38 Bible Verses about Het Weer

Meest relevante verzen

Matthew 16:3

En des morgens: Heden onweder; want de hemel is droevig rood. Gij geveinsden! het aanschijn des hemels weet gij wel te onderscheiden, en kunt gij de tekenen der tijden niet onderscheiden?

Luke 12:56

Gij geveinsden, het aanschijn der aarde en des hemels weet gij te beproeven; en hoe beproeft gij dezen tijd niet?

Luke 12:57

En waarom oordeelt gij ook van uzelven niet, hetgeen recht is?

Matthew 16:2

Maar Hij antwoordde, en zeide tot hen: Als het avond geworden is, zegt gij: Schoon weder; want de hemel is rood;

Job 37:6

Want Hij zegt tot de sneeuw: Wees op de aarde; en tot den plasregens des regens; dan is er de plasregen Zijner sterke regenen.

Ecclesiastes 11:4

Wie op den wind acht geeft, die zal niet zaaien, en wie op de wolken ziet, die zal niet maaien.

Luke 12:54

En Hij zeide ook tot de scharen: Wanneer gij een wolk ziet opgaan van het westen, terstond zegt gijlieden: Er komt regen; en het geschiedt alzo.

Job 37:22

Als van het noorden het goud komt; maar bij God is een vreselijke majesteit!

Revelation 11:6

Dezen hebben macht den hemel te sluiten, opdat geen regen regene in de dagen hunner profetering; en zij hebben macht over de wateren, om die in bloed te verkeren, en de aarde te slaan met allerlei plage, zo menigmaal als zij zullen willen;

2 Corinthians 12:2

Ik ken een mens in Christus, voor veertien jaren (of het geschied zij in het lichaam, weet ik niet, of buiten het lichaam, weet ik niet, God weet het), dat de zodanige opgetrokken is geweest tot in den derden hemel;

Psalm 148:8

Vuur en hagel, sneeuw en damp; gij stormwind, die Zijn woord doet!

Romans 14:8

Want hetzij dat wij leven, wij leven den Heere; hetzij dat wij sterven, wij sterven den Heere. Hetzij dan dat wij leven, hetzij dat wij sterven, wij zijn des Heeren.

2 Corinthians 12:3

En ik ken een zodanig mens (of het in het lichaam, of buiten het lichaam geschied zij, weet ik niet, God weet het),

Philippians 1:18

Wat dan? Nochtans wordt Christus op allerlei wijze, hetzij onder een deksel, hetzij in der waarheid, verkondigd; en daarin verblijd ik mij, ja, ik zal mij ook verblijden.

Psalm 107:29

Hij doet de storm stilstaan, zodat hun golven stilzwijgen.

Job 37:13

Hetzij dat Hij die tot een roede, of tot Zijn land, of tot weldadigheid beschikt.

Matthew 18:20

Want waar twee of drie vergaderd zijn in Mijn Naam, daar ben Ik in het midden van hen.

Philippians 1:15

Sommigen prediken ook wel Christus door nijd en twist, maar sommigen ook door goedwilligheid.

Colossians 3:17

En al wat gij doet met woorden of met werken, doet het alles in de Naam van de Heere Jezus, dankende God en de Vader door Hem.

Psalm 37:2

Want als gras zullen zij haast worden afgesneden, en als de groene grasscheutjes zullen zij afvallen.

Job 37:7

Dan zegelt Hij de hand van ieder mens toe, opdat Hij kenne al de lieden Zijns werks.

Luke 21:11

En er zullen grote aardbevingen wezen in verscheidene plaatsen, en hongersnoden, en pestilentien; er zullen ook schrikkelijke dingen, en grote tekenen van den hemel geschieden.

Revelation 7:1

En na dezen zag ik vier engelen staan op de vier hoeken der aarde, houdende de vier winden der aarde, opdat geen wind zou waaien op de aarde, noch op de zee, noch tegen enigen boom.

Matthew 24:8

Doch al die dingen zijn maar een beginsel der smarten.

Job 37:12

Die keert zich dan naar Zijn wijzen raad door ommegangen, dat zij doen al wat Hij ze gebiedt, op het vlakke der wereld, op de aarde.

2 Corinthians 11:27

In arbeid en moeite, in waken menigmaal, in honger en dorst, in vasten menigmaal, in koude en naaktheid.

Matthew 8:27

En de mensen verwonderden zich, zeggende: Hoedanig een is Deze, dat ook de winden en de zee Hem gehoorzaam zijn!

1 Corinthians 10:31

Hetzij dan dat gijlieden eet, hetzij dat gij drinkt, hetzij dat gij iets anders doet, doet het al ter ere Gods.

Revelation 16:9

En de mensen werden verhit met grote hitte, en lasterden den Naam Gods, Die macht heeft over deze plagen; en zij bekeerden zich niet, om Hem heerlijkheid te geven.

Job 38:22

Zijt gij gekomen tot de schatkameren der sneeuw, en hebt gij de schatkameren des hagels gezien?

Psalm 68:9

Gij hebt zeer milden regen doen druipen, o God! en Gij hebt Uw erfenis gesterkt, als zij mat was geworden.

Proverbs 25:20

Die liederen zingt bij een treurig hart, is gelijk hij, die een kleed aflegt ten dage der koude, en edik op salpeter.

Matthew 6:19

Vergadert u geen schatten op de aarde, waar ze de mot en de roest verderft, en waar de dieven doorgraven en stelen;

Isaiah 40:8

Het gras verdort, de bloem valt af; maar het Woord onzes Gods bestaat in der eeuwigheid.

Topics on Het Weer

Knowing Jesus Everyday

Never miss a post

Public domain