77 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Optrekken' in de Bijbel

En laat ons ons opmaken, en optrekken naar Beth-El; en ik zal daar een altaar maken dien God, Die mij antwoordt ten dage mijner benauwdheid, en met mij geweest is op den weg, die ik gewandeld heb.

VersbegrippenNoodGod BeantwoordtGod Was Met JouGod Met Specifieke Mensen

Nu dan, laat toch uw knecht voor dezen jongeling slaaf van mijn heer blijven, en laat den jongeling met zijn broederen optrekken!

VersbegrippenPlaatsvervangingHalfbroers

Want hoe zoude ik optrekken tot mijn vader, indien de jongeling niet met mij was, opdat ik den jammer niet zie, welke mijn vader overkomen zou.

VersbegrippenNiet Met Mensen

Ik zal met u aftrekken naar Egypte en Ik zal u doen weder optrekken, mede optrekkende; en Jozef zal zijn hand op uw ogen leggen.

VersbegrippenVoorbereiding Voor BegrafenisHandoplegging Voor GenezingGod Zal Met Jou ZijnGod Haalt Israël Uit EgypteEfficiëntie

Daarna zeide Jozef tot zijn broederen, en tot zijns vaders huis: Ik zal optrekken en Farao boodschappen, en tot hem zeggen: Mijn broeders en het huis mijns vaders, die in het land Kanaan waren, zijn tot mij gekomen.

VersbegrippenVertellen Over Bewegingen

Mijn vader heeft mij doen zweren, zeggende: Zie, ik sterf; in mijn graf, dat ik mij in het land Kanaan gegraven heb, daar zult gij mij begraven! Nu dan, laat mij toch optrekken, dat ik mijn vader begrave, dan zal ik wederkomen.

VersbegrippenNabijheid Van De DoodDood Komt BinnenkortDe Grot Van Machpela

En Jozef zeide tot zijn broederen: Ik sterf; maar God zal u gewisselijk bezoeken, en Hij zal u doen optrekken uit dit land, in het land, hetwelk hij aan Abraham, Izak en Jakob gezworen heeft.

VersbegrippenDe Basis Van ZekerheidEigendom, LandHet Beloofde LandGod Die BezoektNabijheid Van De DoodDood Komt BinnenkortNaderende Dood

Toen nu het volk aldaar dorstte naar water, zo murmureerde het volk tegen Mozes, en het zeide: Waartoe hebt gij ons nu uit Egypte doen optrekken, opdat gij mij, en mijn kinderen, en mijn vee, van dorst deed sterven?

VersbegrippenKritiek Over GelovigenFoutenKlachtenReacties Op WonderenWrok Tegenover GodZelfmedelijdenWaterOntevredenheidMopperen Tegen MensenKlagen

Naar het land, dat van melk en honig is vloeiende; want Ik zal in het midden van u niet optrekken; want gij zijt een hardnekkig volk; dat Ik u op dezen weg niet vertere.

VersbegrippenVoedselDe Gevolgen Van KoppigheidTent Van OntmoetingObsceniteit Tegen GodGod Zou Zijn Volk Kunnen DodenMelk En HoningRijk Voedsel

En de HEERE had tot Mozes gezegd: Zeg tot de kinderen Israels: Gij zijt een hardnekkig volk; in een ogenblik zou Ik in het midden van ulieden optrekken, en zou u vernielen; doch nu, legt uw sieraad van u af, en Ik zal weten, wat Ik u doen zal.

VersbegrippenNekKarakter Van Het KwaadCosmeticaMensen Die StrippenGod Zou Zijn Volk Kunnen DodenJuwelen

Toen zeide hij tot Hem: Indien Uw aangezicht niet medegaan zal, doe ons van hier niet optrekken!

VersbegrippenGod Gaat Met JouGod Die Met Ons IsDe Aanwezigheid Van God

Want Ik ben de HEERE, Die u uit Egypteland doe optrekken, opdat Ik u tot een God zij, en opdat gij heilig zijt, dewijl Ik heilig ben.

VersbegrippenHandelingen Van Vrijheid In OTBeweringenIk Ben De HeerWees Heilig Want Ik Ben Heilig!Ik Zal Hun God ZijnGod Haalt Israël Uit Egypte

En als de tabernakel zal optrekken, de Levieten zullen denzelven afnemen; en wanneer de tabernakel zich legeren zal, zullen de Levieten denzelven oprichten; en de vreemde, die daarbij komt, zal gedood worden.

VersbegrippenToegang Tot God In Het Oude TestamentOnbekendenUitsluitingHet Tabernakel MakenDood Door De Aanwezigheid Van GodGevaar Als God Nabij IsNaderende DoodNaar Een Nieuwe Plek Gaan

Al de getelden des legers van Juda waren honderd zes en tachtig duizend en vierhonderd, naar hun heiren. Zij zullen vooraan optrekken.

VersbegrippenEerst ZijnHonderdduizend En MeerEerste Om Te Vechten

Al de getelden in het leger van Ruben waren honderd een en vijftig duizend vierhonderd en vijftig; naar hun heiren. En zij zullen de tweede optrekken.

VersbegrippenHonderdduizend En MeerTweede DingDood Van Andere Groepen

Daarna zal de tent der samenkomst optrekken, met het leger der Levieten, in het midden van de legers; gelijk als zij zich legeren zullen, alzo zullen zij optrekken, een iegelijk aan zijn plaats, naar hun banieren.

VersbegrippenKamp Van IsraëlLevietenHet Midden

Al de getelden in het leger van Efraim waren honderd acht duizend en eenhonderd, naar hun heiren. En zij zullen de derde optrekken.

VersbegrippenHonderdduizend En MeerDerde Persoon

Al de getelden in het leger van Dan waren honderd zeven en vijftig duizend en zeshonderd. In het achterste zullen zij optrekken, naar hun banieren.

VersbegrippenHonderdduizend En MeerDe Laatsten

In het optrekken des legers, zo zullen Aaron en zijn zonen komen, en den voorhang des deksels afnemen, en zullen daarmede de ark der getuigenis bedekken.

VersbegrippenDe Functie Van Priesters In De Tijd Van OTUitzetten

Als nu Aaron en zijn zonen, het dekken van het heiligdom, en van alle gereedschap des heiligdoms, in het optrekken des legers, zullen voleind hebben, zo zullen daarna de zonen van Kahath komen om te dragen; maar zij zullen dat heilige niet aanroeren, dat zij niet sterven. Dit is de last der zonen van Kahath, in de tent der samenkomst.

VersbegrippenHeiligheid, Wereldlijke ScheidingAanrakingHeilige Dingen DragenDood Door De Aanwezigheid Van GodNiet Aanraken

Als gij met een gebroken geklank blazen zult, dan zullen de legers, die tegen het oosten gelegerd zijn, optrekken.

VersbegrippenUitzetten

Maar als gij ten tweeden male met een gebroken klank blazen zult, zullen de legers, die tegen het zuiden legeren, optrekken; met een gebroken klank zullen zij blazen tot hun optochten.

VersbegrippenZuidenZaken Twee Keer DoenUitzetten

Het geschiedde nu in het optrekken van de ark, dat Mozes zeide: Sta op, HEERE! en laat Uw vijanden verstrooid worden, en Uw haters van Uw aangezicht vlieden!

VersbegrippenVijanden Van Israël En JudaDe Mensen VerspreidenDe Rondreizende ArkGod Staat OpVluchten Van GodGod HatenGod Overwint

Toen stilde Kaleb het volk voor Mozes, en zeide: Laat ons vrijmoedig optrekken, en dat erfelijk bezitten; want wij zullen dat voorzeker overweldigen!

VersbegrippenDe Aard Van GeloofAarzelingMannelijkheidMensen OverwinnenOverwinnenHindernissen OverwinnenVerkennen

Maar de mannen, die met hem opgetrokken waren, zeiden: Wij zullen tot dat volk niet kunnen optrekken, want het is sterker dan wij.

VersbegrippenGevolgen Van TwijfelVoorbeelden Van Slechte BeslissingenSterke NatiesOnmogelijk Uit Te Drijven

En Mozes zeide tot den HEERE: Zo zullen het de Egyptenaars horen; want Gij hebt door Uw kracht dit volk uit het midden van hen doen optrekken;

VersbegrippenGod Haalt Israël Uit Egypte

En zij stonden des morgens vroeg op, en klommen op de hoogte des bergs, zeggende: Ziet, hier zijn wij, en wij zullen optrekken tot de plaats, die de HEERE gezegd heeft; want wij hebben gezondigd!

VersbegrippenVeroordeling Niet Leidend Tot BekeringVroeg OpstaanZij Die Vroeg Opstonden

En waarom hebt gijlieden ons doen optrekken uit Egypte, om ons te brengen in deze kwade plaats? Het is geen plaats van zaad, noch van vijgen, noch van wijnstokken, noch van granaatappelen; ook is er geen water om te drinken.

VersbegrippenFruitVijgenboomBlaamGranaatappelsSamenkomen Aan De IngangIsraël uit Egypte halenGeen Water Voor MensenAnderen Die Israël Uit Egypte Halen

Toen zeiden de kinderen Israels tot hem: Wij zullen door den gebaanden weg optrekken, en indien wij van uw water drinken, ik en mijn vee, zo zal ik deszelfs prijs daarvoor geven; ik zal alleenlijk, zonder iets anders, te voet doortrekken.

VersbegrippenSnelwegMan Die Water SchenktBetalen Voor Goederen

En het volk sprak tegen God en tegen Mozes: Waarom hebt gijlieden ons doen optrekken uit Egypte, opdat wij sterven zouden in de woestijn? Want hier is geen brood, ook geen water, en onze ziel walgt over dit zeer lichte brood.

VersbegrippenFoutenBlaamKlachtenSterven In De WildernisMogelijke DoodGeen VoedselIsraël uit Egypte halenGeen Water Voor MensenAnderen Die Israël Uit Egypte HalenWaarom Doe Je Dit?Klagen

Toen naderdet gij allen tot mij, en zeidet: Laat ons mannen voor ons aangezicht heenzenden, die ons het land uitspeuren, en ons bescheid wederbrengen, wat weg wij daarin optrekken zullen, en tot wat steden wij komen zullen.

VersbegrippenSpionnen

Doch gij wildet niet optrekken; maar gij waart den mond des HEEREN uws Gods, wederspannig.

VersbegrippenHoudingen Van RebellieOpstand Van IsraëlOnwillige MensenOpstand Tegen GodOvergave

Waarheen zouden wij optrekken? Onze broeders hebben ons hart doen smelten, zeggende: Het is een volk, groter en langer dan wij; de steden zijn groot, en gesterkt tot in de hemel toe; ook hebben wij daar kinderen der Enakieten gezien.

VersbegrippenVersterkingenVersterkte StedenOverdrijvingenStadGevolgen Van TwijfelOntmoedigingMenselijk HartGrootsheidPessimismeLuchtMenselijke EmotieOvergevoelig ZijnReuzenDe Moed VerliezenWaarheen?Lucht, Figuurlijk Gebruik

Toen antwoorddet gij, en zeidet tot mij: Wij hebben tegen den HEERE gezondigd; wij zullen optrekken, en strijden, naar alles, wat de HEERE, onze God, ons geboden heeft. Als gij nu een iegelijk zijn krijgsgereedschap aangorddet, en willens waart, om naar het gebergte henen op te trekken,

VersbegrippenOnderschattingMakkelijk Voor MensenWe Hebben Gezondigd

Daarna keerden zij weder naar Jozua, en zeiden tot hem: Dat het ganse volk niet optrekke, dat er omtrent twee duizend mannen, of omtrent drie duizend mannen optrekken, om Ai te slaan; vermoei daarheen al het volk niet; want zij zijn weinige.

VersbegrippenTweeduizendDrieduizend En MeerOnderschatting

En het geschiedde na den dood van Jozua, dat de kinderen Israels den HEERE vraagden, zeggende: Wie zal onder ons het eerst optrekken naar de Kanaanieten, om tegen hen te krijgen?

VersbegrippenEerste Om Te VechtenVijanden Bevechten

En de HEERE zeide: Juda zal optrekken; ziet, Ik heb dat land in zijn hand gegeven.

VersbegrippenMensen Van JudaZij Die God In Hun Handen Heeft Gegeven

Toen zeide Juda tot zijn broeder Simeon: Trek met mij op in mijn lot, en laat ons tegen de Kanaanieten krijgen, zo zal ik ook met u optrekken in uw lot. Alzo toog Simeon op met hem.

VersbegrippenUitnodigingenSamen VechtenAfnemende Woede

En zij zeiden: Maakt u op, en laat ons tot hen optrekken; want wij hebben dat land bezien, en ziet, het is zeer goed; zoudt gij dan stil zijn? Weest niet lui om te trekken, dat gij henen inkomt, om dat land in erfelijke bezitting te nemen;

En de kinderen Israels maakten zich op, en togen opwaarts ten huize Gods, en vraagden God, en zeiden: Wie zal onder ons vooreerst optrekken ten strijde tegen de kinderen van Benjamin? En de HEERE zeide: Juda vooreerst.

VersbegrippenNavraag Doen Bij GodEerste Om Te VechtenVijanden BevechtenMensen Van Juda

Toen zeiden de lieden van Beth-Semes: Wie zou kunnen bestaan voor het aangezicht van de HEERE, dezen heiligen God? En tot wien van ons zal Hij optrekken?

VersbegrippenZelfverantwoordingZelfgerechtigheid En Het EvangelieVermogen Om Te Weerstaan

Achis nu antwoordde en zeide tot David: Ik weet het; voorwaar, gij zijt aangenaam in mijn ogen, als een engel Gods; maar de oversten der Filistijnen hebben gezegd: Laat hem met ons in dezen strijd niet optrekken.

VersbegrippenDe Engel Van GodZoals Engelen

En het geschiedde daarna, dat David den HEERE vraagde, zeggende: Zal ik optrekken in een der steden van Juda? En de HEERE zeide tot hem: Trek op. En David zeide: Waarheen zal ik optrekken? En Hij zeide: Naar Hebron.

VersbegrippenOntvangen Van Gods AdviesNavraag Doen Bij GodVragenVoorbeelden Van Gods BegeleidingGebed Als Vraag Voor GodStammen Van IsraëlBeantwoord Gebed

Ook deed David zijn mannen optrekken, die bij hem waren, een iegelijk met zijn huisgezin; en zij woonden in de steden van Hebron.

Zo vraagde David den HEERE, zeggende: Zal ik optrekken tegen de Filistijnen? Zult Gij ze in mijn hand geven? En de HEERE zeide tot David: Trek op, want Ik zal de Filistijnen zekerlijk in uw hand geven.

VersbegrippenNavraag Doen Bij GodGoddelijke RichtingDe Naties AangevallenDoor Iemand Bij De Hand Genomen WordenRichting

En David vraagde den HEERE, Dewelke zeide: Gij zult niet optrekken; maar trek om tot achter hen, dat gij aan hen komt van tegenover de moerbezienbomen;

VersbegrippenNavraag Doen Bij GodBomenVallen

Maar Barzillai zeide tot den koning: Hoe veel zullen de dagen der jaren mijns levens zijn, dat ik met den koning zou optrekken naar Jeruzalem?

Dan zult gij achter hem optrekken, en hij zal komen, en zal op mijn troon zitten, en hij zal koning zijn in mijn plaats; want ik heb geboden, dat hij een voorganger zou zijn over Israel en over Juda.

VersbegrippenStammen Van IsraëlKoningen Van Heel Israël Of Juda

Zo zegt de HEERE: Gij zult niet optrekken, noch strijden tegen uw broederen, de kinderen Israels; een ieder kere weder tot zijn huis, want deze zaak is van Mij geschied. En zij hoorden het woord des HEEREN, en keerden weder, om weg te trekken naar het woord des HEEREN.

VersbegrippenAard Van OorlogLiefde Tussen FamilieledenAandacht Aan God BestedenElkaar Bevechten

Toen trad die profeet tot den koning van Israel, en zeide tot hem: Ga heen, sterk u; en bemerk, en zie, wat gij doen zult; want met de wederkomst des jaars zal de koning van Syrie tegen u optrekken.

VersbegrippenVoorspelling, Methodes In OTVoorspellenKracht Van MensenAnonieme Profeten Van De HeerWees Sterk!Tijd Van Het JaarSyrië

En hij zeide: Door welken weg zullen wij optrekken? Hij dan zeide: Door den weg der woestijn van Edom.

VersbegrippenWoestijen, Specifiek

Toen vraagde David God, zeggende: Zal ik optrekken tegen de Filistijnen, en zult Gij hen in mijn hand geven? En de HEERE zeide tot hem: Trek op, want Ik zal hen in uw hand geven.

VersbegrippenNavraag Doen Bij God

En David vraagde God nog eens; en God zeide tot hem: Gij zult niet optrekken achter hen heen; maar omsingel hen van boven, en kom tot hen tegenover de moerbezienbomen.

VersbegrippenNavraag Doen Bij God

Zo zegt de HEERE: Gij zult niet optrekken, noch strijden tegen uw broederen; een ieder kere weder tot zijn huis, want deze zaak is van Mij geschied. En zij hoorden de woorden des HEEREN, en zij keerden weder van tegen Jerobeam te trekken.

Zo kwamen zij aan tot Zerubbabel, en tot de hoofden der vaderen, en zeiden tot hen: Laat ons met ulieden bouwen, want wij zullen uw God zoeken, gelijk gijlieden ook hebben wij Hem geofferd sinds de dagen van Esar-Haddon, den koning van Assur, die ons herwaarts heeft doen optrekken.

VersbegrippenSamaritanenVerbannen VreemdelingenTijden Van Mensen

Laat ons optrekken tegen Juda, en het verdriet aandoen, en het onder ons delen, en den zoon van Tabeal koning maken in het midden van hen.

VersbegrippenAfscheuringenKoningen MakenLastig Vallen

Heiligt den krijg tegen haar, maakt u op, en laat ons optrekken op den middag; o, wee ons! want de dag heeft zich gewend, want de avondschaduwen neigen zich.

VersbegrippenMiddagSchaduwenZonsondergangVoorspelde Aanvallen Op Jeruzalem

Egypte trekt op als een stroom, en zijn wateren bewegen zich als de rivieren; en hij zegt: Ik zal optrekken, ik zal de aarde bedekken, ik zal de stad, en die daarin wonen, verderven.

VersbegrippenZoals Een Zondvloed

Maar Ik zal haken in uw kaken doen, en den vis uwer rivieren aan uw schubben doen kleven; en Ik zal u uit het midden uwer rivieren optrekken, en al de vis uwer rivieren zal aan uw schubben kleven.

VersbegrippenDingen Die Samen ZittenGod Verheft De Mens

Alzo zegt de Heere HEERE: Ik zal daarom Mijn net over u uitspreiden door een vergadering van vele volken; die zullen u optrekken in Mijn garen.

VersbegrippenNettenGod Verheft De MensGod Die Verstrikt

Dan zult gij optrekken, gij zult aankomen als een onstuimige verwoesting, gij zult zijn als een wolk, om het land te bedekken; gij en al uw benden, en vele volken met u.

VersbegrippenStormenDe Aarde BedekkenHaar KrachtDe Stormen Van Het Leven

En zult zeggen: Ik zal optrekken naar dat dorpland, ik zal komen tot degenen, die in rust zijn, die zeker wonen, die altemaal wonen zonder muur, en grendel noch deuren hebben.

VersbegrippenVersterkingenDorpenOmmuurde StedenOnbewaaktEzechiël Invasie

En gij zult optrekken tegen Mijn volk Israel, als een wolk, om het land te bedekken; in het laatste der dagen zal het geschieden; dan zal Ik u aanbrengen tegen Mijn land, opdat de heidenen Mij kennen, als Ik aan u, o Gog! voor hun ogen zal geheiligd worden.

VersbegrippenMissie Van IsraëlEinde Van De WereldDe Aarde BedekkenNaties die Israël aanvallen

En Ik zal u omwenden, en een zeshaak in u slaan, en u optrekken uit de zijden van het noorden, en Ik zal u brengen op de bergen Israels.

VersbegrippenVanuit Het NoordenAnderen Doen AfwendenDe Bergen Van Israël

En na de vereniging met hem zal hij bedrog plegen, en hij zal optrekken, en hij zal met weinig volks gesterkt worden.

VersbegrippenMannen Die MisleidenEnkele Mensen

En de kinderen van Juda, en de kinderen Israels zullen samenvergaderd worden, en zich een enig hoofd stellen, en uit het land optrekken; want de dag van Jizreel zal groot zijn. [ (Hosea 1:12) Zegt tot uw broederen: Ammi, en tot uw zusteren: Ruchama. ]

VersbegrippenVerenigde NatiesEnkel 1 PersoonAndere TijdenHereniging

Roept dit uit onder de heidenen, heiligt een krijg; wekt de helden op, laat naderen, laat optrekken alle krijgslieden.

VersbegrippenEnergieKlaar Voor De OorlogVoorbereidingOorlogStrijdHelden

De heidenen zullen zich opmaken, en optrekken naar het dal van Josafat; maar aldaar zal Ik zitten, om te richten alle heidenen van rondom.

VersbegrippenGod Als RechterHet HofZittenEnergieOntwaken

De Heere HEERE heeft gezworen bij Zijn heiligheid, dat er, ziet, dagen over ulieden zullen komen, dat men u zal optrekken met haken, en uw nakomelingen met visangelen.

VersbegrippenNeuzen

De doorbreker zal voor hun aangezicht optrekken; zij zullen doorbreken, en door de poort gaan, en door dezelve uittrekken; en hun koning zal voor hun aangezicht henengaan; en de HEERE in hun spits.

VersbegrippenStormrammenReizen Met GodNamen En Titels Voor ChristusDe Daad Van OpenenOpenen Naar AnderenHindernissenVoorbeelden Van LeiderschapBreukDe Ketenen VerbrekenBeperkingen

Als ik het hoorde, zo werd mijn buik beroerd; voor de stem hebben mijn lippen gebeefd; verrotting kwam in mijn gebeente, en ik werd beroerd in mijn plaats. Zekerlijk, ik zal rusten ten dage der benauwdheid, als hij optrekken zal tegen het volk, dat hij het met benden aanvalle.

VersbegrippenMenselijk HartBenenLippenWachtenMensen Die RottenIndividuen Die BevenBenenGeluidMensen Die WachtenNaties die Israël aanvallenKanker GenezenNatuurlijke Rampen

En het zal geschieden, dat al de overgeblevenen van alle heidenen, die tegen Jeruzalem zullen gekomen zijn, die zullen van jaar tot jaar optrekken om aan te bidden den Koning, den HEERE der heirscharen, en om te vieren het feest der loofhutten.

VersbegrippenFeestenMissie Van IsraëlDeelname In ChristusEenheid Is Het Doel Van GodZion Als Een SymboolVieringenOverlevenden Van NatiesElk JaarVieringJeruzalemVieren

En het zal geschieden, zo wie van de geslachten der aarde niet zal optrekken naar Jeruzalem, om den Koning, den HEERE der heirscharen, te aanbidden, zo zal er over henlieden geen regen wezen.

VersbegrippenKlimmenGebrek Aan RegenFamiliesGod AanbiddenVieringNaar De Kerk GaanZaad Op De Grond VerspillenJeruzalemHerenigingVieren

En indien het geslacht der Egyptenaren, over dewelke de. regen niet is, niet zal optrekken noch komen, zo zal die plage over hen zijn, met dewelke de HEERE die heidenen plagen zal, die niet optrekken zullen, om te vieren het feest der loofhutten.

VersbegrippenGebrek Aan Regen

Dit zal de zonde der Egyptenaren zijn, mitsgaders de zonde aller heidenen, die niet optrekken zullen, om te vieren het feest der loofhutten.

VersbegrippenVieren

Hetwelk, wanneer het vol geworden is, de vissers aan den oever optrekken, en nederzittende, lezen het goede uit in hun vaten, maar het kwade werpen zij weg.

VersbegrippenGebruik Van MandenBeroepenWeggooienOngelovigen Beschreven AlsStrandenVolheid Van Het KoninkrijkDingen TrekkenMensen Die NeerzittenOnderscheidendGoed Of SlechtVis

Public domain