39 Bible Verses about Zondigheid

Meest relevante verzen

Psalm 7:9

Laat toch de boosheid der goddelozen een einde nemen, maar bevestig den rechtvaardige, Gij, Die harten en nieren beproeft, o rechtvaardige God!

Isaiah 3:11

Wee den goddeloze, het zal hem kwalijk gaan, want de vergelding zijner handen zal hem geschieden.

Micah 2:1

Wee dien, die ongerechtigheid bedenken, en kwaad werken op hun legers; in het licht van den morgenstond doen zij het, dewijl het in de macht van hunlieder hand is.

Proverbs 4:14

Kom niet op het pad der goddelozen, en treed niet op den weg der bozen.

Psalm 64:2

Verberg mij voor den heimelijken raad der boosdoeners, voor de oproerigheid van de werkers der ongerechtigheid.

Proverbs 4:17

Want zij eten brood der goddeloosheid, en drinken wijn van enkel geweld.

Proverbs 2:14

Die blijde zijn in het kwaad doen, zich verheugen in de verkeerdheden des kwaden;

Zechariah 5:8

En Hij zeide: Deze is de goddeloosheid; en Hij wierp ze in het midden van de efa; en Hij wierp het loden gewicht op den mond derzelve.

Psalm 125:3

Want de scepter der goddeloosheid zal niet rusten op het lot der rechtvaardigen; opdat de rechtvaardigen hun handen niet uitstrekken tot onrecht.

Proverbs 12:3

De mens zal niet bevestigd worden door goddeloosheid; maar de wortel der rechtvaardigen zal niet bewogen worden.

Psalm 140:8

Geef, HEERE! de begeerten des goddelozen niet; bevorder zijn kwaad voornemen niet; zij zouden zich verheffen. Sela.

Ecclesiastes 3:16

Verder heb ik ook gezien onder de zon, ter plaatse des gerichts, aldaar was goddeloosheid; en ter plaatse der gerechtigheid, aldaar was goddeloosheid.

Proverbs 2:22

Maar de goddelozen zullen van de aarde uitgeroeid worden, en de trouwelozen zullen er van uitgerukt worden.

Psalm 10:15

Breek den arm des goddelozen en bozen. zoek zijn goddeloosheid, totdat Gij haar niet vindt.

Psalm 34:21

Thau. De boosheid zal den goddeloze doden; en die den rechtvaardige haten, zullen schuldig verklaard worden.

Job 35:8

Uw goddeloosheid zou zijn tegen een man, gelijk gij zijt, en uw gerechtigheid voor eens mensen kind.

1 John 5:19

Wij weten, dat wij uit God zijn, en dat de gehele wereld ligt in het boze.

Proverbs 25:5

Doe den goddelozen weg van het aangezicht des konings, en zijn troon zal door gerechtigheid bevestigd worden.

Isaiah 48:22

Maar de goddelozen hebben geen vrede, zegt de HEERE.

Psalm 139:24

En zie, of bij mij een schadelijke weg zij; en leid mij op den eeuwigen weg.

Job 20:12

Indien het kwaad in zijn mond zoet is, hij dat verbergt, onder zijn tong,

Psalm 5:4

Want Gij zijt geen God, Die lust heeft aan goddeloosheid; de boze zal bij U niet verkeren.

Psalm 94:23

En Hij zal hun ongerechtigheid op hen doen wederkeren, en Hij zal hen in hun boosheid verdelgen; de HEERE, onze God, zal hen verdelgen.

Psalm 129:4

De HEERE, Die rechtvaardig is, heeft de touwen der goddelozen afgehouwen.

Proverbs 10:23

Het is voor den zot als spel, schandelijkheid te doen; maar voor een man van verstand, wijsheid te plegen.

Jeremiah 15:21

Ja, Ik zal u rukken uit de hand der bozen, en Ik zal u verlossen uit de handpalm der tirannen.

Ezekiel 3:19

Doch als gij den goddeloze waarschuwt, en hij zich van zijn goddeloosheid en van zijn goddelozen weg niet bekeert, hij zal in zijn ongerechtigheid sterven; maar gij hebt uw ziel bevrijd.

Proverbs 4:16

Want zij slapen niet, zo zij geen kwaad gedaan hebben; en hun slaap wordt weggenomen, zo zij niet iemand hebben doen struikelen.

Proverbs 18:3

Als de goddeloze komt, komt ook de verachting en met schande versmaadheid.

Psalm 58:3

De goddelozen zijn vervreemd van de baarmoeder aan; de leugensprekers dolen van moeders buik aan.

Proverbs 11:5

De gerechtigheid des oprechten maakt zijn weg recht; maar de goddeloze valt door zijn goddeloosheid.

Psalm 84:10

Want een dag in Uw voorhoven is beter dan duizend elders; ik koos liever aan den dorpel in het huis mijns Gods te wezen, dan lang te wonen in de tenten der goddeloosheid.

Psalm 101:8

Allen morgen zal ik alle goddelozen des lands verdelgen, om uit de stad des HEEREN alle werkers der ongerechtigheid uit te roeien.

1 John 3:12

Niet gelijk Kain, die uit den boze was, en zijn broeder doodsloeg; en om wat oorzaak sloeg hij hem dood? Omdat zijn werken boos waren, en van zijn broeder rechtvaardig.

2 Thessalonians 3:2

En opdat wij mogen verlost worden van de ongeschikte en boze mensen; want het geloof is niet aller.

Psalm 94:16

Wie zal voor mij staan tegen de boosdoeners? Wie zal zich voor mij stellen tegen de werkers der ongerechtigheid?

Proverbs 11:21

Hand aan hand zal de boze niet onschuldig zijn; maar het zaad der rechtvaardigen zal ontkomen.

Proverbs 6:18

Een hart, dat ondeugdzame gedachten smeedt; voeten, die zich haasten, om tot kwaad te lopen;

Knowing Jesus Everyday

Never miss a post

Public domain