Meest Populaire Bijbelverzen in Johannes 21

Johannes Rang:

78
VersbegrippenVerbintenis Tot GodLammerenDe Aard Van LiefdeHerders Als KerkleiderNamen En Titels Voor De ChristenenOntbijtDieren VoedenDe Kennis Van Christus Over De MensDe Behoefte Om Christus Lief Te HebbenKwetsbaarheid

Toen zij dan het middagmaal gehouden hadden, zeide Jezus tot Simon Petrus: Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij liever dan dezen? Hij zeide tot Hem: Ja, Heere! Gij weet, dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: Weid Mijn lammeren.

123
VersbegrippenVerschijningen Van De Herrijzenis Van ChristusVerschijning ChristusChristus Bekend MakenChristus Met Zijn DiscipelenMeren

Na dezen openbaarde Jezus Zichzelven wederom den discipelen aan de zee van Tiberias. En Hij openbaarde Zich aldus:

250
VersbegrippenFiguurlijk TaalgebruikAndere DingenGeen RuimteHet Nieuwe Testament SchrijvenDe WereldDe BijbelRuimteVerhalen

En er zijn nog vele andere dingen, die Jezus gedaan heeft, welke, zo zij elk bijzonder geschreven wierden, ik acht, dat ook de wereld zelve de geschrevene boeken niet zou bevatten. Amen.

350
VersbegrippenDe Eenheid Van GodPetrus, Prediker En LeraarHerders Als KerkleiderDe Alomtegenwoordigheid Van Jezus ChristusDe Kudde VoedenLiefde Voor GodDrie Keer CommunicerenDieren VoedenDe Alleswetende ChristusDe Behoefte Om Christus Lief Te HebbenImpulsiviteit

Hij zeide tot hem ten derden maal: Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij lief? Petrus werd bedroefd, omdat Hij ten derden maal tot hem zeide: Hebt gij Mij lief, en zeide tot Hem: Heere! Gij weet alle dingen, Gij weet, dat ik U liefheb. Jezus zeide tot hem: Weid Mijn schapen.

365
VersbegrippenGeruchtenNiet StervenNiet Verwante DingenMisverstandenStervenDiscipelschapDood Van GeliefdePositief DenkenHet Evangelie VerspreidenDe Dood Van ChristusGeruchten

Dit woord dan ging uit onder de broederen, dat deze discipel niet zou sterven. En Jezus had tot hem niet gezegd, dat hij niet sterven zou, maar: Indien Ik wil, dat hij blijve, totdat Ik kome, wat gaat het u aan?

524
VersbegrippenTweelingenTwee DiscipelenTweelingbroersDiscipelschap

Er waren te zamen Simon Petrus, en Thomas, gezegd Didymus, en Nathanael, die van Kana in Galilea was, en de zonen van Zebedeus, en twee anderen van Zijn discipelen.

534
VersbegrippenAffirmatiesUitrekkenFrisse JeugdZichzelf KledenAnderen KledenChristus Die De Waarheid SpreektOnwillige Mensen

Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u: Toen gij jonger waart, gorddet gij uzelven, en wandeldet, alwaar gij wildet; maar wanneer gij zult oud geworden zijn, zo zult gij uw handen uitstrekken, en een ander zal u gorden, en brengen, waar gij niet wilt.

576
VersbegrippenDe Geliefde LeerlingZichzelf KledenMensen Die StrippenActie VoorbereidenGezegd De Christus Te ZijnChristus Is De HeerDe Liefde Van ChristusIdentiteitIdentiteit In ChristusSpringen

De discipel dan, welken Jezus liefhad, zeide tot Petrus: Het is de Heere! Simon Petrus dan, horende, dat het de Heere was, omgordde het opperkleed (want hij was naakt), en wierp zichzelven in de zee.

613
VersbegrippenGoddelijk HartDe Geliefde LeerlingJudas Die Christus VerraadtEten AfwijzenWie Is De Doener?De Liefde Van Christus

En Petrus, zich omkerende, zag den discipel volgen, welken Jezus liefhad, die ook in het avondmaal op Zijn borst gevallen was, en gezegd had: Heere! wie is het, die U verraden zal?

624
VersbegrippenDingen TrekkenGecheurden NettenHonderd En EnkelenVissenVis

Simon Petrus ging op, en trok het net op het land, vol grote vissen, tot honderd drie en vijftig; en hoewel er zovele waren, zo scheurde het net niet.

639
VersbegrippenBotenSamengaanNietsVissenDe Hele Nacht ActerenDiscipelschapVisPetrus

Simon Petrus zeide tot hen: Ik ga vissen. Zij zeiden tot hem: Wij gaan ook met u. Zij gingen uit, en traden terstond in het schip; en in dien nacht vingen zij niets.

674
VersbegrippenGebrek Aan InzichtDageraadZeepaardjesOnwetendheid Over ChristusDageraadHerkenning

En als het nu morgenstond geworden was, stond Jezus op den oever; doch de discipelen wisten niet, dat het Jezus was.

676
VersbegrippenDocetismeUitnodigingenMaaltijdenOntbijtEtende MensenNiet Aan Anderen VragenWie Is Jezus?De Moed VerliezenKoken

Jezus zeide tot hen: Komt herwaarts, houdt het middagmaal. En niemand van de discipelen durfde Hem vragen: Wie zijt Gij? wetende, dat het de Heere was.

697
VersbegrippenBakkenGebruik Van SteenkoolHoutskoolVisKoken

Als zij dan aan het land gegaan waren, zagen zij een kolenvuur liggen, en vis daarop liggen, en brood.

756

Jezus dan zeide tot hen: Kinderkens, hebt gij niet enige toespijs? Zij antwoordden Hem: Neen.

758
VersbegrippenNettenDe Wonderen Van ChristusJuiste KantVis VangenVis

En Hij zeide tot hen: Werpt het net aan de rechterzijde van het schip, en gij zult vinden. Zij wierpen het dan, en konden hetzelve niet meer trekken vanwege de menigte der vissen.

761
VersbegrippenVeiligheidHerders Als KerkleiderWaakzaamheid Van LeidersDe Kennis Van Christus Over De MensOpnieuw PratenDe Behoefte Om Christus Lief Te HebbenVertrouwen En Zelfrespect

Hij zeide wederom tot hem ten tweeden maal: Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij lief? Hij zeide tot Hem: Ja, Heere, gij weet, dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: Hoed Mijn schapen.

764
VersbegrippenHoe Discipelen Worden GenoemdDe Ik Wil Van ChristusNiet Verwante DingenInstructies Over VolgenZich Zorgen Maken Over De ToekomstVolgen

Jezus zeide tot hem: Indien Ik wil, dat hij blijve, totdat Ik kome, wat gaat het u aan? Volg gij Mij.

786
VersbegrippenDe ToekomstDiscipelschapFocusZich Zorgen Maken Over De ToekomstDe MensPetrusVolgen

Als Petrus dezen zag, zeide hij tot Jezus: Heere, maar wat zal deze?

803
VersbegrippenZekerheidConfirmatie Van Het EvangelieOverbrengen Van Het EvangelieDoel Van Het SchriftGetuige Van Het EvangelieHet Nieuwe Testament SchrijvenGetuige Zijn VanGetuigen

Deze is de discipel, die van deze dingen getuigt, en deze dingen geschreven heeft; en wij weten, dat zijn getuigenis waarachtig is.

827
VersbegrippenVerschijning ChristusDrie Keer HandelenChristus Is VerrezenChristus Met Zijn Discipelen

Dit was nu de derde maal, dat Jezus Zijn discipelen geopenbaard is, nadat Hij van de doden opgewekt was.

830
VersbegrippenVissenZij Die Maaltijden AanbodenVis

Jezus dan kwam, en nam het brood, en gaf het hun, en den vis desgelijks.

848
VersbegrippenVis

Jezus zeide tot hen: Brengt van den vissen, die gij nu gevangen hebt.

849
VersbegrippenGewichten En Maten, LineairDingen Trekken

En de andere discipelen kwamen met het scheepje (want zij waren niet verre van het land, maar omtrent tweehonderd ellen), slepende het net met de vissen.