3 gebeurtenissen in 1 vertaling
'Droevig' in de Bijbel
En wanneer gij vast, toont geen droevig gezicht, gelijk de geveinsden; want zij mismaken hun aangezichten, opdat zij van de mensen mogen gezien worden, als zij vasten. Voorwaar, Ik zeg u, dat zij hun loon weg hebben.
En des morgens: Heden onweder; want de hemel is droevig rood. Gij geveinsden! het aanschijn des hemels weet gij wel te onderscheiden, en kunt gij de tekenen der tijden niet onderscheiden?
En met Zich nemende Petrus, en de twee zonen van Zebedeus, begon Hij droevig en zeer beangst te worden.
Zoekresultaten op Versies
Alle versies
Zoekresultaten op Boek
Nieuwe testament (8)
- Mattheüs (3)
- Lukas (3)
- 2 Corinthiër (1)
- Filippenzen (1)