25 Bible Verses about Lui Zijn

Meest relevante verzen

Romans 12:11

Zijt niet traag in het benaarstigen. Zijt vurig van geest. Dient den Heere.

Proverbs 19:15

Luiheid doet in diepen slaap vallen; en een bedriegelijke ziel zal hongeren.

Ecclesiastes 10:18

Door grote luiheid verzwakt het gebint, en door slapheid der handen wordt het huis doorlekkende.

Proverbs 12:24

De hand der vlijtigen zal heersen; maar de bedriegers zullen onder cijns wezen.

Proverbs 15:19

De weg des luiaards is als een doornheg; maar het pad der oprechten is wel gebaand.

Proverbs 21:25

De begeerte des luiaards zal hem doden, want zijn handen weigeren te werken.

Proverbs 26:14

Een deur keert om op haar herre, alzo de luiaard op zijn bed.

Proverbs 26:13

De luiaard zegt: Er is een felle leeuw op den weg, een leeuw is op de straten.

Hebrews 6:12

Opdat gij niet traag wordt, maar navolgers zijt dergenen, die door geloof en lankmoedigheid de beloftenissen beerven.

Proverbs 10:4

Die met een bedriegelijke hand werkt, wordt arm; maar de hand der vlijtigen maakt rijk.

Proverbs 24:30

Ik ging voorbij den akker eens luiaards, en voorbij den wijngaard van een verstandeloos mens;

Proverbs 13:4

De ziel des luiaards is begerig, doch er is niets; maar de ziel der vlijtigen zal vet gemaakt worden.

Proverbs 12:27

Een bedrieger zal zijn jachtvang niet braden; maar het kostelijk goed des mensen is des vlijtigen.

Proverbs 22:13

De luiaard zegt: Er is een leeuw buiten; ik mocht op het midden der straten gedood worden!

Proverbs 24:33

Een weinig slapens, een weinig sluimerens, en weinig handvouwens, al nederliggende;

Proverbs 19:24

Een luiaard verbergt de hand in den boezem, en hij zal ze niet weder aan zijn mond brengen.

Proverbs 10:26

Gelijk edik den tanden, en gelijk rook den ogen is zo is de luie dengenen, die hem uitzenden.

Proverbs 18:9

Ook die zich slap aanstelt in zijn werk, die is een broeder van een doorbrenger.

Proverbs 6:6

Ga tot de mier, gij luiaard! zie haar wegen, en word wijs;

Proverbs 6:9

Hoe lang zult gij, luiaard, nederliggen? Wanneer zult gij van uw slaap opstaan?

Proverbs 26:16

De luiaard is wijzer in zijn ogen, dan zeven, die met rede antwoorden.

Proverbs 20:4

Om den winter zal de luiaard niet ploegen; daarom zal hij bedelen in den oogst, maar er zal niet zijn.

Proverbs 31:27

Tsade. Zij beschouwt de gangen van haar huis; en het brood der luiheid eet zij niet.

Proverbs 23:21

Want een zuiper en vraat zal arm worden; en de sluimering doet verscheurde klederen dragen.

Knowing Jesus Everyday

Never miss a post

Public domain