'Aldaar' in de Bijbel
Zo het dan nu den koning goeddunkt, laat er gezocht worden in het schathuis des konings aldaar, dat te Babel is, of het zij, dat een bevel van den koning Kores gegeven zij, om dit huis Gods te Jeruzalem te bouwen; en dat men des konings believen hiervan tot ons zende.
De God nu, die Zijn Naam aldaar heeft doen wonen, werpe ter neder alle koningen en volken, die hun hand zullen uitstrekken, om te veranderen en te verderven dit huis Gods, dat te Jeruzalem is. Ik, Darius, heb het bevel gegeven, dat het spoediglijk gedaan worde.
En ik vergaderde hen aan de rivier, gaande naar Ahava, en wij legerden ons aldaar drie dagen; toen lette ik op het volk en de priesteren, en vond aldaar geen van de kinderen van Levi.
Toen riep ik aldaar een vasten uit aan de rivier Ahava, opdat wij ons verootmoedigden voor het aangezicht onzes Gods, om van Hem te verzoeken een rechten weg, voor ons, en voor onze kinderkens, en voor al onze have.
En wij kwamen te Jeruzalem; en wij bleven aldaar drie dagen.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (34)
- Exodus (13)
- Numberi (7)
- Deuteronomium (28)
- Jozua (9)
- Richteren (17)
- Ruth (4)
- 1 Samuël (10)
- 2 Samuël (24)
- 1 Koningen (14)
- 2 Koningen (8)
- 1 Kronieken (4)
- 2 Kronieken (5)
- Ezra (5)
- Nehemia (4)
- Job (2)
- Psalmen (11)
- Spreuken (1)
- Prediker (2)
- Jesaja (10)
- Jeremia (30)
- Ezechiël (15)
- Daniël (1)
- Hosea (4)
- Joël (2)
- Amos (1)
- Jona (1)
- Micha (1)
- Nahum (1)
- Habakuk (1)
- Zefanja (1)