerk, onder zijn omloop, van beneden tot zijn midden toe.

1157
VersbegrippenKunstenaarsVakmanschap

En om te bedenken vernuftigen arbeid, te werken in goud, en in zilver, en in koper,

1158
VersbegrippenTwintig

Er zullen ook twintig berderen zijn aan de andere zijde des tabernakels, aan den noorderhoek,

1159
VersbegrippenZes DingenDe Westelijke KantAchterkant Van Dingen

Doch aan de zijde des tabernakels tegen het westen, maakte hij zes berderen.

1160
VersbegrippenGouden KettingenGouden Voorwerpen Voor Het Tabernakel

Zij maakten ook aan den borstlap gelijk-eindigende ketentjes, van gedraaid werk, uit louter goud.

1161
VersbegrippenTwee Sieraden

Zij maakten ook twee gouden ringen, die zij aan de twee andere einden des borstlaps zetten, inwendig aan zijn boord, die aan de zijde des efods is.

1162
VersbegrippenVier SteunenPijlers Voor Het TabernakelOmhuld In ZilverBronzen Voorwerpen Voor De Tabernakel

En hun vier pilaren en derzelver vier voeten waren van koper, hun haken waren van zilver; ook was het overdeksel hunner hoofden en hun banden van zilver.

1163
VersbegrippenVakluiTwintigBronzen Voorwerpen Voor De Tabernakel

En aan den noorderhoek honderd ellen, hun twintig pilaren en derzelver twintig voeten waren van koper; de haken der pilaren en derzelver banden waren van zilver.

1164
VersbegrippenVuurSchouderstukkenTwee Sieraden

Nog maakten zij twee gouden ringen, die zij zetten aan de twee schouderbanden van den efod, beneden, aan deszelfs voorste zijde, tegenover zijn andere voege, boven den kunstelijke riem des efods.

1165
VersbegrippenZelfde Maten

De lengte ener gordijn was dertig ellen, en vier ellen de breedte ener gordijn; deze elf gordijnen hadden een maat.

1166

En de tafel, met haar gereedschap; en den louteren kandelaar, met al zijn gereedschap; en het reukaltaar;

1167
VersbegrippenTouwen

Dan zult gij de twee gedraaide gouden ketentjes in de twee ringen doen, aan de einden van den borstlap.

1168
VersbegrippenPoorten Van De Tempel

Daarna zult gij den voorhof rondom zetten, en gij zult het deksel ophangen aan de poort des voorhofs.

1169
VersbegrippenDingen VerbindenSchouderstukkenTwee Sieraden

Hij zal twee samenvoegende schouderbanden hebben aan zijn beide einden, waarmede hij samengevoegd zal worden.

1170
VersbegrippenOlieOlie Voor LampenGouden Voorwerpen Voor Het Tabernakel

De louteren kandelaar met zijn lampen, de lampen, die men toerichten moest, en al deszelfs gereedschap, en de olie tot het licht;

1171
VersbegrippenBronzen Voorwerpen Voor De Tabernakel

En hij maakte daarvan de voeten der deur van de tent der samenkomst, en het koperen altaar, en den koperen rooster, dien het had, en al het gereedschap des altaars.

1172
VersbegrippenVier Steunen

En hij goot vier ringen aan de vier einden des koperen roosters, tot plaatsen voor de handbomen.

1173
VersbegrippenAfmetingen Van Andere Dingen

De lengte van een berd was tien ellen, en ene el en ene halve el was de breedte van elk berd.

1174
VersbegrippenVlechtenTwee SieradenGouden Voorwerpen Voor Het Tabernakel

En zij maakten twee gouden kastjes, en twee gouden ringen; en zij zetten die twee ringen aan de beide einden des borstlaps.

1175
VersbegrippenTwee Delen Van ConstructiesVersterking

Ook maakte hij twee berderen tot hoekberderen des tabernakels, aan de beide zijden.

1176
VersbegrippenVier Steunen

Hij goot ook vier gouden ringen daaraan; en hij zette de ringen aan de vier hoeken, die aan derzelver vier voeten waren.

1177
VersbegrippenDingen VerbindenVijf DingenZes Dingen

En hij voegde vijf gordijnen samen bijzonder; wederom zes dezer gordijnen bijzonder.

1178
VersbegrippenTafels

De tafel, met al haar gereedschap, en de toonbroden;

1179
VersbegrippenEen Materiële Zaak

Een cherub uit het ene einde aan deze zijde, en den anderen cherub uit het andere einde aan gene zijde; uit het verzoendeksel maakte hij de cherubim, uit deszelfs beide einden.

1180
VersbegrippenDingen Die Opgeheven WordenVerdergaan

Maar als de wolk niet opgeheven werd, zo reisden zij niet tot op den dag, dat zij opgeheven werd.

1181
VersbegrippenVoetenVier SteunenGouden Voorwerpen Voor Het Tabernakel

En hij goot voor dezelve vier gouden ringen, aan haar vier hoeken, alzo dat twee ringen op derzelver ene zijde waren, en twee ringen op haar andere zijde.

1182
VersbegrippenDingen VerbindenTouwenBlauwe Touwen

En zij hechtten een snoer van hemelsblauw daaraan, om aan den hoed van boven te hechten, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had.

1183
VersbegrippenDe Rand Van Andere Dingen

Tegenover de lijst waren de ringen tot plaatsen voor de handbomen, om de tafel te dragen.

1184
VersbegrippenHeilige Dingen Dragen

En de handbomen zullen in de ringen gedaan worden, alzo dat de handbomen zijn aan beide zijden des altaars, als men het draagt.

1185
VersbegrippenTwee Delen Van Constructies

Twee houvasten had een berd, als sporten in een ladder gezet, het ene nevens het andere; alzo maakte hij het met al de berderen des tabernakels.

1186
VersbegrippenHakenBronzen Voorwerpen Voor De Tabernakel

En de voeten des voorhofs rondom, en de voeten van de poort des voorhofs, ook al de pennen des tabernakels, en al de pennen des voorhofs rondom.

1187
VersbegrippenTwintigPijlers Voor Het TabernakelBronzen Voorwerpen Voor De Tabernakel

Alzo zullen ook aan den noorderhoek, in de lengte, de behangselen honderd ellen lang zijn; en zijn twintig pilaren, en derzelver twintig voeten, van koper; de haken der pilaren, en derzelver banden zullen van zilver zijn.

1188
VersbegrippenOmhuld In GoudGouden Voorwerpen Voor Het Tabernakel

En hij overtrok de berderen met goud, en hun ringen (de plaatsen voor de richelen) maakte hij van goud; de richelen overtrok hij ook met goud.

1189
VersbegrippenPijlers Voor Het TabernakelStopcontacten

De behangselen des voorhofs, zijn pilaren en zijn voeten; en het deksel van de poort des voorhofs;

1190
VersbegrippenDingen VerbindenSchouderstukken

Zij maakten samenvoegende schouderbanden daaraan; aan deszelfs beide einden werd hij samengevoegd.

1191
VersbegrippenTwintigTwee Delen Van ConstructiesVeertig

En hij maakte veertig zilveren voeten onder de twintig berderen; twee voeten onder een berd, aan zijn twee houvasten, en twee voeten onder een ander berd, aan zijn twee houvasten.

1192
VersbegrippenDingen Verbinden

Doch de twee andere einden der gedraaide ketenen zetten zij aan de twee kastjes, en zij zetten ze aan de schouderbanden des efods, recht op de voorste zijde van dien.

1193
VersbegrippenDrie Andere Dingen

De behangselen aan deze zijde waren vijftien ellen, derzelver pilaren drie en hun voeten drie.

1194
VersbegrippenHakenDe Jaren VijftigEen Materiële ZaakBronzen Voorwerpen Voor De Tabernakel

Hij maakte ook vijftig koperen haakjes, om de tent samen te voegen, dat zij een ware.

1195
VersbegrippenLicht Van Lampen

En hij stak de lampen aan voor het aangezicht des HEEREN, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had.

1196
VersbegrippenGouden Voorwerpen Voor Het Tabernakel

En zij zetten de twee gedraaide gouden ketentjes aan de twee ringen, aan de einden van den borstlap.

1197
VersbegrippenDe Jaren VijftigLussen

En hij maakte vijftig striklisjes aan den kant van de gordijn, de uiterste in de samenvoeging; hij maakte ook vijftig striklisjes aan den kant van de gordijn der andere samenvoeging.

1198
VersbegrippenDingen VerbindenVijf Dingen

En hij voegde vijf gordijnen, de ene aan de andere; en hij voegde andere vijf gordijnen, de ene aan de andere.

1199
VersbegrippenAcacia houtOmhuld In BronsOmhuld In Hout

En hij maakte de handbomen van sittimhout, en hij overtrok ze met koper.

1200
VersbegrippenOmhuld In GoudHeilige Dingen Dragen

Hij maakte ook de handbomen van sittimhout; en hij overtrok ze met goud, om de tafel te dragen.

1201
VersbegrippenVijf Dingen

Hij maakte ook richelen van sittimhout; vijf aan de berderen der ene zijde des tabernakels;

1202

En aan den oosterhoek tegen den opgang waren vijftig ellen.

1203
VersbegrippenRingenAltaar Van WierookHeilige Dingen DragenGouden Voorwerpen Voor Het Tabernakel

Hij maakte ook twee gouden ringen daaraan, onder zijn krans, aan zijn twee hoeken, aan zijn beide zijden, tot plaatsen voor de handbomen, dat men het daarmede droeg.

1204
VersbegrippenOmhuld In GoudDe Rand Van Andere Dingen

En hij overtrok ze met louter goud; en hij maakte een gouden krans daaraan, rondom.

1205
VersbegrippenHet Midden

En hij maakte de middelste richel doorschietende in het midden der berderen, van het ene einde tot het andere einde.

1206
VersbegrippenHeilige Dingen Dragen

En hij stak de handbomen in de ringen, aan de zijden der ark, om de ark te dragen.

1207
VersbegrippenDrie Andere DingenAfmetingen Van Andere Dingen

En vijftien ellen der behangselen aan de andere zijde; hun pilaren drie, en hun voeten drie.

1208
VersbegrippenVijf DingenDe Westelijke KantAchterkant Van Dingen

En vijf richelen aan de berderen van de andere zijde des tabernakels; alsook vijf richelen aan de berderen des tabernakels, aan de beide zijden westwaarts.

1209
VersbegrippenDe Bouw Van De Ark Des VerbondsPolenDe Ark BedekkenVerzoenend [Genadestoel]

De ark der getuigenis, en haar handbomen, en het verzoendeksel;

1210
VersbegrippenZes Dingen

En daar was een knoop onder twee rieten, uit denzelven uitgaande; ook een knoop onder twee rieten, uit denzelven uitgaande; nog een knoop onder twee rieten, uit denzelven uitgaande; alzo was het met de zes rieten, die uit denzelven uitgingen.

1211
VersbegrippenOmhuld In Goud

En hij maakte handbomen van sittimhout, en hij overtrok ze met goud.

1212
VersbegrippenAltaar Van WierookOmhuld In GoudGouden Voorwerpen Voor Het TabernakelDe Rand Van Andere Dingen

En hij overtrok het met louter goud, zijn dak, en zijn wanden rondom, alsook zijn hoornen; en hij maakte het een gouden krans rondom.

1213
VersbegrippenDrie Andere Dingen

En aan de andere zijde van de deur des voorhofs, van hier en van daar, waren behangselen van vijftien ellen; hun pilaren drie en derzelver voeten drie.

Ga naar pagina