66 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Simón' in de Bijbel

En de kinderen van Simon nu waren Amnon en Rinna, Ben-hanan en Tilon; en de kinderen van Isei waren Zoheth en Ben-Zoheth.

En Jezus, wandelende aan de zee van Galilea, zag twee broeders, namelijk Simon, gezegd Petrus, en Andreas, zijn broeder, het net in de zee werpende (want zij waren vissers);

VersbegrippenVissenNettenVissersWandelenTwee DiscipelenChristus Die ZietVissenLeren Van JezusVisRelaties OpbouwenMeren

De namen nu der twaalf apostelen zijn deze: de eerste, Simon, gezegd Petrus, en Andreas, zijn broeder; Jakobus, de zoon van Zebedeus, en Johannes, zijn broeder;

VersbegrippenPetrus De ApostelTwaalf DiscipelenDiscipelschapKerstboomWorstelingen In Een RelatieZeloten

Hij zeide: Ja. En toen hij in huis gekomen was, voorkwam hem Jezus, zeggende: Wat dunkt u, Simon! de koningen der aarde, van wie nemen zij tollen of schatting, van hun zonen, of van de vreemden?

VersbegrippenAffirmatieve ActieHuizen BinnengaanJuist DenkenInstemmingWat Doen VreemdelingenBelasting Die Betaald Moet WordenBelastingen

Als nu Jezus te Bethanie was, ten huize van Simon, de melaatse,

En uitgaande, vonden zij een man van Cyrene, met name Simon; deze dwongen zij, dat hij Zijn kruis droeg.

VersbegrippenAchterkantLichamelijke ZwakteHet Kruis DragenUiterlijke DwangHet Kruis

En wandelende bij de Galilese zee, zag Hij Simon en Andreas, zijn broeder, werpende het net in de zee (want zij waren vissers);

VersbegrippenVissersOproep Om Te DienenVissen

En van stonde aan uit de synagoge gegaan zijnde, kwamen zij in het huis van Simon en Andreas, met Jakobus en Johannes.

VersbegrippenPetrus De LeerlingHuizen BinnengaanBuitengaan

En Simon, en die met hem waren, zijn Hem nagevolgd.

VersbegrippenVinden

En Andreas, en Filippus, en Bartholomeus, en Mattheus, en Thomas, en Jakobus, den zoon van Alfeus, en Thaddeus, en Simon Kananites,

VersbegrippenTweelingbroersZeloten

En als Hij te Bethanie was, in het huis van Simon, den melaatse, daar Hij aan tafel zat, kwam een vrouw, hebbende een albasten fles met zalf van onvervalsten nardus, van groten prijs; en de albasten fles gebroken hebbende, goot die op Zijn hoofd.

VersbegrippenGastenHoofdenVoorbeelden Van GastvrijheidMaaltijdenZalvingParfumTafelsAanpak Van GetuigenOntspanningGastvrijheid Tegenover ChristusDozenContainers BrekenEten AfwijzenItems In SteenDuurHet Ontvangen Van Jezus Als Een Gast

En Hij kwam, en vond hen slapende, en zeide tot Petrus: Simon, slaapt gij? Kunt gij niet een uur waken?

VersbegrippenUurZonder GebedFysieke SlaapOnbetrouwbaarheid1 Uur

En zij dwongen een Simon van Cyrene, die daar voorbijging, komende van den akker, den vader van Alexander en Rufus, dat hij Zijn kruis droeg.

VersbegrippenAchterkantHet PlattelandHet Kruis DragenUiterlijke DwangHet Kruis

En Jezus, opgestaan zijnde uit de synagoge, ging in het huis van Simon; en Simons vrouws moeder was met een grote koorts bevangen, en zij baden Hem voor haar.

VersbegrippenZiektesVerantwoordelijkheden Van MoedersPetrus De LeerlingDe Aard Van LijdenSchoonmoeders

En Hij ging in een van die schepen, hetwelk van Simon was, en bad hem, dat hij een weinig van het land afstak; en nederzittende, leerde Hij de scharen uit het schip.

VersbegrippenBotenJezus Als Onze LeraarZitten Om Te OnderwijzenChristus Die OnderwijstBehoren

En als Hij afliet van spreken, zeide Hij tot Simon: Steek af naar de diepte, en werp uw netten uit om te vangen.

VersbegrippenAvontuurDiepe DingenVissenNettenDiepe ZeeënVis

En Simon antwoordde en zeide tot Hem: Meester, wij hebben den gehelen nacht over gearbeid, en niet gevangen; doch op Uw woord zal ik het net uitwerpen.

VersbegrippenNietsVissenDe Hele Nacht ActerenVisSucces En Hard Werk

En desgelijks ook Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeus, die medegenoten van Simon waren. En Jezus zeide tot Simon: Vrees niet; van nu aan zult gij mensen vangen.

VersbegrippenUitnodigingenNettenPetrus De LeerlingAngst Voor Het OnbekendeZielenwinnaarsVissenVennootschap

Namelijk Simon, welken Hij ook Petrus noemde; en Andreas zijn broeder, Jakobus en Johannes, Filippus en Bartholomeus;

VersbegrippenZeloten

Mattheus en Thomas, Jakobus, den zoon van Alfeus, en Simon genaamd Zelotes;

VersbegrippenDe Beschrijving Van De ApostelenJudaïsmeTweelingbroersZeloten

En Jezus antwoordende, zeide tot hem: Simon! Ik heb u wat te zeggen. En hij sprak: Meester! zeg het.

VersbegrippenIemand Aanspreken

En Simon, antwoordende, zeide: Ik acht, dat hij het is, dien hij het meeste kwijtgescholden heeft. En Hij zeide tot hem: Gij hebt recht geoordeeld.

VersbegrippenBeschouwenMensen Die Anderen VergevenSchuldGods VergiffenisLiefde En VergiffenisVergiffenis kjvVergeven

En Hij, Zich omkerende naar de vrouw, zeide tot Simon: Ziet gij deze vrouw? Ik ben in uw huis gekomen; water hebt gij niet tot Mijn voeten gegeven; maar deze heeft Mijn voeten met tranen nat gemaakt, en met het haar van haar hoofd afgedroogd.

VersbegrippenVoeten WassenVoetenVoetenwassingGastenWaterMaaltijdenOnbeleefdheidMan Die Water SchenktVochtige DingenMensen Die Dingen OpdrogenReine VoetenZorg Voor VoetenAndere Verwijzingen Naar Haar

En als zij Hem wegleidden, namen zij een Simon van Cyrene, komende van den akker, en legden hem het kruis op, dat hij het achter Jezus droeg.

VersbegrippenAchterkantHet Kruis DragenUiterlijke DwangHet KruisLongen

Andreas, de broeder van Simon Petrus, was een van de twee, die het van Johannes gehoord hadden, en Hem gevolgd waren.

VersbegrippenVindenAanpak Van GetuigenNamen En Titels Voor ChristusDe Namen Voor ChristusMensen VindenEvangelisatieBeweging

Deze vond eerst zijn broeder Simon, en zeide tot hem: Wij hebben gevonden den Messias, hetwelk is, overgezet zijnde, de Christus.

VersbegrippenMensen Als RotsenChristus Die ZietMensen Die Mensen Andere Namen Geven

En hij leidde hem tot Jezus. En Jezus, hem aanziende, zeide: Gij zijt Simon, de zoon van Jonas; gij zult genaamd worden Cefas, hetwelk overgezet wordt Petrus.

VersbegrippenVerbintenis Tot Jezus ChristusGelijkenis Met ChristusDe Aard Van DiscipelschapInstructies Over Volgen

Een van Zijn discipelen, namelijk Andreas, de broeder van Simon Petrus, zeide tot Hem:

VersbegrippenAndrew

Simon Petrus dan antwoordde Hem: Heere, tot Wien zullen wij heengaan? Gij hebt de woorden des eeuwigen levens.

VersbegrippenPetrus De LeerlingLeven Volgens Gods WoordWie Is De Uitverkorene?Eeuwig LevenEeuwigdurendDe Kracht Van WoordenEeuwigheid

Hij dan kwam tot Simon Petrus; en die zeide tot Hem: Heere, zult Gij mij de voeten wassen?

VersbegrippenReine VoetenZorg Voor VoetenImpulsiviteit

Simon Petrus zeide tot Hem: Heere, niet alleen mijn voeten, maar ook de handen en het hoofd.

VersbegrippenHoofdenZorg Voor Voeten

Simon Petrus dan wenkte dezen, dat hij vragen zou, wie hij toch ware, van welken Hij dit zeide.

VersbegrippenWie Is De Uitverkorene?

Simon Petrus zeide tot Hem: Heere, waar gaat Gij heen? Jezus antwoordde hem: Waar Ik heenga, kunt gij Mij nu niet volgen; maar gij zult Mij namaals volgen.

VersbegrippenJezus Christus VolgenInstructies Over VolgenNiet Mogelijk Om Andere Dingen Te DoenWaarheen?

Simon Petrus dan, hebbende een zwaard, trok hetzelve uit, en sloeg des hogepriesters dienstknecht, en hieuw zijn rechteroor af. En de naam van den dienstknecht was Malchus.

VersbegrippenHogepriesters In NTPetrus De LeerlingOnbezonnenheidWraakzuchtScheiden Van LichaamsdelenAndere Juiste DelenRivierenKnippen

En Simon Petrus volgde Jezus, en een ander discipel. Deze discipel nu was den hogepriester bekend, en ging met Jezus in des hogepriesters zaal.

VersbegrippenJezus Christus VolgenBinnenplaatsMensen Kennen

En Simon Petrus stond en warmde zich. Zij zeiden dan tot hem: Zijt gij ook niet uit Zijn discipelen? Hij loochende het, en zeide: Ik ben niet.

VersbegrippenVerwarmingAndere Verwijzingen Naar DiscipelenOntkenning

Zij liep dan, en kwam tot Simon Petrus en tot den anderen discipel, welken Jezus liefhad, en zeide tot hen: Zij hebben den Heere weggenomen uit het graf, en wij weten niet, waar zij Hem gelegd hebben.

VersbegrippenInzichtGebrek Aan InzichtDe Geliefde LeerlingIndividuen Die LopenNiet Weten WaarDe Liefde Van ChristusAndere Verwijzingen Naar DiscipelenChristus Nemen

Simon Petrus dan kwam en volgde hem, en ging in het graf, en zag de doeken liggen.

VersbegrippenTombes BinnengaanImpulsiviteit

Er waren te zamen Simon Petrus, en Thomas, gezegd Didymus, en Nathanael, die van Kana in Galilea was, en de zonen van Zebedeus, en twee anderen van Zijn discipelen.

VersbegrippenTweelingenTwee DiscipelenTweelingbroersDiscipelschap

Simon Petrus zeide tot hen: Ik ga vissen. Zij zeiden tot hem: Wij gaan ook met u. Zij gingen uit, en traden terstond in het schip; en in dien nacht vingen zij niets.

VersbegrippenBotenSamengaanNietsVissenDe Hele Nacht ActerenDiscipelschapVisPetrus

De discipel dan, welken Jezus liefhad, zeide tot Petrus: Het is de Heere! Simon Petrus dan, horende, dat het de Heere was, omgordde het opperkleed (want hij was naakt), en wierp zichzelven in de zee.

VersbegrippenDe Geliefde LeerlingZichzelf KledenMensen Die StrippenActie VoorbereidenGezegd De Christus Te ZijnChristus Is De HeerDe Liefde Van ChristusIdentiteitIdentiteit In ChristusSpringen

Simon Petrus ging op, en trok het net op het land, vol grote vissen, tot honderd drie en vijftig; en hoewel er zovele waren, zo scheurde het net niet.

VersbegrippenDingen TrekkenGecheurden NettenHonderd En EnkelenVissenVis

Toen zij dan het middagmaal gehouden hadden, zeide Jezus tot Simon Petrus: Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij liever dan dezen? Hij zeide tot Hem: Ja, Heere! Gij weet, dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: Weid Mijn lammeren.

VersbegrippenVerbintenis Tot GodLammerenDe Aard Van LiefdeHerders Als KerkleiderNamen En Titels Voor De ChristenenOntbijtDieren VoedenDe Kennis Van Christus Over De MensDe Behoefte Om Christus Lief Te HebbenKwetsbaarheid

Hij zeide wederom tot hem ten tweeden maal: Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij lief? Hij zeide tot Hem: Ja, Heere, gij weet, dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: Hoed Mijn schapen.

VersbegrippenVeiligheidHerders Als KerkleiderWaakzaamheid Van LeidersDe Kennis Van Christus Over De MensOpnieuw PratenDe Behoefte Om Christus Lief Te HebbenVertrouwen En Zelfrespect

Hij zeide tot hem ten derden maal: Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij lief? Petrus werd bedroefd, omdat Hij ten derden maal tot hem zeide: Hebt gij Mij lief, en zeide tot Hem: Heere! Gij weet alle dingen, Gij weet, dat ik U liefheb. Jezus zeide tot hem: Weid Mijn schapen.

VersbegrippenDe Eenheid Van GodPetrus, Prediker En LeraarHerders Als KerkleiderDe Alomtegenwoordigheid Van Jezus ChristusDe Kudde VoedenLiefde Voor GodDrie Keer CommunicerenDieren VoedenDe Alleswetende ChristusDe Behoefte Om Christus Lief Te HebbenImpulsiviteit

En als zij ingekomen waren, gingen zij op in de opperzaal, waar zij bleven, namelijk Petrus en Jakobus, en Johannes en Andreas, Filippus en Thomas, Bartholomeus en Mattheus, Jakobus, de zoon van Alfeus, en Simon Zelotes, en Judas, de broeder van Jakobus.

VersbegrippenTrappenIjverAndrewGebedsbijeenkomstenDe Bovenste KamersLogeerkamersZeloten

En een zeker man, met name Simon, was te voren in de stad plegende toverij, en verrukkende de zinnen des volks van Samaria, zeggende van zichzelven, dat hij wat groots was.

VersbegrippenBeweringenVoorbeelden Van TrotsZelfvertrouwenSuperioriteitGrootsprekersBijzondere IndividuenTovenarijMagie

En Simon geloofde ook zelf, en gedoopt zijnde, bleef gedurig bij Filippus; en ziende de tekenen en grote krachten, die er geschiedden, ontzette hij zich.

VersbegrippenReacties Op WonderenChristelijk DoopselAndere WonderenTekenen En Wonderen Van Het EvangelieZij Die GeloofdenMogelijkheid

En als Simon zag, dat, door de oplegging van de handen der apostelen de Heilige Geest gegeven werd, zo bood hij hun geld aan,

VersbegrippenGeschenkenVoorbeelden Van OmkoperijKrachtSpirituele GeschenkenGeld ZegeningenGeld SparenMagieGeestenProberen

Doch Simon, antwoordende, zeide: Bidt gijlieden voor mij tot den Heere, opdat niets over mij kome van hetgeen gij gezegd hebt.

VersbegrippenBid Voor OnsBidden Voor ZondaarsOnvervuld Woord

En het geschiedde, dat hij vele dagen te Joppe bleef, bij een zekeren Simon, een lederbereider.

VersbegrippenBruinenBeroepen

En nu, zend mannen naar Joppe, en ontbied Simon, die toegenaamd wordt Petrus.

Deze ligt te huis bij een Simon, lederbereider, die zijn huis heeft bij de zee; deze zal u zeggen, wat gij doen moet.

VersbegrippenLederSoorten Van Kunst En AmbachtenBeroepenZeepaardjes

En alzo Petrus in zichzelven twijfelde, wat toch het gezicht mocht zijn, dat hij gezien had, ziet, de mannen, die van Cornelius afgezonden waren, gevraagd hebbende naar het huis van Simon, stonden aan de poort.

VersbegrippenPoortenTot De Poorten KomenStellen Van Bepaalde VragenVerwarringMensen Die Mensen Sturen

En iemand geroepen hebbende, vraagden zij, of Simon, toegenaamd Petrus, daar te huis lag.

VersbegrippenStellen Van Bepaalde VragenTijdelijk Blijven

Zend dan naar Joppe, en ontbied Simon, die toegenaamd wordt Petrus; deze ligt te huis in het huis van Simon, den lederbereider, aan de zee, welke, hier gekomen zijnde, tot u spreken zal.

VersbegrippenGastenVoorbeelden Van GastvrijheidZeepaardjesTijdelijk Blijven

En hij heeft ons verhaald, hoe hij een engel gezien had, die in zijn huis stond, en tot hem zeide: Zend mannen naar Joppe, en ontbied Simon, die toegenaamd is Petrus;

VersbegrippenEngelen Als Boodschappers Van God

Public domain