'Boven' in de Bijbel
Zo zal de vergadering der volken U omsingelen; keer dan boven haar weder in de hoogte.
Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op de Gitthith. (1a) O HEERE, onze Heere! hoe heerlijk is Uw Naam op de ganse aarde! Gij, die Uw majesteit gesteld hebt boven de hemelen.
Die mij uithelpt van mijn vijanden; ja, Gij verhoogt mij boven degenen, die tegen mij opstaan; Gij redt mij van den man des gewelds.
Ook nu zal mijn hoofd verhoogd worden boven mijn vijanden, die rondom mij zijn, en ik zal in Zijn tent offeranden des geklanks offeren; ik zal zingen, ja, psalmzingen den HEERE.
Gij hebt gerechtigheid lief, en haat goddeloosheid; daarom heeft U, o God! Uw God gezalfd met vreugdeolie, boven Uw medegenoten.
Hij zal roepen tot den hemel van boven, en tot de aarde, om Zijn volk te richten.
Verhef U boven de hemelen, o God! Uw eer zij over de ganse aarde.
[ (Psalms 57:12) Verhef U boven de hemelen, o God! Uw eer zij over de ganse aarde. ]
Hun ogen puilen uit van vet; zij gaan de inbeeldingen des harten te boven.
Daar Hij den wolken van boven gebood, en de deuren des hemels opende;
Boven dit alles zondigden zij nog, en geloofden niet, door Zijn wonderen.
De HEERE bemint de poorten van Sion boven alle woningen van Jakob.
God is grotelijks geducht in den raad der heiligen, en vreselijk boven allen, die rondom Hem zijn.
Want de HEERE is een groot God; ja, een groot Koning boven alle goden;
Want de HEERE is groot, en zeer te prijzen; Hij is vreselijk boven alle goden.
Want Gij, HEERE! zijt de Allerhoogste over de gehele aarde; Gij zijt zeer hoog verheven boven alle goden.
Want zo hoog de hemel is boven de aarde, is Zijn goedertierenheid geweldig over degenen, die Hem vrezen.
Gij hadt ze met den afgrond als een kleed overdekt; de wateren stonden boven de bergen.
Want Uw goedertierenheid is groot tot boven de hemelen, en Uw waarheid tot aan de bovenste wolken.
Verhef U, o God! boven de hemelen, en Uw eer over de ganse aarde.
De HEERE is hoog boven alle heidenen, boven de hemelen is Zijn heerlijkheid.
De hovaardigen hebben mij boven mate zeer bespot; nochtans ben ik van Uw wet niet geweken.
Want ik weet, dat de HEERE groot is, en dat onze Heere boven alle goden is.
Mijn tong kleve aan mijn gehemelte, zo ik aan u niet gedenke, zo ik Jeruzalem niet verheffe boven het hoogste mijner blijdschap!
Looft Hem, gij hemelen der hemelen! en gij wateren, die boven de hemelen zijt!