46 Bijbelverzen over Zelfgerechtigheid En Het Evangelie

Meest relevante verzen

Job 9:2

Waarlijk, ik weet, dat het zo is; want hoe zou de mens rechtvaardig zijn bij God?

1 Samuël 6:20

Toen zeiden de lieden van Beth-Semes: Wie zou kunnen bestaan voor het aangezicht van de HEERE, dezen heiligen God? En tot wien van ons zal Hij optrekken?

Job 15:14

Wat is de mens, dat hij zuiver zou zijn, en die geboren is van een vrouw, dat hij rechtvaardig zou zijn?

Job 32:2

Zo ontstak de toorn van Elihu, den zoon van Baracheel, den Buziet, van het geslacht van Ram; tegen Job werd zijn toorn ontstoken, omdat hij zijn ziel meer rechtvaardigde dan God.

Job 40:8

Verberg hen te zamen in het stof; verbind hun aangezichten in het verborgen!

Psalmen 130:3

Zo Gij, HEERE! de ongerechtigheden gadeslaat; HEERE! wie zal bestaan?

Romeinen 9:31

Maar Israel, die de wet der rechtvaardigheid zocht, is tot de wet der rechtvaardigheid niet gekomen.

Galaten 2:16

Doch wetende, dat de mens niet gerechtvaardigd wordt uit de werken der wet, maar door het geloof van Jezus Christus, zo hebben wij ook in Christus Jezus geloofd, opdat wij zouden gerechtvaardigd worden uit het geloof van Christus, en niet uit de werken der wet; daarom dat uit de werken der wet geen vlees zal gerechtvaardigd worden.

Efeziërs 2:8-9

Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof; en dat niet uit u, het is Gods gave; Niet uit de werken, opdat niemand roeme.

2 Kronieken 6:36

Wanneer zij gezondigd zullen hebben tegen U (want geen mens is er, die niet zondigt), en Gij tegen hen vertoornd zult zijn, en hen leveren zult voor het aangezicht des vijands, dat degenen, die hen gevangen hebben, hen gevankelijk wegvoeren in een land, dat verre of nabij is;

Ezra 9:15

O HEERE, God van Israel! Gij zijt rechtvaardig; want wij zijn overgelaten ter ontkoming, als het is te dezen dage. Zie, wij zijn voor Uw aangezicht in onze schuld; want er is niemand, die voor Uw aangezicht zou kunnen bestaan, om zulks.

Daniël 9:7

Bij U, o Heere! is de gerechtigheid, maar bij ons de beschaamdheid der aangezichten, gelijk het is te deze dage; bij de mannen van Juda, en de inwoners van Jeruzalem, en geheel Israel, die nabij en die verre zijn, in al de landen, waar Gij ze henengedreven hebt, zij tegen U overtreden hebben.

Psalmen 75:2-4

Als ik het bestemde ambt zal ontvangen hebben, zo zal ik gans recht richten. Het land en al zijn inwoners waren versmolten; maar ik heb zijn pilaren vastgemaakt. Sela. Ik heb gezegd tot de onzinnigen: Weest niet onzinnig; en tot de goddelozen: Verhoogt den hoorn niet.

Romeinen 10:3

Want alzo zij de rechtvaardigheid Gods niet kennen, en hun eigen gerechtigheid zoeken op te richten, zo zijn zij der rechtvaardigheid Gods niet onderworpen.

Psalmen 98:2

De HEERE heeft Zijn heil bekend gemaakt; Hij heeft Zijn gerechtigheid geopenbaard voor de ogen der heidenen.

Jesaja 46:13

Ik breng Mijn gerechtigheid nabij, zij zal niet verre wezen, en Mijn heil zal niet vertoeven; maar Ik zal heil geven in Sion, aan Israel Mijn heerlijkheid.

Jesaja 51:5

Mijn gerechtigheid is nabij, Mijn heil trekt uit, en Mijn armen zullen de volken richten; op Mij zullen de eilanden wachten, en op Mijn arm zullen zij hopen.

Jeremia 9:23-24

Zo zegt de HEERE: Een wijze beroeme zich niet in zijn wijsheid, en de sterke beroeme zich niet in zijn sterkheid; een rijke beroeme zich niet in zijn rijkdom; Maar die zich beroemt, beroeme zich hierin, dat hij verstaat, en Mij kent, dat Ik de HEERE ben, doende weldadigheid, recht en gerechtigheid op de aarde, want in die dingen heb Ik lust, spreekt de HEERE.

Lukas 18:13-14

En de tollenaar, van verre staande, wilde ook zelfs de ogen niet opheffen naar den hemel, maar sloeg op zijn borst, zeggende: O God! wees mij zondaar genadig! Ik zeg ulieden: Deze ging af gerechtvaardigd in zijn huis, meer dan die; want een ieder, die zichzelven verhoogt, zal vernederd worden, en die zichzelven vernedert, zal verhoogd worden.

Romeinen 3:27

Waar is dan de roem? Hij is uitgesloten. Door wat wet? Der werken? Neen, maar door de wet des geloofs.

Romeinen 4:2

Want indien Abraham uit de werken gerechtvaardigd is, zo heeft hij roem, maar niet bij God.

Galaten 6:13-14

Want ook zijzelven, die besneden worden, houden de wet niet; maar zij willen, dat gij besneden wordt, opdat zij in uw vlees roemen zouden. Maar het zij verre van mij, dat ik zou roemen, anders dan in het kruis van onzen Heere Jezus Christus; door Welken de wereld mij gekruisigd is, en ik der wereld.

Filippenzen 3:7-9

Maar hetgeen mij gewin was, dat heb ik om Christus' wil schade geacht. Ja, gewisselijk, ik acht ook alle dingen schade te zijn, om de uitnemendheid der kennis van Christus Jezus, mijn Heere; om Wiens wil ik al die dingen schade gerekend heb, en acht die drek te zijn, opdat ik Christus moge gewinnen. En in Hem gevonden worde, niet hebbende mijn rechtvaardigheid, die uit de wet is, maar die door het geloof van Christus is, namelijk de rechtvaardigheid, die uit God is door het geloof;

Never miss a post

Public domain