'Geboden' in de Bijbel

Uw God heeft uw sterkte geboden; sterk, o God, wat Gij aan ons gewrocht hebt!

Want Hij heeft een getuigenis opgericht in Jakob, en een wet gesteld in Israel; die Hij onzen vaderen geboden heeft, dat zij ze hun kinderen zouden bekend maken;

En dat zij hun hoop op God zouden stellen, en Gods daden niet vergeten, maar Zijn geboden bewaren;

Indien zij Mijn inzettingen ontheiligen, en Mijn geboden niet houden;

Omdat zij wederspannig waren geweest tegen Gods geboden, en den raad des Allerhoogsten onwaardiglijk verworpen hadden.

Pe. Hij heeft Zijn volke verlossing gezonden; Tsade. Hij heeft Zijn verbond in eeuwigheid geboden; Koph. Zijn Naam is heilig en vreselijk.

Hallelujah! Aleph. Welgelukzalig is de man, die den HEERE vreest; Beth. die groten lust heeft in Zijn geboden.

HEERE! Gij hebt geboden, dat men Uw bevelen zeer bewaren zal.

Dan zou ik niet beschaamd worden, wanneer ik merken zou op al Uw geboden.

Ik zoek U met mijn gehele hart, laat mij van Uw geboden niet afdwalen.

Ik ben een vreemdeling op de aarde, verberg Uw geboden voor mij niet.

Gij scheldt de vervloekte hovaardigen, die van Uw geboden afdwalen.

Ik zal den weg Uwer geboden lopen, als Gij mijn hart verwijd zult hebben.

Doe mij treden op het pad Uwer geboden, want daarin heb ik lust.

En ik zal mij vermaken in Uw geboden, die ik liefheb.

En ik zal mijn handen opheffen naar Uw geboden, die ik liefheb, en ik zal Uw inzettingen betrachten.

Ik heb gehaast, en niet vertraagd Uw geboden te onderhouden.

Leer mij een goeden zin en wetenschap, want ik heb aan Uw geboden geloofd.

Jod. Uw handen hebben mij gemaakt, en bereid; maak mij verstandig, opdat ik Uw geboden lere.

Laat de hovaardigen beschaamd worden, omdat zij mij met leugen nedergestoten hebben; doch ik betracht Uw geboden.

Al Uw geboden zijn waarheid; zij vervolgen mij met leugen, help mij.

Zij maakt mij door Uw geboden wijzer, dan mijn vijanden zijn, want zij is in eeuwigheid bij mij.

Wijkt van mij, gij boosdoeners! dat ik de geboden mijns Gods moge bewaren.

Daarom heb ik Uw geboden lief, meer dan goud, ja, meer dan het fijnste goud.

Ik heb mijn mond wijd opengedaan, en gehijgd, want ik heb verlangd naar Uw geboden.

Gij hebt de gerechtigheid Uwer getuigenissen, en de waarheid hogelijk geboden.

Benauwdheid en angst hebben mij getroffen, doch Uw geboden zijn mijn vermakingen.

Maar Gij, HEERE! zijt nabij, en al Uw geboden zijn waarheid.

O HEERE! ik hoop op Uw heil, en doe Uw geboden.

Mijn tong zal spraak houden van Uw rede, want al Uw geboden zijn rechtvaardigheid.

Ik heb gedwaald als een verloren schaap; zoek Uw knecht, want Uw geboden heb ik niet vergeten.