22 Bijbelvers over In Het Geheim Handelen
Meest relevante verzen
En de kinderen Israels hadden de zaken, die niet recht zijn, tegen den HEERE, hun God, bemanteld; en hadden zich hoogten gebouwd in al hun steden, van den wachttoren af tot de vaste steden toe.
Toen zeide Hij tot mij: Hebt gij gezien, mensenkind, wat de oudsten van het huis Israels doen in de duisternis, een ieder in zijn gebeelde binnenkameren? want zij zeggen: De HEERE ziet ons niet, de HEERE heeft het land verlaten.
Zittende bij de graven, zo vernachten zij bij degenen, die bewaard worden, etende zwijnenvlees, en er is sap van gruwelijke dingen in hun vaten.
Zij sterken zichzelven in een boze zaak; zij houden spraak van strikken te verbergen; zij zeggen: Wie zal ze zien?
Toen kwam een Engel des HEEREN, en zette Zich onder den eik, die te Ofra is, welke aan Joas, den Abi-ezriet, toekwam; en zijn zoon Gideon dorste tarwe bij de pers, om die te vluchten voor het aangezicht der Midianieten.
En dat om haar nageboorte, die van tussen haar voeten uitgegaan zal zijn, en om haar zonen, die zij gebaard zal hebben; want zij zal hen eten in het verborgene, vermits gebrek van alles; in de belegering en in de benauwing, waarmede uw vijand u zal benauwen in uw poorten.
Jozua nu, de zoon van Nun, had twee mannen, die heimelijk verspieden zouden, gezonden van Sittim, zeggende: Gaat heen, bezichtigt het land en Jericho. Zij dan gingen, en kwamen ten huize van een vrouw, een hoer, wier naam was Rachab, en zij sliepen daar.
Want gij hebt het in het verborgen gedaan; maar Ik zal deze zaak doen voor gans Israel, en voor de zon.
Gij doorboordet met zijn staven het hoofd zijner dorplieden; zij hebben gestormd, om mij te verstrooien; die zich verheugden, alsof zij de ellendigen in het verborgen zouden opeten.
En het pascha, en het feest der ongehevelde broden was na twee dagen. En de overpriesters en de Schriftgeleerden zochten, hoe zij Hem met listigheid vangen en doden zouden.
Jezus dan wandelde niet meer vrijelijk onder de Joden; maar ging van daar naar het land bij de woestijn, naar de stad, genaamd Efraim, en verkeerde aldaar met Zijn discipelen.
Toen maakten zij mannen uit, die zeiden: Wij hebben hem horen spreken lasterlijke woorden tegen Mozes en God.
En Ik zal u geven de schatten, die in de duisternissen zijn, en de verborgene rijkdommen; opdat gij moogt weten, dat Ik de HEERE ben, Die u bij uw naam roept, de God van Israel;
Mijn gebeente was voor U niet verholen, als ik in het verborgene gemaakt ben, en als een borduursel gewrocht ben, in de nederste delen der aarde.
Maar als gij aalmoes doet, zo laat uw linker hand niet weten, wat uw rechter doet;
Maar als Zijn broeders opgegaan waren, toen ging Hij ook Zelf op tot het feest, niet openlijk, maar als in het verborgen.
Jozef nu, haar man, alzo hij rechtvaardig was, en haar niet wilde openbaarlijk te schande maken, was van wil haar heimelijk te verlaten.
Opdat uw aalmoes in het verborgen zij; en uw Vader, Die in het verborgen ziet, Die zal het u in het openbaar vergelden.
Een gift in het verborgene houdt den toorn onder, en een geschenk in den schoot de sterke grimmigheid.
Zult gijlieden dat dan nog niet horen, zo zal mijn ziel in verborgene plaatsen wenen vanwege den hoogmoed, en mijn oog zal bitterlijk tranen, ja, van tranen nederdalen, omdat des HEEREN kudde gevankelijk is weggevoerd.