Most Popular Bible Verses in Hosea 7

Hosea Rank:

20
VersbegrippenBuitenstaandersCakesOndersteboven KerenBrood BakkenMensen MengenRelaties Met Vreemdelingen

Efraim, die verwart zich met de volken; Efraim is een koek, die niet is omgekeerd;

34
VersbegrippenVreemdelingenVals VertrouwenHarenGrijsOnwetendheid Van Het KwaadOnwetendheid Van FeitenBuitenaardse WezensHaar

Vreemden verteren zijn kracht, en hij merkt het niet; ook is de grauwigheid op hem verspreid, en hij merkt het niet.

48
VersbegrippenKastijdingNettenVogels, Figuurlijk GebruikMensen VernederenGod Die Verstrikt

Wanneer zij zullen henengaan, zal Ik Mijn net over hen uitspreiden, Ik zal ze als vogelen des hemels doen nederdalen. Ik zal ze tuchtigen, gelijk gehoord is in hun vergadering.

54
VersbegrippenGod Als VerlosserHoudingen Van RebellieOpstand Van IsraëlDe Aard Van ZondeOntrouw Aan GodVernietiging Van Het KwaadMensen Die AfdwalenWee Israël en Jeruzalem

Wee hen, want zij zijn van Mij afgezworven; verstoring over hen, want zij hebben tegen Mij overtreden! Ik zou hen wel verlossen, maar zij spreken leugenen tegen Mij.

65
VersbegrippenWaarschuwingen Tegen OnboetvaardigheidNiet Terugkeren Naar GodGod Niet ZoekenDingen Als GetuigenTrotse MensenTrotsArrogantie

Dies zal de hovaardij van Israel in zijn aangezicht getuigen; dewijl zij zich niet bekeren tot den HEERE, hun God, noch Hem zoeken in alle deze.

87
VersbegrippenKenmerken Van DwazenVoorbeelden Van DwaasheidGevolgen Van DwaasheidDuivenPolitieke LeidersVals VertrouwenDwaasheid Van De Mens

Want Efraim is als een botte duif, zonder hart; zij roepen Egypte aan, zij gaan henen tot Assur.

96
VersbegrippenBeddenTekort Aan WijnGebrek Aan BetekenisKerven Van LichamenNiet BiddenMensen Die Rouwen Om Catastrofe

Zij roepen ook niet tot Mij met hun hart, wanneer zij huilen op hun legers; om koren en most verzamelen zij zich, maar zij wederstreven tegen Mij.

140
VersbegrippenKwade PlannenValOntrouw Aan GodGod Geeft KrachtGod Geeft Kracht

Ik heb hen wel getuchtigd, en hunlieder armen gesterkt; maar zij denken kwaad tegen Mij.

141
VersbegrippenWegenStratenValse WegenGeen GenezingZonde Veroorzaakt ZiekteDingen Manifesteren

Terwijl Ik Israel genees, zo wordt Efraims ongerechtigheid ontdekt, mitsgaders de boosheden van Samaria; want zij werken valsheid; en de dief gaat er in, de bende der straatschenders stroopt daar buiten.

145
VersbegrippenFoutenIllustraties Van Bogen En PijlenDe Aard Van SpotNauwkeurigheidGedood Worden Door Het Zwaard

Zij keren zich, maar niet tot den Allerhoogste, zij zijn als een bedrieglijke boog; hun vorsten vallen door het zwaard; vanwege de gramschap hunner tong; dat is hunlieder bespotting in Egypteland.

149
VersbegrippenDeegBakkenOvensOngelovigen Beschreven AlsBeëindigingGezuurdBrood BakkenDeeg KnedenZij Die Overspel Pleegden

Zij bedrijven al te zamen overspel, zij zijn gelijk een bakoven, die heet gemaakt is van den bakker; die ophoudt van wakker te zijn, nadat hij het deeg heeft gekneed, totdat het doorgezuurd zij.

158
VersbegrippenAlcoholSpotDronkenschap, ResultatenOntrouw Aan GodVerenigingen Van KwaadZieke IndividuenSpottersVriendelijkheid

Het is de dag onzes konings; de vorsten maken hem krank door verhitting van den wijn; hij strekt zijn hand voort met de spotters.

160
VersbegrippenZelfgenoegzaamheidHitteHete ZakenHoudingen Tegenover KoningenNiet Bidden

Zij zijn allen te zamen verhit als een bakoven, en zij verteren hun rechters; al hun koningen vallen; er is niemand onder hen, die tot Mij roept.

162
VersbegrippenAlwetende GodGods MensenkennisAfwezigheid Van DenkenZonde En De Aard Van GodZonde, Bekend Bij GodOpenbaren Van ZondeDingen Die OmringenGod Onthoudt Zonde

En zij zeggen niet in hun hart, dat Ik al hunner boosheid gedachtig ben; nu omsingelen hen hun handelingen, zij zijn voor Mijn aangezicht.

163
VersbegrippenLeugensVreugde In Het Kwaad

Zij verblijden den koning met hun boosheid, en de vorsten met hun leugenen.

164
VersbegrippenKwade PlannenIn De OchtendDe Hele Nacht ActerenAnoniemen Mensen Kwaad Tegen Anderen

Want zij voeren hun hart aan, als een bakoven, tot hun lagen; hunlieder bakker slaapt den gansen nacht; 's morgens brandt hij als een vlammend vuur.