42 Bijbelvers over Gezag

Meest relevante verzen

Spreuken 8:16

Door Mij heersen de heersers, en de prinsen, al de rechters der aarde.

Hosea 13:11

Ik gaf u een koning in Mijn toorn en nam hem weg in Mijn verbolgenheid.

Daniël 2:37

Gij, o koning! zijt een koning der koningen; want de God des hemels heeft u een koninkrijk, macht, en sterkte, en eer gegeven;

Daniël 4:17

Deze zaak is in het besluit der wachters, en deze begeerte is in het woord der heiligen; opdat de levenden bekennen, dat de Allerhoogste heerschappij heeft over de koninkrijken der mensen, en geeft ze aan wien Hij wil, ja, zet daarover den laagste onder de mensen.

Daniël 4:25

Te weten, men zal u van de mensen verstoten, en met het gedierte des velds zal uw woning zijn, en men zal u het kruid, als den ossen, te smaken geven; en gij zult van den dauw des hemels nat gemaakt worden, en er zullen zeven tijden over u voorbijgaan, totdat gij bekent, dat de Allerhoogste heerschappij heeft over de koninkrijken der mensen, en geeft ze, wien Hij wil.

Daniël 4:32

En men zal u van de mensen verstoten, en uw woning zal bij de beesten des velds zijn; men zal u gras te smaken geven, als den ossen, en er zullen zeven tijden over u voorbijgaan, totdat gij bekent, dat de Allerhoogste over de koninkrijken der mensen heerschappij heeft, en dat Hij ze geeft, aan wien Hij wil.

Daniël 5:21

En hij werd van de kinderen der mensen verstoten, en zijn hart werd den beesten gelijk gemaakt, en zijn woning was bij de woudezelen; men gaf hem gras te smaken gelijk den ossen; en zijn lichaam werd van den dauw des hemels nat gemaakt, totdat hij bekende, dat God, de Allerhoogste, Heerser is over de koninkrijken der mensen, en over dezelve stelt, wien Hij wil.

Daniël 5:18

Wat u aangaat, o koning! de allerhoogste God heeft uw vader Nebukadnezar het koninkrijk, en grootheid, en eer, en heerlijkheid gegeven;

Spreuken 8:15

Door Mij regeren de koningen, en de vorsten stellen gerechtigheid.

Prediker 5:8

Het voordeel des aardrijks is voor allen: de koning zelfs wordt van het veld gediend.

Markus 10:42

Maar Jezus, het tot Zich geroepen hebbende, zeide tot hen: Gij weet, dat degenen, die geacht worden oversten te zijn der volken, heerschappij voeren over hen, en hun groten gebruiken macht over hen.

Handelingen 5:4

Zo het gebleven ware, bleef het niet uw, en verkocht zijnde, was het niet in uw macht? Wat is het, dat gij deze daad in uw hart hebt voorgenomen? Gij hebt den mensen niet gelogen, maar Gode.

1 Corinthiërs 7:4

De vrouw heeft de macht niet over haar eigen lichaam, maar de man; en desgelijks ook de man heeft de macht niet over zijn eigen lichaam, maar de vrouw.

Spreuken 25:5

Doe den goddelozen weg van het aangezicht des konings, en zijn troon zal door gerechtigheid bevestigd worden.

Spreuken 20:28

Weldadigheid en waarheid bewaren den koning; en door weldadigheid ondersteunt hij zijn troon.

Prediker 8:3

Haast u niet weg te gaan van zijn aangezicht; blijf niet staande in een kwade zaak; want al wat hem lust, doet hij.

Prediker 8:4

Waar het woord des konings is, daar is heerschappij; en wie zal tot hem zeggen: Wat doet gij?

Deuteronomium 17:20

Dat zijn hart zich niet verheffe boven zijn broederen, en dat hij niet afwijke van het gebod, ter rechterhand of ter linkerhand; opdat hij de dagen verlenge in zijn koninkrijk, hij en zijn zonen, in het midden van Israel.

2 Samuël 23:3

De God Israels heeft gezegd, de Rotssteen Israels heeft tot mij gesproken: Er zal zijn een Heerser over de mensen, een Rechtvaardige, een Heerser in de vreze Gods.

Spreuken 29:14

Een koning, die de armen in trouw recht doet, diens troon zal in eeuwigheid bevestigd worden.

Onderwerpen over Gezag

Aan Mensen Toegekend Gezag

Genesis 39:4

Zo vond Jozef genade in zijn ogen, en diende hem; en hij stelde hem over zijn huis; en al wat hij had, gaf hij in zijn hand.

Christus' Gezag Over De Dood

Mattheüs 9:18-25

Als Hij deze dingen tot hen sprak, ziet, een overste kwam en aanbad Hem, zeggende: Mijn dochter is nu terstond gestorven, doch kom en leg Uw hand op haar, en zij zal leven.

Christus' Gezag Over De Natuur

Mattheüs 8:23-27

En als Hij in het schip gegaan was, zijn Hem Zijn discipelen gevolgd.

Christus' Gezag Over Het Kwaad

Markus 1:23-27

En er was in hun synagoge een mens, met een onreinen geest, en hij riep uit,

Christus' Gezag Over Ziekte

Mattheüs 8:14-15

En Jezus gekomen zijnde in het huis van Petrus, zag zijn vrouws moeder te bed liggen, hebbende de koorts.

Christus' Gezag Over Zonde

Mattheüs 9:6

Doch opdat gij moogt weten, dat de Zoon des mensen macht heeft op de aarde, de zonden te vergeven (toen zeide Hij tot den geraakte): Sta op, neem uw bed op, en ga heen naar uw huis.

Gezag Van Discipelen

Numberi 27:20

En leg op hem van uw heerlijkheid, opdat zij horen, te weten de ganse vergadering der kinderen Israels.

Gezag Van Menselijke Instellingen

Romeinen 1:24-26

Daarom heeft God hen ook overgegeven in de begeerlijkheden hunner harten tot onreinigheid, om hun lichamen onder elkander te onteren;

Verantwoordelijkheden Van Gezag

Mattheüs 20:25-28

En als Jezus hen tot Zich geroepen had, zeide Hij: Gij weet, dat de oversten der volken heerschappij voeren over hen, en de groten gebruiken macht over hen.

Knowing Jesus Everyday

Never miss a post

Public domain