50 Bible Verses about Mooi Zijn

Meest relevante verzen

Isaiah 62:3

En gij zult een sierlijke kroon zijn in de hand des HEEREN, en een koninklijke hoed in de hand uws Gods.

Song of Solomon 4:7

Geheel zijt gij schoon, Mijn vriendin, en er is geen gebrek aan u.

Psalm 45:11

Zo zal de Koning lust hebben aan uw schoonheid; dewijl Hij uw Heere is, zo buig u voor Hem neder.

Psalm 95:3

Want de HEERE is een groot God; ja, een groot Koning boven alle goden;

1 Timothy 4:4

Want alle schepsel Gods is goed, en er is niets verwerpelijk, met dankzegging genomen zijnde;

Psalm 27:4

Een ding heb ik van den HEERE begeerd, dat zal ik zoeken: dat ik al de dagen mijns levens mocht wonen in het huis des HEEREN, om de liefelijkheid des HEEREN te aanschouwen, en te onderzoeken in Zijn tempel.

Proverbs 31:30

Schin. De bevalligheid is bedrog, en de schoonheid ijdelheid; maar een vrouw, die den HEERE vreest, die zal geprezen worden.

Psalm 33:12

Welgelukzalig is het volk, welks God de HEERE is; het volk, dat Hij Zich ten erve verkoren heeft.

1 Corinthians 11:9

Want ook is de man niet geschapen om de vrouw, maar de vrouw om den man.

Proverbs 31:25

Ain. Sterkte en heerlijkheid zijn haar kleding; en zij lacht over den nakomenden dag.

1 Corinthians 11:12

Want gelijkerwijs de vrouw uit den man is, alzo is ook de man door de vrouw; doch alle dingen zijn uit God.

1 Peter 3:5

Want alzo versierden zichzelven eertijds ook de heilige vrouwen, die op God hoopten, en waren haar eigen mannen onderdanig;

Psalm 66:8

Looft, gij volken! onzen God; en laat horen de stem Zijns roems.

Proverbs 6:25

Begeer haar schoonheid niet in uw hart, en laat ze u niet vangen met haar oogleden.

1 Corinthians 11:15

Maar zo een vrouw lang haar draagt, dat het haar een eer is; omdat het lange haar voor een deksel haar is gegeven?

Genesis 12:11

En het geschiedde, als hij naderde, om in Egypte te komen, dat hij zeide tot Sarai, zijn huisvrouw: Zie toch, ik weet, dat gij een vrouw zijt, schoon van aangezicht.

Psalm 29:4

De stem des HEEREN is met kracht, de stem des HEEREN is met heerlijkheid.

Jeremiah 10:6

Omdat niemand U gelijk is, o HEERE! zo zijt Gij groot, en groot is Uw Naam in mogendheid.

Psalm 16:2

O mijn ziel! gij hebt tot den HEERE gezegd: Gij zijt de HEERE, mijn goedheid raakt niet tot U;

Psalm 50:2

Uit Sion, de volkomenheid der schoonheid, verschijnt God blinkende.

1 Corinthians 11:3

Doch ik wil, dat gij weet, dat Christus het Hoofd is eens iegelijken mans, en de man het hoofd der vrouw, en God het Hoofd van Christus.

Psalm 147:1

Looft den HEERE, want onzen God te psalmzingen is goed, dewijl Hij liefelijk is; de lof is betamelijk.

1 Peter 3:3

Welker versiersel zij, niet hetgeen uiterlijk is, bestaande in het vlechten des haars, en omhangen van goud, of van klederen aan te trekken;

2 Chronicles 2:5

En het huis, dat ik zal bouwen, zal groot zijn; want onze God is groter dan alle goden.

Ecclesiastes 3:11

Hij heeft ieder ding schoon gemaakt op zijn tijd; ook heeft Hij de eeuw in hun hart gelegd, zonder dat een mens het werk, dat God gemaakt heeft, kan uitvinden, van het begin tot het einde toe.

1 Corinthians 14:33

Want God is geen God van verwarring, maar van vrede, gelijk in al de Gemeenten der heiligen.

1 Corinthians 2:5

Opdat uw geloof niet zou zijn in wijsheid der mensen, maar in de kracht Gods.

Romans 1:12

Dat is, om mede vertroost te worden onder u, door het onderlinge geloof, zo het uwe als het mijne.

Psalm 96:9

Aanbidt den HEERE in de heerlijkheid des heiligdoms; schrikt voor Zijn aangezicht, gij ganse aarde.

Song of Solomon 1:5

Ik ben zwart, doch liefelijk (gij dochteren van Jeruzalem!), gelijk de tenten van Kedar, gelijk de gordijnen van Salomo.

Psalm 146:2

Ik zal den HEERE prijzen in mijn leven; ik zal mijn God psalmzingen, terwijl ik nog ben.

Psalm 16:3

Maar tot de heiligen, die op de aarde zijn, en de heerlijken, in dewelke al mijn lust is.

1 Corinthians 11:7

Want de man moet het hoofd niet dekken, overmits hij het beeld en de heerlijkheid Gods is; maar de vrouw is de heerlijkheid des mans.

Psalm 100:3

Weet, dat de HEERE is God; Hij heeft ons gemaakt (en niet wij), Zijn volk en de schapen Zijner weide.

2 Chronicles 3:6

Hij overtoog ook het huis met kostelijke stenen tot versiering; het goud nu was goud van Parvaim.

Psalm 71:8

Laat mijn mond vervuld worden met Uw lof, den gansen dag met Uw heerlijkheid.

John 1:1

In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God.

Psalm 104:33

Ik zal den HEERE zingen in mijn leven; ik zal mijn God psalmzingen, terwijl ik nog ben.

Isaiah 12:2

Ziet, God is mijn Heil, ik zal vertrouwen en niet vrezen; want de Heere HEERE is mijn Sterkte en mijn Psalm, en Hij is mij tot Heil geworden.

Psalm 40:5

Gij, o HEERE, mijn God! hebt Uw wonderen en Uw gedachten aan ons vele gemaakt, men kan ze niet in orde bij U verhalen; zal ik ze verkondigen en uitspreken, zo zijn zij menigvuldiger dan dat ik ze zou kunnen vertellen.

Proverbs 24:4

En door wetenschap worden de binnenkameren vervuld met alle kostelijk en liefelijk goed.

Isaiah 61:3

Om den treurigen Sions te beschikken dat hun gegeven worde sieraad voor as, vreugdeolie voor treurigheid, het gewaad des lofs voor een benauwden geest; opdat zij genaamd worden eikebomen der gerechtigheid, een planting des HEEREN, opdat Hij verheerlijkt worde.

Psalm 77:14

Gij zijt die God, Die wonder doet; Gij hebt Uw sterkte bekend gemaakt onder de volken.

Isaiah 33:17

Uw ogen zullen den Koning zien in Zijn schoonheid; zij zullen een ver gelegen land zien.

Isaiah 28:23

Neemt ter ore en hoort mijn stem, merkt op en hoort mijn rede!

Psalm 34:5

He. Vau. Zij hebben op Hem gezien, ja, Hem als een waterstroom aangelopen; en hun aangezichten zijn niet schaamrood geworden.

Knowing Jesus Everyday

Never miss a post

Public domain