'Gans' in de Bijbel
Hun weg zij duister en gans slibberig; en de Engel des HEEREN vervolge hen.
[ (Psalms 51:21) Dan zult Gij lust hebben aan de offeranden der gerechtigheid, aan brandoffer en een offer, dat gans verteerd wordt; dan zullen zij varren offeren op Uw altaar. ]
God zal horen, en zal hen plagen, als die van ouds zit, Sela; dewijl bij hen gans geen verandering is, en zij God niet vrezen.
Als ik het bestemde ambt zal ontvangen hebben, zo zal ik gans recht richten.
Als zij door het dal der moerbezienbomen doorgaan, stellen zij Hem tot een fontein; ook zal de regen hen gans rijkelijk overdekken.
Zich gewend zal hebben tot het gebed desgenen, die gans ontbloot is, en niet versmaad hebben hunlieder gebed;
Ik ben gans zeer verdrukt, HEERE! maak mij levend naar Uw woord.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (17)
- Exodus (4)
- Leviticus (3)
- Deuteronomium (15)
- Jozua (17)
- Richteren (4)
- 1 Samuël (15)
- 2 Samuël (22)
- 1 Koningen (14)
- 2 Koningen (5)
- 1 Kronieken (17)
- 2 Kronieken (29)
- Ezra (5)
- Nehemia (5)
- Job (3)
- Psalmen (7)
- Spreuken (3)
- Hooglied (1)
- Jesaja (11)
- Jeremia (15)
- Ezechiël (7)
- Daniël (1)
- Hosea (1)
- Micha (1)
- Nahum (2)
- Habakuk (1)
- Zefanja (1)
- Maleachi (1)