139 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Troon' in de Bijbel

Gij zult over mijn huis zijn, en op uw bevel zal al mijn volk de hand kussen; alleen dezen troon zal ik groter zijn dan gij.

VersbegrippenPaleizenTroonPromotieRelatieve GrootsheidRespect Voor Mensen

En alle eerstgeborenen in Egypteland zullen sterven, van Farao's eerstgeborene af, die op zijn troon zitten zou, tot den eerstgeborene der dienstmaagd, die achter de molen is, en alle eerstgeborenen van het vee.

VersbegrippenMalenZittenTroonDood Van De EerstgeboreneDood Van Alle WezensGroot En KleinZowel Mens Als Dier GedoodDood Van Andere GroepenDe Dood Van Baby'sDood Van Een KindFamilie Dood

En het geschiedde ter middernacht, dat de HEERE al de eerstgeborenen in Egypteland sloeg, van den eerstgeborene van Farao af, die op zijn troon zitten zou, tot op den eerstgeborene van de gevangene, die in het gevangenhuis was, en alle eerstgeborenen der beesten.

VersbegrippenVeeKerkersDoodstrafGevangenenVergeldingTroonVoorbeelden Van De Toorn Van GodDe Wonderen Van Mozes En AäronMiddernachtDood Van De EerstgeboreneGod DodendHuisdieren DodenGroot En KleinGevangenschapZowel Mens Als Dier GedoodDe Engel Des DoodsGod Doodde De MensenFamilie Dood

En hij zeide: Dewijl de hand op den troon des HEEREN is, zo zal de oorlog des HEEREN tegen Amalek zijn, van geslacht tot geslacht!

VersbegrippenDe Soevereiniteit Van GodTroonAard Van OorlogEeuwig OordeelGod Die Kwaad Vloekt

Ga heen, en treed in tot den koning David, en zeg tot hem: Hebt gij niet, mijn heer koning, uw dienstmaagd gezworen, zeggende: Voorzeker, uw zoon Salomo zal na mij koning zijn, en hij zal op mijn troon zitten! Waarom dan is Adonia koning?

VersbegrippenZittenTroon

En zij zeide tot hem: Mijn heer! gij hebt uw dienstmaagd bij den HEERE, uw God, gezworen: Voorzeker Salomo, uw zoon, zal na mij koning zijn, en hij zal op mijn troon zitten!

Maar gij, mijn heer koning, de ogen van het ganse Israel zijn op u, dat gij hun zoudt te kennen geven, wie op den troon van mijn heer den koning na hem zitten zal.

En Nathan zeide: Mijn heer koning! hebt gij gezegd: Adonia zal na mij koning zijn, en hij zal op mijn troon zitten?

Is deze zaak van mijn heer den koning geschied? En hebt gij uw knecht niet bekend gemaakt, wie op den troon van mijn heer den koning na hem zitten zou?

VersbegrippenZij Die Niets Zeggen

Voorzeker, gelijk als ik u gezworen heb bij den HEERE, den God Israels, zeggende: Voorzeker zal uw zoon Salomo na mij koning zijn, en zal op mijn troon in mijn plaats zitten; voorzeker, alzo zal ik te dezen zelfden dage doen.

VersbegrippenHet Leven Van Salomo

Dan zult gij achter hem optrekken, en hij zal komen, en zal op mijn troon zitten, en hij zal koning zijn in mijn plaats; want ik heb geboden, dat hij een voorganger zou zijn over Israel en over Juda.

VersbegrippenStammen Van IsraëlKoningen Van Heel Israël Of Juda

Gelijk als de HEERE met mijn heer den koning geweest is, alzo zij Hij met Salomo; en Hij make zijn troon groter dan den troon van mijn heer den koning David!

VersbegrippenGod Met Specifieke MensenHet Koninkrijk Van Salomo

En ook zit Salomo op den troon des koninkrijks.

VersbegrippenTroon

Zo zijn ook de knechten des konings gekomen, om onzen heer, den koning David, te zegenen, zeggende: Uw God make den naam van Salomo beter dan uw naam, en make zijn troon groter dan uw troon; en de koning heeft aangebeden op de slaapstede.

VersbegrippenBuigenBuigen Voor GodHet Koninkrijk Van Salomo

Ja, ook heeft de koning aldus gezegd: Geloofd zij de HEERE, de God Israels, Die heden gegeven heeft een, zittende op mijn troon, dat het mijn ogen gezien hebben!

VersbegrippenSituaties ZienGezegend Zij God!

Opdat de HEERE bevestige Zijn woord, dat Hij over mij gesproken heeft, zeggende: Indien uw zonen hun weg bewaren, om voor Mijn aangezicht trouwelijk, met hun ganse hart en met hun ganse ziel te wandelen, zo zal geen man, zeide Hij, u afgesneden worden van den troon Israels.

VersbegrippenHart En De Heilige GeestWandelen In De WaarheidTroonWaakzaamheid Van GelovigenOprechtheidSaul En David

En Salomo zat op den troon van zijn vader David; en zijn koninkrijk werd zeer bevestigd.

VersbegrippenErfgenamenKoningenHet Leven Van SalomoStabiliteit

Zo kwam Bathseba tot den koning Salomo, om hem voor Adonia aan te spreken. En de koning stond op, haar tegemoet, en boog zich voor haar; daarna zat hij op zijn troon, en deed een stoel voor de moeder des konings zetten; en zij zat aan zijn rechterhand.

VersbegrippenKoninginnenRespect Voor MensenTroonJuiste Kant

En nu, zo waarachtig als de HEERE leeft, Die mij bevestigd heeft, en mij heeft doen zitten op den troon van mijn vader David, en Die mij een huis gemaakt heeft, gelijk als Hij gesproken had; voorzeker, Adonia zal heden gedood worden!

VersbegrippenHet Karakter Van Salomo

Alzo zal hun bloed wederkeren op het hoofd van Joab, en op het hoofd van zijn zaad in eeuwigheid; maar David, en zijn zaad, en zijn huis, en zijn troon zal vrede hebben van den HEERE tot in eeuwigheid.

VersbegrippenPlaatsen Van BegrafenissenHoofdenChristus Die Eeuwig HeerstMannen Van Vrede

En Salomo zeide: Gij hebt aan Uw knecht David, mijn vader, grote weldadigheid gedaan, gelijk als hij voor Uw aangezicht gewandeld heeft, in waarheid, en in gerechtigheid, en in oprechtheid des harten met U; en Gij hebt hem deze grote weldadigheid gehouden, dat Gij hem gegeven hebt een zoon, zittende op zijn troon, als te dezen dage.

VersbegrippenGenade In OTVriendelijkheidRechtvaardigheid Van GelovigenZittenTroonKarakter Van HeiligenGod Toonde Zijn Liefdevolle Vriendelijkheid

En zie, ik denk voor den Naam van den HEERE, mijn God, een huis te bouwen; gelijk als de HEERE gesproken heeft tot mijn vader David, zeggende: Uw zoon, dien Ik in uw plaats op uw troon zetten zal, die zal Mijn Naam dat huis bouwen.

VersbegrippenEigendom, HuizenTroonSalomo's TempelEen Plek Voor Gods Naam

Ook maakte hij een voorhuis voor den troon, alwaar hij richtte, tot een voorhuis des gerichts, dat met ceder bedekt was, van vloer tot vloer.

VersbegrippenCederHet HofTroonZalenOmhuld In HoutMensen Die Betrokken Zijn Bij Het OordeelCederhout

Ze heeft de HEERE bevestigd Zijn woord, dat Hij gesproken had; want ik ben opgestaan in de plaats van mijn vader David, en ik zit op den troon van Israel, gelijk als de HEERE gesproken heeft; en ik heb een huis gebouwd den Naam des HEEREN, des Gods van Israel.

VersbegrippenVertrouwen In Gods WoordTroonEen Plek Voor Gods Naam

En nu HEERE, God van Israel, houd Uw knecht, mijn vader David, wat Gij tot hem gesproken hebt, zeggende: Geen man zal u van voor Mijn aangezicht afgesneden worden, die op den troon van Israel zitte; alleenlijk zo uw zonen hun weg bewaren, om te wandelen voor Mijn aangezicht, gelijk als gij gewandeld hebt voor Mijn aangezicht.

VersbegrippenTroonSaul En David

Zo zal Ik den troon uws koninkrijks over Israel bevestigen in eeuwigheid; gelijk als Ik gesproken heb over uw vader David, zeggende: Geen man zal u afgesneden worden van den troon van Israel.

VersbegrippenTroonHet Koninkrijk Van SalomoKoningshuis

Geloofd zij de HEERE, uw God, Die behagen in u heeft gehad, om u op den troon van Israel te zetten! Omdat de HEERE Israel in eeuwigheid bemint, daarom heeft Hij u tot koning gesteld, om recht en gerechtigheid te doen.

VersbegrippenMensen Van God In OTGod BehagenTroonJoden Als De Uitverkoren Mensen Van GodGezegend Zij God!Gods Liefde Voor Israël

Nog maakte de koning een groten elpenbenen troon, en hij overtoog denzelven met dicht goud.

VersbegrippenKunstIvoorOmhuld In Goud

Deze troon had zes trappen, en het hoofd van den troon was van achteren rond, en aan beide zijden waren leuningen tot de zitplaats toe, en twee leeuwen stonden bij die leuningen.

VersbegrippenZes DingenStappenTwee Dieren

En het geschiedde, als hij regeerde, als hij op zijn troon zat, dat hij het ganse huis van Baesa sloeg; hij liet hem niet over die mannelijk was, noch zijn bloedverwanten, noch zijn vrienden.

VersbegrippenTroonPlassenDood Van Alle MannenGanse Families DodenFamilie En Vrienden

De koning van Israel nu, en Josafat, de koning van Juda, zaten elk op zijn troon, bekleed met hun klederen, op het plein, aan de deur der poort van Samaria; en al de profeten profeteerden in hun tegenwoordigheid.

VersbegrippenPoortenGewadenSchool Van ProfetenDorsvloerTroonAan De Poort ZittenOnderscheidende Kleding

Verder zeide hij: Daarom hoort het woord des HEEREN: Ik zag den HEERE, zittende op Zijn troon, en al het hemelse heir staande nevens Hem, aan Zijn rechter hand en aan Zijn linkerhand.

VersbegrippenJubelende EngelenGod ZienZittenStaanTroonWoord Van GodDe Hemel, Gods TroonLeger Van GodDe Legers Van De HemelHemelse Visie

Zo ziet naar den beste en gerechtigste van de zonen uws heren, zet dien op zijns vaders troon; en strijdt voor het huis uws heren.

VersbegrippenTroonMensen KiezenElkaar Bevechten

De HEERE dan zeide tot Jehu: Daarom dat gij welgedaan hebt, doende wat recht is in Mijn ogen, en hebt aan het huis van Achab gedaan, naar alles, wat in Mijn hart was, zullen u zonen tot het vierde gelid op den troon van Israel zitten.

VersbegrippenGeneratiesZittenTroon

En hij nam de oversten van honderd, en de hoofdmannen, en de trawanten, en al het volk des lands; en zij brachten den koning af uit het huis des HEEREN, en kwamen door den weg van de poort der trawanten tot het huis des konings, en hij zat op den troon der koningen.

VersbegrippenTroon

En Joas ontsliep met zijn vaderen, en Jerobeam zat op zijn troon. En Joas werd begraven te Samaria, bij de koningen van Israel.

VersbegrippenLijst van koningen van Israël

Dit was het woord des HEEREN, dat Hij gesproken had tot Jehu, zeggende: U zullen zonen van het vierde gelid op den troon van Israel zitten; en het is alzo geschied.

VersbegrippenGeneratiesVervulde Voorspelling In OTTroonWoord Van GodWoorden Aan Individuen Vervuld

Die zal Mijn Naam een huis bouwen, en die zal Mij tot een zoon zijn, en Ik hem tot een Vader; en Ik zal den troon zijns rijks over Israel bevestigen tot in eeuwigheid.

VersbegrippenZonen Van GodSpirituele AdoptieChristus Die Eeuwig HeerstGods Huis Bouwen

Alzo zat Salomo op den troon des HEEREN, als koning in zijns vaders Davids plaats, en hij was voorspoedig; en gans Israel hoorde naar hem.

VersbegrippenHet Leven Van SalomoTroon

Zo heeft de HEERE Zijn woord bevestigd, dat Hij gesproken had; want ik ben opgestaan in de plaats van mijn vader David, en ik zit op den troon van Israel, gelijk als de HEERE gesproken heeft; en ik heb een huis gebouwd den Naam des HEEREN, des Gods van Israel.

VersbegrippenTroon

En nu, HEERE, God van Israel, houd Uw knecht, mijn vader David, wat Gij tot hem gesproken hebt, zeggende: Geen man zal u van voor Mijn aangezicht afgesneden worden, die zitte op den troon van Israel; alleenlijk zo uw zonen hun weg bewaren, om te wandelen in Mijn wet, gelijk als gij gewandeld hebt voor Mijn aangezicht.

VersbegrippenTroon

Zo zal Ik den troon uws koninkrijks bevestigen, gelijk als Ik een verbond met uw vader David gemaakt heb, zeggende: Geen man zal u afgesneden worden, die in Israel heerse.

VersbegrippenKoningshuis

Geloofd zij de HEERE, uw God, Die behagen in u gehad heeft, om u op Zijn troon, den HEERE, uw God, tot een koning te zetten; overmits uw God Israel bemint, om hetzelve tot in eeuwigheid op te richten, zo heeft Hij u tot een koning over hen gesteld, om recht en gerechtigheid te doen.

VersbegrippenVerlangenTroon

Nog maakte de koning een groten elpenbenen troon, en hij overtoog denzelven met louter goud.

VersbegrippenKunstIvoorOmhuld In Goud

En de troon had zes trappen en een voetbank van goud, aan den troon vast zijnde, en leuningen aan beide zijden, tot de zitplaats toe; en twee leeuwen stonden bij de leuningen.

VersbegrippenVoetenbankenTwee Dieren

De koning van Israel nu en Josafat, de koning van Juda, zaten elk op zijn troon, bekleed met hun klederen, en zij zaten op het plein, aan de deur der poort van Samaria; en al de profeten profeteerden in hun tegenwoordigheid.

VersbegrippenGewadenSchool Van ProfetenDorsvloerTroon

Verder zeide hij: Daarom hoort het woord des HEEREN: Ik zag den HEERE, zittende op Zijn troon, en al het hemelse heir, staande aan Zijn rechter hand en Zijn linkerhand.

VersbegrippenGod ZienTroon

En hij nam de oversten der honderden, en de machtigen, en die heerschappij hadden onder het volk, en al het volk des lands, en bracht den koning van het huis des HEEREN af, en zij kwamen door het midden der hoge poort in het huis des konings; en zij zetten den koning op den troon des koninkrijks.

VersbegrippenEdelenHeersersTroonGenoemde Poorten

In die dagen, als de koning Ahasveros op den troon zijns koninkrijks zat, die op den burg Susan was;

Het geschiedde nu aan den derden dag, dat Esther een koninklijk kleed aantrok, en stond in het binnenste voorhof van des konings huis, tegenover het huis des konings; de koning nu zat op zijn koninklijken troon, in het koninklijke huis, tegenover de deur van het huis.

VersbegrippenDe Derde Dag Van De WeekOnderscheidende KledingKoningshuis

Hij onttrekt Zijn ogen niet van den rechtvaardige, maar met de koningen zijn zij in den troon; daar zet Hij hen voor altoos, en zij worden verheven.

VersbegrippenDe RechtvaardigenGod Ziet De RechtvaardigenMensen Van Het Koninkrijk

Want Gij hebt mijn recht en mijn rechtszaak afgedaan; Gij hebt gezeten op den troon, o Rechter, der gerechtigheid.

VersbegrippenDe Gerechtigheid Van GodGod Die BetuigtGunstRechtvaardigheidAdverteren

Ik zal uw zaad tot in eeuwigheid bevestigen, en uw troon opbouwen van geslacht tot geslacht. Sela.

VersbegrippenPsalmen InterjectiesDe Dynastie Van DavidZadenBehoud

En Ik zal zijn zaad in eeuwigheid zetten, en zijn troon als de dagen der hemelen.

VersbegrippenAard Van De HemelChristus Die Eeuwig HeerstDe Dynastie Van David

Zijn zaad zal in der eeuwigheid zijn, en zijn troon zal voor Mij zijn gelijk de zon.

VersbegrippenDe ZonChristus Die Eeuwig HeerstDe Dynastie Van DavidZon

Gij hebt zijn schoonheid doen ophouden; en Gij hebt zijn troon ter aarde nedergestoten.

VersbegrippenEindeAfzettenDe Eer Verliezen

De HEERE heeft David de waarheid gezworen, waarvan Hij niet wijken zal, zeggende: Van de vrucht uws buiks zal Ik op uw troon zetten.

VersbegrippenMenselijk KoningschapGod Is OnveranderlijkVoorbeelden Van TroonVoorspellingen Over ChristusMessiaanse ProfetieënBeloftes

Indien uw zonen Mijn verbond zullen houden, en Mijn getuigenissen, die Ik hun leren zal; zo zullen ook hun zonen tot in eeuwigheid op uw troon zitten.

VersbegrippenChristus Die Eeuwig HeerstDe Dynastie Van David

Een koning, zittende op den troon des gerichts, verstrooit alle kwaad met zijn ogen.

VersbegrippenBoze OgenHet HofPolitieke LeidersZittenTroonToewuivenGoede Koningen

Weldadigheid en waarheid bewaren den koning; en door weldadigheid ondersteunt hij zijn troon.

VersbegrippenVeiligheidPlichten Van KoningenGezag

Doe den goddelozen weg van het aangezicht des konings, en zijn troon zal door gerechtigheid bevestigd worden.

VersbegrippenSociale EthiekBurgerrechtvaardigheidGezagMensen Uit Je Leven VerwijderenZondigheid

Een koning, die de armen in trouw recht doet, diens troon zal in eeuwigheid bevestigd worden.

VersbegrippenEen Leider ZijnBurgerrechtvaardigheidPlichten Van KoningenHandelGezagRechtvaardigheid

En zeidet in uw hart: Ik zal ten hemel opklimmen, ik zal mijn troon boven de sterren Gods verhogen; en ik zal mij zetten op den berg der samenkomst aan de zijden van het noorden.

VersbegrippenMisbruik Van LiefdeNamen Van GodZelfverheerlijkingNaar De Hemel GaanOpstand Van Satan En EngelenKarma

Want er zal een troon bevestigd worden in goedertierenheid, en op denzelven zal bestendig een zitten in de tent van David, een, die oordeelt en het recht zoekt, en vaardig is ter gerechtigheid.

VersbegrippenGods Verbond Met DavidBurgerrechtvaardigheidMenselijk KoningschapHet Laatste OordeelStabiliteitTroon Van David

Daal af, en zit in het stof, gij jonkvrouw, dochter van Babel! zit op de aarde, er is geen troon meer, gij dochter der Chaldeen! want gij zult niet meer genaamd worden de tedere, noch de wellustige.

VersbegrippenBabylonGoedheidMaagdBabylon VernietigdIn Neerslachtigheid VerzinkenZachtheidDe Eer Verliezen

Alzo zegt de HEERE: De hemel is Mijn troon, en de aarde is de voetbank Mijner voeten; waar zou dat huis zijn, dat gijlieden Mij zoudt bouwen, en waar is de plaats Mijner rust?

VersbegrippenVoetenbankenVoetenBeschrijving Van De AardeGod Is OveralDe Soevereiniteit Van GodAard Van De HemelDe Hemel, Gods TroonGods AlomtegenwoordigheidDe Tempel In De HemelAardeHemel Is Beter Dan AardeRustDe AardeNaar De Hemel Gaan

Want zie, Ik roep alle geslachten der koninkrijken van het noorden, spreekt de HEERE; en zij zullen komen, en zetten een iegelijk zijn troon voor de deur der poorten van Jeruzalem, en tegen al haar muren rondom, en tegen alle steden van Juda.

VersbegrippenPoortenTroonAan De Poort ZittenVoorspelde Aanvallen Op Jeruzalem

Te dier tijd zullen zij Jeruzalem noemen, des HEEREN troon; en al de heidenen zullen tot haar vergaderd worden, om des HEEREN Naams wil, te Jeruzalem; en zij zullen niet meer wandelen naar het goeddunken van hun boos hart.

VersbegrippenHerstel Na Een TerugvalHardheid Van HartEerDe Betekenis Van JeruzalemDe Komst Van Het Koninkrijk Van GodDe Aard Van BedieningObsceniteit Tegen GodSamenkomst Andere NatiesVermijden KoppigheidJeruzalem In Het Duizendjarig Koninkrijk

Maar gij zult tot hen zeggen: Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik zal alle inwoners deze lands, zelfs de koningen, die op Davids troon zitten, en de priesters, en de profeten, en alle inwoners van Jeruzalem, opvullen met dronkenschap.

VersbegrippenOngelovige ProfetenGod Maakt DronkenDe Dynastie Van DavidDronkaards

Versmaad ons niet, om Uws Naams wil; werp den troon Uwer heerlijkheid niet neder; gedenk, vernietig niet Uw verbond met ons.

Een troon der heerlijkheid, een hoogheid van het eerste aan, is de plaats onzes heiligdoms.

VersbegrippenHeiligdom

Zo zullen door de poorten dezer stad ingaan koningen en vorsten, zittende op den troon van David, rijdende op wagenen en op paarden, zij en hun vorsten, de mannen van Juda en de inwoners van Jeruzalem; en deze stad zal bewoond worden in eeuwigheid.

VersbegrippenStrijdwagensDe Dynastie Van David

En zeg: Hoor het woord des HEEREN, gij koning van Juda, gij, die zit op Davids troon, gij, en uw knechten, en uw volk, die door deze poorten ingaan!

VersbegrippenTroonDe Dynastie Van David

Want indien gijlieden deze zaak ernstiglijk zult doen, zo zullen door de poorten van dit huis koningen ingaan, zittende den David op zijn troon, rijdende op wagens en op paarden, hij, en zijn knechten, en zijn volk.

VersbegrippenPaardenDe Dynastie Van David

Zo zegt de HEERE: Schrijft dezen zelfden man kinderloos, een man, die niet voorspoedig zal zijn in zijn dagen; want er zal niemand van zijn zaad voorspoedig zijn, zittende op den troon Davids, en heersende meer in Juda.

VersbegrippenNageslachtRedenen Voor OnvruchtbaarheidGeen VoorspoedDe Dynastie Van David

Daarom zegt de HEERE alzo van den koning, die op Davids troon zit, en van al het volk, dat in deze stad woont, te weten, uw broederen, die met u niet zijn uitgegaan in de gevangenis;

VersbegrippenTroonDe Dynastie Van David

Want zo zegt de HEERE: Aan David zal niet worden afgesneden een Man, Die op den troon van het huis Israels zitte.

VersbegrippenGods Verbond Met DavidTroonSaul En DavidDe Dynastie Van DavidGods Verbond Is Voor Altijd

Zo zal ook vernietigd kunnen worden Mijn verbond met Mijn knecht David, dat hij geen zoon hebbe, die op zijn troon regere, en met de Levieten, de priesteren, Mijn dienaren.

VersbegrippenHet Instituut Priesters In De Tijd Van OTLatere Verbonden Met GodSaul En DavidDe Dynastie Van David

Daarom zegt de HEERE alzo van Jojakim, den koning van Juda: Hij zal geen hebben, die op Davids troon zitte; en zijn dood lichaam zal weggeworpen zijn, des daags in de hitte, en des nachts in de vorst.

VersbegrippenHitteVorstGeen BegrafenissenDe Dynastie Van David

En zeg tot hen: Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Ziet, Ik zal henenzenden, en Nebukadrezar, den koning van Babel, Mijn knecht, halen, en Ik zal zijn troon zetten boven op deze stenen, die Ik verborgen heb; en hij zal zijn schone tent daarover spannen.

VersbegrippenVerantwoordelijkheden Van VerkiezingBurgerlijke AutoriteitenGezag Van Menselijke InstellingenDe Aard Van BedieningTroon

En Ik zal Mijn troon in Elam stellen; en zal den koning en de vorsten van daar vernielen, spreekt de HEERE;

VersbegrippenDe Soevereiniteit Van GodTroon

Want dit woord geraakte tot den koning van Nineve, en hij stond op van zijn troon, en deed zijn heerlijk overkleed van zich; en hij bedekte zich met een zak, en zat neder in de as.

VersbegrippenBedektAsGewadenTroonBuitenkledijMensen Die StrippenAs Van VernederingJona

Ja, Hij zal den tempel des HEEREN bouwen, en Hij zal het sieraad dragen, en Hij zal zitten, en heersen op Zijn troon; en Hij zal priester zijn op Zijn troon; en de raad des vredes zal tussen die Beiden wezen.

VersbegrippenOverheidZittenTroonBijbelteksten overChristus, De HogepriesterVoorspellingen Over ChristusMensen Die Eer HebbenWederopbouw Van De TempelTwee Andere MannenMessiaanse ProfetieënKoningshuis

Public domain