64 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Schip' in de Bijbel

De weg eens arends in den hemel; de weg ener slang op een rotssteen; de weg van een schip in het hart der zee; en de weg eens mans bij een maagd.

VersbegrippenWegen Van De MensLuchtSlangenLuchtArendenRelatie Tussen Mannen En VrouwenHet Gebruikelijke UitvoerenLiefde VindenMan En VrouwVliegenBewegingTienerStijgenMaagdelijkheid

Maar de HEERE zal aldaar bij ons heerlijk zijn, het zal zijn een plaats van rivieren, van wijde stromen; geen roeischuit zal daar doorvaren, en geen treffelijk schip zal daar overvaren.

VersbegrippenBreedteSchepenZeilen

Maar Jona maakte zich op om te vluchten naar Tarsis, van het aangezicht des HEEREN; en hij kwam af te Jafo, en vond een schip, gaande naar Tarsis, en hij gaf de vracht daarvan, en ging neder in hetzelve, om met henlieden te gaan naar Tarsis, van het aan gezicht des HEEREN.

VersbegrippenOntsnappenBotenMenselijke VertragingDe Zee BevarenHavensSchepenDe MarineHandelZeereizenVluchten Van GodRichtingZeilenJona

Maar de HEERE wierp een groten wind op de zee; en er werd een grote storm in de zee, zodat het schip dacht te breken.

VersbegrippenStormenGods Heerschap Over Het WeerWindGod Verstrekt WindGebroken DingenOrkanenZeilenJonaGod Controleert Stormen

Toen vreesden de zeelieden, en riepen een iegelijk tot zijn god, en wierpen de vaten, die in het schip waren, in de zee, om het van dezelve te verlichten; maar Jona was nedergegaan aan de zijden van het schip, en lag neder, en was met een diepen slaap bevangen.

VersbegrippenMariniersOorzaken Van DepressieAngst Veroorzaakt DoorHandelswaarOpgewektheidAngst Voor Andere DingenVerkeerd BiddenZijn Eigen Goden DienenZenuwachtigheidZeilenJona

Maar de mannen roeiden, om het schip weder te brengen aan het droge, doch zij konden niet; want de zee werd hoe langer hoe onstuimiger tegen hen.

VersbegrippenVoortbewegingRoeienJona

En Hij, van daar voortgegaan zijnde, zag twee andere broeders, namelijk Jakobus, den zoon van Zebedeus, en Johannes, zijn broeder, in het schip met hun vader Zebedeus, hun netten vermakende, en heeft hen geroepen.

VersbegrippenDe Aard Van DiscipelschapNettenHerstellenTwee DiscipelenBotenVissenHerstellenChristus Die Oproept

Zij dan, terstond verlatende het schip en hun vader, zijn Hem nagevolgd.

VersbegrippenVerbintenis Tot Jezus ChristusDe Aard Van Discipelschap

En als Hij in het schip gegaan was, zijn Hem Zijn discipelen gevolgd.

VersbegrippenJezus Christus VolgenBoten

En ziet, er ontstond een grote onstuimigheid in de zee, alzo dat het schip van de golven bedekt werd; doch Hij sliep.

VersbegrippenLichaam Van Christus, Fysiek LichaamFysieke SlaapStormenMoeheidOverstroomdMeren

En in het schip gegaan zijnde, voer Hij over en kwam in Zijn stad. En ziet, zij brachten tot Hem een geraakte, op een bed liggende.

VersbegrippenDe Zee BevarenBotenOversteek Naar De Andere Zijde

En tot Hem vergaderden vele scharen, zodat Hij in een schip ging en nederzat, en al de schare stond op den oever.

VersbegrippenMassa'sMenigtesBotenPopulariteitZittenPopulariteit Van ChristusStrandenZitten Om Te OnderwijzenSamenkomst

En terstond dwong Jezus Zijn discipelen in het schip te gaan, en voor Hem af te varen naar de andere zijde, terwijl Hij de scharen van Zich zou laten.

VersbegrippenMenigtesMenigtes VermedenBotenMensen Die VoorgingenOversteek Naar De Andere ZijdeBewegingen Van DiscipelenMeren

En het schip was nu midden in de zee, zijnde in nood van de baren; want de wind was hun tegen.

VersbegrippenWindVer Van HierDe Woelige ZeeMeren

En Hij zeide: Kom. En Petrus klom neder van het schip, en wandelde op het water, om tot Jezus te komen.

VersbegrippenMetafysicaDe Wonderen Van ChristusOver Water WandelenTot Christus Komen

En de scharen van Zich gelaten hebbende, ging Hij in het schip, en kwam in de landpalen van Magdala.

VersbegrippenDe Zee BevarenMenigtes VermedenBotenChristus Die Mensen Verdrijft

En van daar een weinig voortgegaan zijnde, zag Hij Jakobus, den zoon van Zebedeus, en Johannes, zijn broeder, en dezelven in het schip hun netten vermakende.

VersbegrippenNettenHerstellenBotenHerstellen

En terstond riep Hij hen; en zij, latende hun vader Zebedeus in het schip, met de huurlingen, zijn Hem nagevolgd.

VersbegrippenVerbintenis Tot Jezus ChristusDe Aard Van DiscipelschapMenselijke VertragingHurenBotenDienaren Van De MensChristus Die Oproept

En Hij begon wederom te leren omtrent de zee; en er vergaderde een grote schare bij Hem, alzo dat Hij, in het schip gegaan zijnde, nederzat op de zee; en de gehele schare was op het land aan de zee.

VersbegrippenMenigtesGrootsheidBotenZitten Om Te OnderwijzenChristus Die OnderwijstMeren

En zij, de schare gelaten hebbende, namen Hem mede, gelijk Hij in het schip was; en er waren nog andere scheepjes met Hem.

VersbegrippenMenigtesMenigtes VermedenBoten

En er werd een grote storm van wind, en de baren sloegen over in het schip, alzo dat het nu vol werd.

VersbegrippenStormenBotenOverstroomd

En zo Hij uit het schip gegaan was, terstond ontmoette Hem, uit de graven, een mens met een onreinen geest;

VersbegrippenBegraafplaatsBotenZij Die Gedemoniseerd ZijnSpieren

En als Hij in het schip ging, bad Hem degene, die bezeten was geweest, dat hij met Hem mocht zijn.

VersbegrippenBotenChristus Met Mensen Op AardeZij Die Gedemoniseerd Zijn

En als Jezus wederom in het schip overgevaren was aan de andere zijde, vergaderde een grote schare bij Hem; en Hij was bij de zee.

VersbegrippenMenigtesHet Aantrekkelijke Van ChristusMenigtes Rondom JezusBotenOversteek Naar De Andere ZijdeMeren

En zij vertrokken in een schip, naar een woeste plaats, alleen.

VersbegrippenBotenEenzaamheid

En terstond dwong Hij Zijn discipelen in het schip te gaan, en voor henen te varen aan de andere zijde tegen over Bethsaida, terwijl Hij de schare van Zich zou laten.

VersbegrippenMenigtesMenigtes VermedenBotenOversteek Naar De Andere ZijdeBewegingen Van Discipelen

En als het nu avond was geworden, zo was het schip in het midden van de zee, en Hij was alleen op het land.

VersbegrippenGeheim GebedAfgezonderde PersonenBotenAvonden Voor Jezus En Zijn DiscipelenIn Het Hart Van De ZeeMeren

En Hij zag, dat zij zich zeer pijnigden, om het schip voort te krijgen; want de wind was hun tegen; en omtrent de vierde wake des nachts, kwam Hij tot hen, wandelende op de zee, en wilde hen voorbijgaan.

VersbegrippenNachtPasserenChristus' Kennis Van De GelovigenRoeienLastig Vallen

En Hij klom tot hen in het schip, en de wind stilde; en zij ontzetten zich bovenmate zeer in zichzelven, en waren verwonderd.

VersbegrippenVerwondering over Christus' MirakelenBeëindigingBotenDingen Die Stoppen

En als zij uit het schip gegaan waren, terstond werden zij Hem kennende.

VersbegrippenMensen Herkennen

En terstond in het schip gegaan zijnde met Zijn discipelen, is Hij gekomen in de delen van Dalmanutha.

VersbegrippenMenigtes VermedenBotenBewegingen Van Discipelen

En Hij verliet hen, en wederom in het schip gegaan zijnde, voer Hij weg naar de andere zijde.

VersbegrippenBotenOversteek Naar De Andere Zijde

En Zijn discipelen hadden vergeten brood mede te nemen, en hadden niet dan een brood met zich in het schip.

VersbegrippenOntredderingDingen VergetenGeen VoedselEen Materiële ZaakHet Punt Missen

En Hij ging in een van die schepen, hetwelk van Simon was, en bad hem, dat hij een weinig van het land afstak; en nederzittende, leerde Hij de scharen uit het schip.

VersbegrippenBotenJezus Als Onze LeraarZitten Om Te OnderwijzenChristus Die OnderwijstBehoren

En zij wenkten hun medegenoten, die in het andere schip waren, dat zij hen zouden komen helpen. En zij kwamen, en vulden beide de schepen, zodat zij bijna zonken.

VersbegrippenZinkenHelpende TroepenVennootschap

En het geschiedde in een van die dagen, dat Hij in een schip ging, en Zijn discipelen met Hem; en Hij zeide tot hen: Laat ons overvaren aan de andere zijde van het meer. En zij staken af.

VersbegrippenBotenOversteek Naar De Andere ZijdeHet KruisDiscipelschapZeilenMeren

En de gehele menigte van het omliggende land der Gadarenen baden Hem, dat Hij van hen wegging; want zij waren met grote vreze bevangen. En Hij, in het schip gegaan zijnde, keerde wederom.

VersbegrippenLafheidNederlaagAngst Voor Het OnbekendeBotenAngst Van Christus

En in het schip gegaan zijnde, kwamen zij over de zee naar Kapernaum. En het was alrede duister geworden, en Jezus was tot hen niet gekomen.

VersbegrippenBotenDuisternis Van De NachtOversteek Naar De Andere ZijdeBewegingen Van DiscipelenMeren

En als zij omtrent vijf en twintig of dertig stadien gevaren waren, zagen zij Jezus, wandelende op de zee, en komende bij het schip; en zij werden bevreesd.

VersbegrippenGewichten En Maten, LineairOver Water WandelenVoortbewegingAngst Van ChristusRoeienMeren

Zij hebben dan Hem gewilliglijk in het schip genomen; en terstond kwam het schip aan het land, daar zij naar toe voeren.

VersbegrippenBotenDe Wonderen Van ChristusAstrale ProjectieBestemmingenChristus Verwelkomen

Simon Petrus zeide tot hen: Ik ga vissen. Zij zeiden tot hem: Wij gaan ook met u. Zij gingen uit, en traden terstond in het schip; en in dien nacht vingen zij niets.

VersbegrippenBotenSamengaanNietsVissenDe Hele Nacht ActerenDiscipelschapVisPetrus

En Hij zeide tot hen: Werpt het net aan de rechterzijde van het schip, en gij zult vinden. Zij wierpen het dan, en konden hetzelve niet meer trekken vanwege de menigte der vissen.

VersbegrippenNettenDe Wonderen Van ChristusJuiste KantVis VangenVis

Maar wij, vooruit naar het schip gegaan zijnde, voeren af naar Assus, waar wij Paulus zouden innemen; want hij had het alzo bevolen, en hijzelf zou te voet gaan.

VersbegrippenDe MarineBijzondere ReizenZeereizenMensen Die VoorgingenZeilen

Zeer bedroefd zijnde, allermeest over het woord, dat hij gezegd had, dat zij zijn aangezicht niet meer zien zouden; en zij geleidden hem naar het schip.

VersbegrippenLiefde Voor ElkaarEmotionele Aspecten Van LijdenVerdrietVaarwelsMensen Niet Zien

En een schip gevonden hebbende, dat naar Fenicie overvoer, gingen wij er in en voeren af.

VersbegrippenHandelZeereizenZeilen

En als wij Cyprus in het gezicht gekregen, en dat aan de linker hand gelaten hadden, voeren wij naar Syrie, en kwamen aan te Tyrus; want het schip zoude aldaar den last ontladen.

VersbegrippenZuidenGod Is ImmanentLegenAan De Linkerkant

En als wij elkander gegroet hadden, gingen wij in het schip; maar zijlieden keerden wederom, elk naar het zijne.

VersbegrippenVaarwelsZeereizenAfscheid Nemen

En in een Adramyttenisch schip gegaan zijnde, alzo wij de plaatsen langs Azie bevaren zouden, voeren wij af; en Aristarchus, de Macedonier van Thessalonica, was met ons.

VersbegrippenSchepenDe MarineZeereizen

En de hoofdman, aldaar een schip gevonden hebbende van Alexandrie, dat naar Italie voer, deed ons in hetzelve overgaan.

VersbegrippenDe Stad AlexandriëSchepenZeereizen

En zeide tot hen: Mannen, ik zie, dat de vaart zal geschieden met hinder en grote schade, niet alleen van de lading en van het schip, maar ook van ons leven.

VersbegrippenVerliesWeersvoorspellingMogelijke DoodZeilen

En als het schip daarmede weggerukt werd, en niet kon tegen den wind opzeilen, gaven wij het op, en dreven heen.

VersbegrippenStormenGods Heerschap Over Het WeerConfrontatieVoortbewegingHet Weer Dat Lijden Veroorzaakt

Dewelke opgehaald hebbende, gebruikten zij alle behulpselen, het schip ondergordende; en alzo zij vreesden, dat zij op de droogte Syrtis vervallen zouden, streken zij het zeil, en dreven alzo henen.

VersbegrippenTouwenZandSchepenVoortbewegingDingen Neerzetten

Maar als de scheepslieden zochten uit het schip te vlieden, en de boot nederlieten in de zee, onder den schijn, alsof zij uit het voorschip de ankers zouden uitbrengen,

VersbegrippenAnkersMariniersBotenSlechte DienarenDoen AlsofOntsnappen Aan Het KwaadVooraanDingen NeerzettenKleurZeilen

Zeide Paulus tot den hoofdman en tot de krijgsknechten: Indien dezen in het schip niet blijven, gij kunt niet behouden worden.

VersbegrippenTerplaatse BlijvenZij Die Niet Gered WordenGered WordenZeilenSpringen

Wij waren nu in het schip in alles tweehonderd zes en zeventig zielen.

VersbegrippenTweehonderd En Meer

En als zij met spijze verzadigd waren, lichtten zij het schip, en wierpen het koren uit in de zee.

VersbegrippenOpgewektheidVerlaten Van Zaken

En toen het dag werd, kenden zij het land niet; maar zij merkten een zekeren inham, die een oever had, tegen denwelken zij geraden vonden, zo zij konden, het schip aan te zetten.

VersbegrippenZandZeepaardjesNiet Weten Waar

En als zij de ankers opgehaald hadden, gaven zij het schip aan de zee over, meteen de roerbanden losmakende; en het razeil naar den wind opgehaald hebbende, hielden zij het naar den oever toe.

VersbegrippenAnkersSchepenVerlaten Van ZakenLosmakenZeilen

Maar vervallende op een plaats, die de zee aan beide zijden had, zetten zij het schip daarop; en het voorschip, vastzittende, bleef onbewegelijk, maar het achterschip brak van het geweld der baren.

VersbegrippenBotenZandDe MarineOppervlakkigheidGolvenTerplaatse BlijvenGebroken DingenTwee Andere DingenAchterkant Van DingenVooraan

En de anderen, sommigen op planken, en sommigen op enige stukken van het schip. En alzo is het geschied, dat zij allen behouden aan het land gekomen zijn.

VersbegrippenVeiligheidBorden

En na drie maanden voeren wij af in een schip van Alexandrie, dat in het eiland overwinterd had, hebbende tot een teken, Kastor en Pollux.

VersbegrippenValse GodenSterrenbeeldenSterrenMythologieSchepenDe Stad AlexandriëTweelingenTwee Tot Vier MaandenZeereizenTweelingbroersRelaties En DatingZeilen

Public domain