'Goede' in de Bijbel

Velen zeggen: Wie zal ons het goede doen zien? Verhef Gij over ons het licht Uws aanschijns, o HEERE!

Want Gij komt hem voor met zegeningen van het goede; op zijn hoofd zet Gij een kroon van fijn goud.

Immers zullen mij het goede en de weldadigheid volgen al de dagen mijns levens; en ik zal in het huis des HEEREN blijven in lengte van dagen.

Nun. Zijn ziel zal vernachten in het goede, en zijn zaad zal de aarde beerven.

Zo ik niet had geloofd, dat ik het goede des HEEREN zou zien in het land der levenden, ik ware vergaan.

Mem. Wie is de man, die lust heeft ten leven, die dagen liefheeft, om het goede te zien?

Samech. Wijk af van het kwaad, en doe het goede; zoek den vrede, en jaag dien na.

Beth. Vertrouw op den HEERE, en doe het goede; bewoon de aarde, en voed u met getrouwigheid.

Samech. Wijk af van het kwade, en doe het goede, en woon in eeuwigheid.

En die kwaad voor goed vergelden, staan mij tegen, omdat ik het goede najaag.

Ik was verstomd door stilzwijgen, ik zweeg van het goede; maar mijn smart werd verzwaard.

Een onderwijzing, een lied der liefde, voor den opperzangmeester, onder de kinderen van Korach, op Schoschannim. (1a) Mijn hart geeft een goede rede op; ik zegge mijn gedichten uit van een Koning; mijn tong is een pen eens vaardigen schrijvers.

Gij hebt het kwade liever dan het goede, de leugen, dan gerechtigheid te spreken. Sela.

De HEERE gaf te spreken; der boodschappers van goede tijdingen was een grote heirschaar.

Want God, de HEERE, is een Zon en Schild; de HEERE zal genade en eer geven; Hij zal het goede niet onthouden dengenen, die in oprechtheid wandelen.

Ook zal de HEERE het goede geven; en ons land zal zijn vrucht geven.

Doe aan mij een teken ten goede, opdat het mijn haters zien, en beschaamd worden, als Gij, HEERE! mij geholpen, en mij getroost zult hebben.

Die uw mond verzadigt met het goede, uw jeugd vernieuwt als eens arends.

Opdat ik aanschouwe het goede Uwer uitverkorenen; opdat ik mij verblijde met de blijdschap Uws volks; opdat ik mij beroeme met Uw erfdeel.

Wees borg voor Uw knecht ten goede; laat de hovaardigen mij niet onderdrukken.

Om des huizes des HEEREN, onzes Gods wil, zal ik het goede voor u zoeken.

De HEERE zal u zegenen uit Sion, en gij zult het goede van Jeruzalem aanschouwen al de dagen uws levens;

Leer mij Uw welbehagen doen, want Gij zijt mijn God! Uw goede Geest geleide mij in een effen land.