45 Bible Verses about Een Goede Vrouw

Meest relevante verzen

Ecclesiastes 7:28

Dewelke mijn ziel nog zoekt, maar ik heb haar niet gevonden: een man uit duizend heb ik gevonden; maar een vrouw onder die allen heb ik niet gevonden.

Proverbs 18:22

Die een vrouw gevonden heeft, heeft een goede zaak gevonden, en hij heeft welgevallen getrokken van den HEERE.

Proverbs 19:14

Huis en goed is een erve van de vaderen; maar een verstandige vrouw is van den HEERE.

Proverbs 31:10

Aleph. Wie zal een deugdelijke huisvrouw vinden? Want haar waardij is verre boven de robijnen.

Proverbs 31:12

Gimel. Zij doet hem goed en geen kwaad, al de dagen haars levens.

Proverbs 31:15

Vau. En zij staat op, als het nog nacht is, en geeft haar huis spijze, en haar dienstmaagden het bescheiden deel.

Proverbs 31:16

Zain. Zij denkt om een akker, en krijgt hem; van de vrucht harer handen plant zij een wijngaard.

Proverbs 12:4

Een kloeke huisvrouw is een kroon haars heren; maar die beschaamt maakt, is als verrotting in zijn beenderen.

Proverbs 31:30

Schin. De bevalligheid is bedrog, en de schoonheid ijdelheid; maar een vrouw, die den HEERE vreest, die zal geprezen worden.

1 Corinthians 11:9

Want ook is de man niet geschapen om de vrouw, maar de vrouw om den man.

Proverbs 9:13

Een zotte vrouw is woelachtig, de slechtigheid zelve, en weet niet met al.

Ruth 3:11

En nu, mijn dochter, vrees niet; al wat gij gezegd hebt, zal ik u doen; want de ganse stad mijns volks weet, dat gij een deugdelijke vrouw zijt.

1 Corinthians 11:12

Want gelijkerwijs de vrouw uit den man is, alzo is ook de man door de vrouw; doch alle dingen zijn uit God.

Proverbs 31:23

Nun. Haar man is bekend in de poorten, als hij zit met de oudsten des lands.

Proverbs 31:11

Beth. Het hart haars heren vertrouwt op haar, zodat hem geen goed zal ontbreken.

Proverbs 21:19

Het is beter te wonen in een woest land, dan bij een zeer kijfachtige en toornige huisvrouw.

Proverbs 14:1

Elke wijze vrouw bouwt haar huis; maar die zeer dwaas is, breekt het af met haar handen.

Proverbs 31:31

Thau. Geef haar van de vrucht harer handen, en laat haar werken haar prijzen in de poorten.

1 Corinthians 11:11

Nochtans is noch de man zonder de vrouw, noch de vrouw zonder den man, in den Heere.

1 Corinthians 7:1

Aangaande nu de dingen, waarvan gij mij geschreven hebt: het is een mens goed geen vrouw aan te raken.

1 Corinthians 11:3

Doch ik wil, dat gij weet, dat Christus het Hoofd is eens iegelijken mans, en de man het hoofd der vrouw, en God het Hoofd van Christus.

Proverbs 31:18

Teth. Zij smaakt, dat haar koophandel goed is; haar lamp gaat des nachts niet uit.

Deuteronomy 22:13

Wanneer een man een vrouw zal genomen hebben, en tot haar ingegaan zijnde, alsdan haar zal haten,

Proverbs 31:3

Geeft aan de vrouwen uw vermogen niet, noch uw wegen, om koningen te verdelgen.

Proverbs 31:17

Cheth. Zij gordt haar lenden met kracht, en zij versterkt haar armen.

Proverbs 31:25

Ain. Sterkte en heerlijkheid zijn haar kleding; en zij lacht over den nakomenden dag.

1 Timothy 2:13

Want Adam is eerst gemaakt, daarna Eva.

1 Samuel 25:3

En de naam des mans was Nabal, en de naam zijner huisvrouw was Abigail; en de vrouw was goed van verstand, en schoon van gedaante; maar de man was hard en boos van daden, en hij was een Kalebiet.

1 Corinthians 11:8

Want de man is uit de vrouw niet, maar de vrouw is uit den man.

Proverbs 3:15

Zij is kostelijker dan robijnen en al; wat u lusten mag, is met haar niet te vergelijken.

1 Timothy 2:12

Doch ik laat de vrouw niet toe, dat zij lere, noch over den man heerse, maar wil, dat zij in stilheid zij.

Proverbs 11:22

Een schone vrouw, die van rede afwijkt, is een gouden bagge in een varkenssnuit.

1 Corinthians 11:7

Want de man moet het hoofd niet dekken, overmits hij het beeld en de heerlijkheid Gods is; maar de vrouw is de heerlijkheid des mans.

1 Corinthians 7:34

Een vrouw en een maagd zijn onderscheiden. De ongetrouwde bekommert zich met de dingen des Heeren, opdat zij heilig zij, beide aan lichaam en aan geest; maar die getrouwd is, bekommert zich met de dingen der wereld, hoe zij den man zal behagen.

Proverbs 7:11

Deze was woelachtig en wederstrevig, haar voeten bleven in haar huis niet;

Psalm 68:11

De HEERE gaf te spreken; der boodschappers van goede tijdingen was een grote heirschaar.

Proverbs 31:27

Tsade. Zij beschouwt de gangen van haar huis; en het brood der luiheid eet zij niet.

Genesis 2:22

En de HEERE God bouwde de ribbe, die Hij van Adam genomen had, tot een vrouw, en Hij bracht haar tot Adam.

Proverbs 7:26

Want zij heeft veel gewonden nedergeveld, en al haar gedoden zijn machtig vele.

Proverbs 31:26

Pe. Zij doet haar mond open met wijsheid; en op haar tong is leer der goeddadigheid.

Titus 2:5

Matig te zijn, kuis te zijn, het huis te bewaren, goed te zijn, haar eigen mannen onderdanig te zijn, opdat het Woord Gods niet gelasterd worde.

Matthew 22:28

In de opstanding dan, wiens vrouw zal zij wezen van die zeven, want zij hebben ze allen gehad?

1 Peter 3:5

Want alzo versierden zichzelven eertijds ook de heilige vrouwen, die op God hoopten, en waren haar eigen mannen onderdanig;

Knowing Jesus Everyday

Never miss a post

Public domain