'Verlos' in de Bijbel
De mannen nu van Gibeon zonden tot Jozua, in het leger van Gilgal, zeggende: Trek uw handen niet af van uw knechten, kom haastelijk tot ons op, en verlos ons, en help ons; want al de koningen der Amorieten, die op het gebergte wonen, hebben zich tegen ons vergaderd.
Maar de kinderen Israels zeiden tot den HEERE: Wij hebben gezondigd; doe Gij ons, naar alles, wat goed is in Uw ogen; alleenlijk verlos ons toch te dezen dage!
Achaz nu zond boden tot Tiglath-Pilezer, den koning van Assyrie, zeggende: Ik ben uw knecht en uw zoon; kom op, en verlos mij uit de hand van den koning van Syrie, en uit de hand van den koning van Israel, die zich tegen mij opmaken.
Nu dan, HEERE, onze God, verlos ons toch uit zijn hand; zo zullen alle koninkrijken der aarde weten, dat Gij, HEERE, alleen God zijt.
En zegt: Verlos ons, o God onzes heils, en verzamel ons, en red ons van de heidenen, dat wij Uw heiligen Naam loven, en dat wij ons Uws lofs roemen.
Zo zal Hij hem genadig zijn, en zeggen: Verlos hem, dat hij in het verderf niet nederdale, Ik heb verzoening gevonden.
Sta op, HEERE, verlos mij, mijn God; want Gij hebt al mijn vijanden op het kinnebakken geslagen; de tanden der goddelozen hebt Gij verbroken.
Keer weder, HEERE, red mijn ziel; verlos mij, om Uwer goedertierenheid wil.
Davids Schiggajon, dat hij den HEERE gezongen heeft, over de woorden van Cusch, den zoon van Jemini. (1a) HEERE, mijn God, op U betrouw ik; verlos mij van al mijn vervolgers, en red mij.
Verlos mij uit des leeuwen muil; en verhoor mij van de hoornen der eenhoornen.
Maar ik wandel in mijn oprechtigheid, verlos mij dan en wees mij genadig.
Verlos Uw volk, en zegen Uw erve, en weid hen, en verhef hen tot in eeuwigheid.
Laat Uw aangezicht over Uw knecht lichten; verlos mij door Uw goedertierenheid.
Verlos mij van al mijn overtredingen; en stel mij niet tot een smaad des dwazen.
[ (Psalms 44:27) Sta op, ons ter hulp, en verlos ons om Uwer goedertierenheid wil. ]
Verlos mij van bloedschulden, o God, Gij, God mijns heils! zo zal mijn tong Uw gerechtigheid vrolijk roemen.
Een onderwijzing van David, voor den opperzangmeester, op de Neginoth; (1a) Als de Zifieten gekomen waren, en tot Saul gezegd hadden: Verbergt zich David niet bij ons? (1b) O God! verlos mij door Uw Naam, en doe mij recht door Uw macht.
Red mij van de werkers der ongerechtigheid, en verlos mij van de mannen des bloeds.
Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op Schoschannim. (1a) Verlos mij, o God! want de wateren zijn gekomen tot aan de ziel.
Nader tot mijn ziel, bevrijd ze; verlos mij om mijner vijanden wil.
Red mij door Uw gerechtigheid, en bevrijd mij; neig Uw oor tot mij, en verlos mij.
Bewaar mijn ziel, want ik ben Uw gunstgenoot, o Gij, mijn God! verlos Uw knecht die op U betrouwt.
Wend U tot mij, en zijt mij genadig, geef Uw knecht Uw sterkte, en verlos den zoon Uwer dienstmaagd.
Verlos ons, HEERE, onze God! en verzamel ons uit de heidenen, opdat wij den Naam Uwer heiligheid loven, ons beroemende in Uw lof.
Maar Gij, o HEERE Heere! maak het met mij om Uws Naams wil; dewijl Uw goedertierenheid goed is, verlos mij.
Help mij, HEERE, mijn God! verlos mij naar Uw goedertierenheid.
Verlos mij van des mensen overlast, en ik zal Uw bevelen onderhouden.
Ik heb U aangeroepen, verlos mij, en ik zal Uw getuigenissen onderhouden.
Twist mijn twistzaak, en verlos mij, maak mij levend, naar Uw toezegging.
Nu dan, HEERE, onze God, verlos ons uit zijn hand, zo zullen alle koninkrijken der aarde weten, dat Gij alleen de HEERE zijt.
Die tot een hout zeggen: Gij zijt mijn vader; en tot een steen: Gij hebt mij gegenereerd; want zij keren Mij den nek toe, en niet het aangezicht; maar ten tijde huns kwaads zeggen zij: Sta op en verlos ons.
En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze. Want Uw is het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid, in der eeuwigheid, amen.
En zeggende: Gij, Die den tempel afbreekt, en in drie dagen opbouwt, verlos Uzelven. Indien Gij de Zone Gods zijt, zo kom af van het kruis.
En vergeef ons onze zonden; want ook wij vergeven aan een iegelijk, die ons schuldig is. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze.
En zeiden: Indien gij de Koning der Joden zijt, zo verlos Uzelven.
En een der kwaaddoeners, die gehangen waren, lasterde Hem, zeggende: Indien Gij de Christus zijt, verlos Uzelven en ons.
Nu is Mijn ziel ontroerd; en wat zal Ik zeggen? Vader, verlos Mij uit deze ure! Maar hierom ben Ik in deze ure gekomen.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
Verwante onderwerpen
- Bronnen Van Verlossing
- De Drievuldigheid In De Verlossing
- De Rol Van Jezus In De Verlossing
- De Voltooiing Van De Verlossing
- Degenen Die Verlost Zijn Door De Heer
- Een Tijd Voor Verlossing
- Eenhoorns
- Geest, Gevallen En Verlost
- Genade En Verlossing
- Gevallen En Verlost Hart
- God Als Verlosser
- Je Zal Vieren In De Verlossing
- Kansen En Verlossing
- Kinsman Verlosser
- Licht Als Een Symbool Van De Verlossing
- Macht, God Verlost
- Middelen Voor Verlossing
- Moraliteit En Verlossing
- Niet Verlost
- Orde In Verlossing
- Reactie Op Verlossing
- Red Ons!
- Soorten Van Verlossing
- Verlos Ons!
- Verlossers
- Verlossing
- Verlossing
- Verlossing In Het Dagelijks Leven
- Verlossing In NT
- Verlossing In OT
- Verlossing Van De Leeuwen
- Verlost
- Vermogen, Van God Om Te Verlossen
- Verzoening, Verlossing Door
- Vreugde Wanneer Iemand Verlost Wordt
- Werk En Verlossing