5 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Kennen' in de Bijbel

Gij zult het aangezicht in het gericht niet kennen; gij zult den kleine, zowel als den grote, horen; gij zult niet vrezen voor iemands aangezicht; want het gericht is Godes; doch de zaak, die voor u te zwaar zal zijn, zult gij tot mij doen komen, en ik zal ze horen.

VersbegrippenRechtszakenKleinheidMagistratenMenselijke AngstPartijdigheidGroot En KleinZware TakenWees Niet Bang Van MensenBeoordelenRespectBeslissingen NemenBeslissingen NemenConflictFamilie GeschilAutoriteit RespecterenDe Handelingen Van Anderen BeoordelenDiscriminatie

Gij zult het gericht niet buigen; gij zult het aangezicht niet kennen; ook zult gij geen geschenk nemen; want het geschenk verblindt de ogen der wijzen, en verkeert de woorden der rechtvaardigen.

VersbegrippenFavoritismeBlindheid, SybolischGod Haat OnrechtMenselijke BeloningDe RechtvaardigenMagistratenVermijden Van SteekpenningenVerblindendAndere Verblindingen

Zo gij dan in uw hart zoudt mogen zeggen: Hoe zullen wij het woord kennen, dat de HEERE niet gesproken heeft?

VersbegrippenGods Zaken Onderscheiden

Maar het geboomte, hetwelk gij kennen zult, dat het geen geboomte ter spijze is, dat zult gij verderven en afhouwen; en gij zult een bolwerk bouwen tegen deze stad, dewelke tegen u krijg voert, totdat zij ten onderga.

VersbegrippenGebouwd, LetterlijkBomen VellenBomen Beschadigen

Maar den eerstgeborene, den zoon der gehate, zal hij kennen, gevende hem het dubbele deel van alles, wat bij hem zal worden gevonden; want hij is het beginsel zijner kracht, het recht der eerstgeboorte is het zijne.

VersbegrippenErfgenamenDubbele Portie

Public domain