25 Bijbelverzen over Roeping

Meest relevante verzen

Jesaja 5:20

Wee dengenen, die het kwade goed heten, en het goede kwaad; die duisternis tot licht stellen, en het licht tot duisternis; die het bittere tot zoet stellen, en het zoete tot bitterheid!

Romeinen 4:17

(Gelijk geschreven staat: Ik heb u tot een vader van vele volken gesteld) voor Hem, aan Welken hij geloofd heeft, namelijk God, Die de doden levend maakt, en roept de dingen, die niet zijn, alsof zij waren;

Lukas 5:32

Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaren tot bekering.

Lukas 6:46

En wat noemt gij Mij, Heere, Heere! en doet niet hetgeen Ik zeg?

Topics on Roeping

Abraham, Roeping En Levensloop

Genesis 11:31

En Terah nam Abram, zijn zoon, en Lot, Harans zoon, zijns zoons zoon, en Sarai, zijn schoondochter, de huisvrouw van zijn zoon Abram, en zij togen met hen uit Ur der Chaldeen, om te gaan naar het land Kanaan; en zij kwamen tot Haran, en woonden aldaar.

De Roeping Van Individuen

Genesis 12:1-3

De HEERE nu had tot Abram gezegd: Ga gij uit uw land, en uit uw maagschap, en uit uws vaders huis, naar het land, dat Ik u wijzen zal.

Roeping In De Naam Van Christus

Handelingen 9:21

En zij ontzetten zich allen, die het hoorden, en zeiden: Is deze niet degene, die te Jeruzalem verstoorde, wie dezen Naam aanriepen, en die daarom hier gekomen is, opdat hij dezelve gebonden zou brengen tot de overpriesters?

Roeping Van Missionarissen

Psalmen 96:2-3

Zingt den HEERE, looft Zijn Naam; boodschapt Zijn heil van dag tot dag.

Never miss a post

Public domain