3 gebeurtenissen in 1 vertaling
'Geringen' in de Bijbel
Gij zult geen onrecht doen in het gericht; gij zult het aangezicht des geringen niet aannemen, noch het aangezicht des groten voortrekken; in gerechtigheid zult gij uw naaste richten.
Des rijken goed is een stad zijner sterkte; de armoede der geringen is hun verstoring.
Een arm man, die de geringen verdrukt, is een wegvagende regen, zodat er geen brood zij.
Zoekresultaten op Versies
Alle versies
Zoekresultaten op Boek
Alle Boeken