'Degenen' in de Bijbel
En wanneer de HEERE hun richteren verwekte, zo was de HEERE met den richter, en verloste hen uit de hand hunner vijanden, al de dagen des richters; want het berouwde den HEERE, huns zuchtens halve vanwege degenen, die hen drongen en die hen drukten.
En het geschiedde, als hij haar zag, zo verscheurde hij zijn klederen, en zeide: Ach, mijn dochter! gij hebt mij ganselijk nedergebogen, en gij zijt onder degenen, die mij beroeren; want ik heb mijn mond opengedaan tot den HEERE, en ik zal niet kunnen teruggaan.
Toen werd de Geest des HEEREN vaardig over hem, en hij ging af naar de Askelonieten, en sloeg van hen dertig man; en hij nam hun gewaad, en gaf de wisselklederen aan degenen, die dat raadsel verklaard hadden. Doch zijn toorn ontstak, en hij ging op in zijns vaders huis.
Wat zullen wij, belangende de vrouwen, doen aan degenen, die overgebleven zijn? Want wij hebben bij den HEERE gezworen, dat wij hun van onze dochteren geen tot vrouwen zullen geven.
En de oudsten der vergadering zeiden: Wat zullen wij, belangende de vrouwen, doen aan degenen, die overgebleven zijn? Want de vrouwen zijn uit Benjamin verdelgd.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (3)
- Exodus (3)
- Leviticus (3)
- Numberi (7)
- Deuteronomium (1)
- Jozua (2)
- Richteren (5)
- 2 Samuël (4)
- 1 Koningen (3)
- 2 Koningen (6)
- 1 Kronieken (1)
- 2 Kronieken (5)
- Ezra (3)
- Esther (2)
- Job (1)
- Psalmen (37)
- Spreuken (11)
- Prediker (3)
- Jesaja (7)
- Jeremia (11)
- Klaagliederen (1)
- Ezechiël (20)
- Daniël (1)
- Hosea (1)
- Amos (1)
- Micha (1)
- Zacharia (2)
- Maleachi (2)
- Mattheüs (10)
- Markus (18)
- Lukas (16)
- Johannes (8)
- Handelingen (18)
- Romeinen (13)
- 1 Corinthiërs (7)
- 2 Corinthiër (7)
- Galaten (8)
- Efeziërs (2)
- Filippenzen (2)
- Colossenzen (3)
- 1 Thessalonicenzen (5)
- 2 Thessalonicenzen (2)
- 1 Timotheüs (2)
- 2 Timotheüs (3)
- Titus (1)
- Hebreeën (15)
- Jakobus (1)
- 1 Petrus (2)
- 2 Petrus (3)
- 1 Johannes (1)
- 3 Johannes (1)
- Judas (1)
- Openbaring (8)