'Welker' in de Bijbel
Met Uw hand van de lieden, o HEERE! van de lieden, die van de wereld zijn, welker deel in dit leven is, welker buik Gij vervult met Uw verborgen schat; de kinderen worden verzadigd, en zij laten hun overschot hun kinderkens achter.
In welker handen schandelijk bedrijf is, en welker rechterhand vol geschenken is.
Mijn ziel is in het midden der leeuwen, ik lig onder stokebranden, mensenkinderen, welker tanden spiesen en pijlen zijn, en hun tong een scherp zwaard.
Al laagt gijlieden tussen twee rijen van stenen, zo zult gij toch worden als vleugelen ener duive, overdekt met zilver, en welker vederen zijn met uitgegraven geluwen goud.
Welgelukzalig is de mens, wiens sterkte in U is, in welker hart de gebaande wegen zijn.
Welker mond leugen spreekt, en hun rechterhand is een rechterhand der valsheid.
Ontzet mij en red mij van de hand der vreemden, welker mond leugen spreekt, en hun rechterhand is een rechterhand der valsheid;
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (5)
- Exodus (4)
- Leviticus (2)
- Numberi (2)
- Deuteronomium (4)
- Jozua (3)
- Richteren (2)
- 1 Samuël (1)
- 2 Samuël (4)
- 1 Koningen (1)
- 2 Koningen (2)
- 1 Kronieken (1)
- 2 Kronieken (1)
- Ezra (1)
- Job (5)
- Psalmen (7)
- Spreuken (1)
- Prediker (1)
- Jesaja (7)
- Jeremia (5)
- Ezechiël (11)
- Daniël (1)
- Joël (1)
- Nahum (1)
- Zacharia (2)