'Felle' in de Bijbel

Want zij verheft zich; gelijk een felle leeuw jaagt Gij mij; Gij keert weder en stelt U wonderlijk tegen mij.

De jonge hoogmoedige dieren hebben het niet betreden, de felle leeuw is daarover niet heengegaan.

De luiaard zegt: Er is een felle leeuw op den weg, een leeuw is op de straten.

Want Ik zal Efraim zijn als een felle leeuw, en den huize van Juda als een jonge leeuw; Ik, Ik zal verscheuren en henengaan; Ik zal wegvoeren, en er zal geen redder zijn.

Dies werd Ik hun als een felle leeuw; als een luipaard loerde Ik op den weg.