'Aldaar' in de Bijbel
En Hij was aldaar in de woestijn veertig dagen, verzocht van den satan; en was bij de wilde gedierten; en de engelen dienden Hem.
En des morgens vroeg, als het nog diep in den nacht was, opgestaan zijnde, ging Hij uit, en ging henen in een woeste plaats, en bad aldaar.
En sommigen van de Schriftgeleerden zaten aldaar, en overdachten in hun harten:
En Hij ging wederom in de synagoge; en aldaar was een mens, hebbende een verdorde hand.
En aldaar aan de bergen was een grote kudde zwijnen, weidende.
En Hij kon aldaar geen kracht doen; dan Hij legde weinigen zieken de handen op, en genas hen.
En als zij overgevaren waren, kwamen zij in het land Gennesareth, en havenden aldaar.
En sommigen van degenen, die aldaar stonden, zeiden tot hen: Wat doet gij, dat gij het veulen ontbindt?
En hij zal u wijzen een grote opperzaal, toegerust en gereed; bereidt het ons aldaar.
Doch gaat heen, zegt Zijnen discipelen, en Petrus, dat Hij u voorgaat naar Galilea; aldaar zult gij Hem zien, gelijk Hij ulieden gezegd heeft.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (34)
- Exodus (13)
- Numberi (7)
- Deuteronomium (28)
- Jozua (9)
- Richteren (17)
- Ruth (4)
- 1 Samuël (10)
- 2 Samuël (24)
- 1 Koningen (14)
- 2 Koningen (8)
- 1 Kronieken (4)
- 2 Kronieken (5)
- Ezra (5)
- Nehemia (4)
- Job (2)
- Psalmen (11)
- Spreuken (1)
- Prediker (2)
- Jesaja (10)
- Jeremia (30)
- Ezechiël (15)
- Daniël (1)
- Hosea (4)
- Joël (2)
- Amos (1)
- Jona (1)
- Micha (1)
- Nahum (1)
- Habakuk (1)
- Zefanja (1)