Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
Verlos mij van al mijn overtredingen; en stel mij niet tot een smaad des dwazen.
New American Standard Bible
"Deliver me from all my transgressions; Make me not the reproach of the foolish.
Kruisreferenties
Psalmen 44:13
Gij stelt ons onze naburen tot smaad, tot spot en schimp dengenen, die rondom ons zijn.
Psalmen 51:14
Verlos mij van bloedschulden, o God, Gij, God mijns heils! zo zal mijn tong Uw gerechtigheid vrolijk roemen.
Psalmen 79:4
Wij zijn onzen naburen een smaadheid geworden; een spot en schimp dien, die rondom ons zijn.
2 Samuël 16:7-8
Aldus nu zeide Simei in zijn vloeken: Ga uit, ga uit, gij, man des bloeds, en gij, Belials man!
Psalmen 25:11
Lamed. Om Uws Naams wil, HEERE! zo vergeef mijn ongerechtigheid, want die is groot.
Psalmen 25:18
Resch. Aanzie mijn ellende, en mijn moeite, en neem weg al mijn zonden.
Psalmen 35:21
En zij sperren hun mond wijd op tegen mij; zij zeggen: Ha, ha, ons oog heeft het gezien!
Psalmen 51:7-10
Ontzondig mij met hysop, en ik zal rein zijn; was mij, en ik zal witter zijn dan sneeuw.
Psalmen 57:3
Hij zal van den hemel zenden, en mij verlossen, te schande makende dengene, die mij zoekt op te slokken. Sela. God zal Zijn goedertierenheid en Zijn waarheid zenden.
Psalmen 65:3
Ongerechtige dingen hadden de overhand over mij; maar onze overtredingen, die verzoent Gij.
Psalmen 119:39
Wend mijn smaadheid af, die ik vreze, want Uw rechten zijn goed.
Psalmen 130:8
En Hij zal Israel verlossen van al zijn ongerechtigheden.
Joël 2:17
Laat de priesters, des HEEREN dienaars, wenen tussen het voorhuis en het altaar, en laat hen zeggen: Spaar Uw volk, o HEERE! en geef Uw erfenis niet over tot een smaadheid, dat de heidenen over hen zouden heersen; waarom zouden zij onder de volken zeggen: Waar is hunlieder God?
Joël 2:19
En de HEERE zal antwoorden en tot Zijn volk zeggen: Ziet, Ik zend ulieden het koren, en den most, en de olie, dat gij daarvan verzadigd zult worden; en Ik zal u niet meer overgeven tot een smaadheid onder de heidenen.
Micha 7:19
Hij zal Zich onzer weder ontfermen; Hij zal onze ongerechtigheden dempen; ja, Gij zult al hun zonden in de diepten der zee werpen.
Mattheüs 1:21
En zij zal een Zoon baren, en gij zult Zijn naam heten JEZUS; want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.
Romeinen 2:23-24
Die op de wet roemt, onteert gij God door de overtreding der wet?
Titus 2:14
Die Zichzelven voor ons gegeven heeft, opdat Hij ons zou verlossen van alle ongerechtigheid, en Zichzelven een eigen volk zou reinigen, ijverig in goede werken.