'Daarom' in de Bijbel
Zie, gelukzalig is de mens, denwelken God straft; daarom verwerp de kastijding des Almachtigen niet.
Want het zou nu zwaarder zijn dan het zand der zeeen; daarom worden mijn woorden opgezwolgen.
Dat is een ding, daarom zeg ik: Den oprechte en den goddeloze verdoet Hij.
En u bekend maakte de verborgenheden der wijsheid, omdat zij dubbel zijn in wezen! Daarom weet, dat God voor u vergeet van uw ongerechtigheid.
Want hun hart hebt Gij van kloek verstand verborgen; daarom zult Gij hen niet verhogen.
Daarom is mijn oog door verdriet verdonkerd, en al mijn ledematen zijn gelijk een schaduw.
Daarom doen mijn gedachten mij antwoorden, en over zulks is mijn verhaasten in mij.
Er zal niets overig zijn, dat hij ete; daarom zal hij niet wachten naar zijn goed.
Daarom zijn strikken rondom u, en vervaardheid heeft u haastelijk beroerd.
Daarom zegt gij: Wat weet er God van? Zal Hij door de donkerheid oordelen?
Hij had immers hun huizen met goed gevuld; daarom is de raad der goddelozen verre van mij.
Want Hij heeft mijn zeel losgemaakt, en mij bedrukt; daarom hebben zij den breidel voor mijn aangezicht afgeworpen.
Daarom stort zich nu mijn ziel in mij uit; de dagen des druks grijpen mij aan.
Hierom antwoordde Elihu, de zoon van Baracheel, den Buziet, en zeide: Ik ben minder van dagen, maar gijlieden zijt stokouden; daarom heb ik geschroomd en gevreesd, ulieden mijn gevoelen te vertonen.
Daarom zeg ik: Hoor naar mij; ik zal mijn gevoelen ook vertonen.
Daarom, gij, lieden van verstand, hoort naar mij: Verre zij God van goddeloosheid, en de Almachtige van onrecht!
Daarom dat Hij hun werken kent, zo keert Hij hen des nachts om, en zij worden verbrijzeld.
Daarom dat zij van achter Hem afgeweken zijn, en geen Zijner wegen verstaan hebben;
Daarom vreze Hem de lieden; Hij ziet geen wijzen van harte aan.
Omdat de bergen hem voeder voortbrengen, daarom spelen al de dieren des velds aldaar.
Daarom neemt nu voor ulieden zeven varren en zeven rammen, en gaat henen tot Mijn knecht Job, en offert brandoffer voor ulieden, en laat Mijn knecht Job voor ulieden bidden; want zekerlijk, Ik zal zijn aangezicht aannemen, opdat Ik aan ulieden niet doe naar uw dwaasheid; want gijlieden hebt niet recht van Mij gesproken, gelijk Mijn knecht Job.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (44)
- Exodus (19)
- Leviticus (31)
- Numberi (22)
- Deuteronomium (19)
- Jozua (18)
- Richteren (12)
- Ruth (3)
- 1 Samuël (33)
- 2 Samuël (13)
- 1 Koningen (24)
- 2 Koningen (26)
- 1 Kronieken (17)
- 2 Kronieken (26)
- Ezra (3)
- Nehemia (10)
- Esther (5)
- Job (22)
- Psalmen (25)
- Spreuken (6)
- Prediker (6)
- Hooglied (1)
- Jesaja (66)
- Jeremia (84)
- Klaagliederen (6)
- Ezechiël (98)
- Daniël (22)
- Hosea (15)
- Amos (18)
- Jona (1)
- Micha (7)
- Habakuk (4)
- Zefanja (3)
- Zacharia (5)
- Maleachi (5)
- Mattheüs (18)
- Markus (5)
- Lukas (10)
- Johannes (15)
- Handelingen (14)
- Romeinen (13)
- 1 Corinthiërs (10)
- 2 Corinthiër (9)
- Galaten (1)
- Efeziërs (10)
- Filippenzen (1)
- 1 Thessalonicenzen (7)
- 2 Thessalonicenzen (1)
- 1 Timotheüs (1)
- 2 Timotheüs (1)
- Titus (1)
- Filémon (2)
- Hebreeën (14)
- Jakobus (2)
- 1 Petrus (3)
- 2 Petrus (3)
- 1 Johannes (2)
- 3 Johannes (1)
- Openbaring (2)