17 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Maaien' in de Bijbel

Uw ogen zullen zijn op dit veld, dat zij maaien zullen, en gij zult achter haarlieden gaan; heb ik den jongens niet geboden, dat men u niet aanroere? Als u dorst, zo ga tot de vaten, en drink van hetgeen de jongens zullen geschept hebben.

VersbegrippenContainer Voor WaterNiet AanrakenLeefregels Van De Mens

Op het veld maaien zij zijn voeder, en den wijnberg des goddelozen lezen zij af.

VersbegrippenVerzamelenWijngaarden

Want zij hebben wind gezaaid, en zullen een wervelwind maaien; het zal geen staande koren hebben, het uitspruitsel zal geen meel maken; of het misschien maakte, vreemden zullen het verslinden.

VersbegrippenWaarschuwing Tegen Het KwaadLosbandigheidZaaien En OogstenOnvruchtbaarheidWeer Zoals In Gods OordeelWervelwindenWindVruchten Van ZondeOogstenNiet Oogsten Wat Je ZaaideHet Lijden Van VreemdelingenOrkanenOogsten Wat Je Gezaaid HebtZaaien

Ik heb u uitgezonden, om te maaien, hetgeen gij niet bearbeid hebt; anderen hebben het bearbeid, en gij zijt tot hun arbeid ingegaan.

VersbegrippenDe Spirituele Aspecten Van ArbeidNiet Oogsten Wat Je ZaaideNiet ZwoegenHet Feit Van ZwoegenZwaar WerkOogsten Wat Je Gezaaid HebtSucces En Hard WerkStijgen

En een andere engel kwam uit den tempel, roepende met een grote stem tot Dengene, Die op de wolk zat: Zend Uw sikkel en maai; want de ure om te maaien is nu gekomen, dewijl de oogst der aarde rijp is geworden.

VersbegrippenEngelen Als Agenten Van OordeelFysieke MaturiteitDe Dag Des OordeelsEngelen Die Gods Werk DoenDe Tempel In De HemelEngelenactiviteiten In De Eindtijd

Public domain