47 Bible Verses about Een Goede Echtgenoot

Meest relevante verzen

1 Corinthians 7:3

De man zal aan de vrouw de schuldige goedwilligheid betalen; en desgelijks ook de vrouw aan den man.

Ephesians 5:23

Want de man is het hoofd der vrouw, gelijk ook Christus het Hoofd der Gemeente is; en Hij is de Behouder des lichaams.

1 Peter 3:1

Desgelijks gij vrouwen, zijt uw eigenen mannen onderdanig; opdat ook, zo enigen den Woorde ongehoorzaam zijn, zij door den wandel der vrouwen zonder Woord mogen gewonnen worden;

1 Corinthians 7:10

Doch den getrouwden gebiede niet ik, maar de Heere, dat de vrouw van den man niet scheide.

1 Corinthians 7:4

De vrouw heeft de macht niet over haar eigen lichaam, maar de man; en desgelijks ook de man heeft de macht niet over zijn eigen lichaam, maar de vrouw.

Proverbs 31:12

Gimel. Zij doet hem goed en geen kwaad, al de dagen haars levens.

1 Corinthians 7:1

Aangaande nu de dingen, waarvan gij mij geschreven hebt: het is een mens goed geen vrouw aan te raken.

Proverbs 12:4

Een kloeke huisvrouw is een kroon haars heren; maar die beschaamt maakt, is als verrotting in zijn beenderen.

Deuteronomy 24:5

Wanneer een man een nieuwe vrouw zal genomen hebben, die zal in het heir niet uittrekken, en men zal hem geen last opleggen; een jaar lang zal hij vrij zijn in zijn huis, en zijn vrouw, die hij genomen heeft, verheugen.

Proverbs 18:22

Die een vrouw gevonden heeft, heeft een goede zaak gevonden, en hij heeft welgevallen getrokken van den HEERE.

Proverbs 19:14

Huis en goed is een erve van de vaderen; maar een verstandige vrouw is van den HEERE.

1 Corinthians 7:2

Maar om der hoererijen wil zal een iegelijk man zijn eigen vrouw hebben, en een iegelijke vrouw zal haar eigen man hebben.

Proverbs 31:23

Nun. Haar man is bekend in de poorten, als hij zit met de oudsten des lands.

Proverbs 31:11

Beth. Het hart haars heren vertrouwt op haar, zodat hem geen goed zal ontbreken.

John 4:16

Jezus zeide tot haar: Ga heen, roep uw man, en kom hier.

Matthew 19:10

Zijn discipelen zeiden tot Hem: Indien de zaak des mensen met de vrouw alzo staat, zo is het niet oorbaar te trouwen.

John 4:18

Want gij hebt vijf mannen gehad, en dien gij nu hebt, is uw man niet; dat hebt gij met waarheid gezegd.

Ephesians 5:33

Zo dan ook gijlieden, elk in het bijzonder, een iegelijk hebbe zijn eigen vrouw, alzo lief als zichzelven; en de vrouw zie, dat zij den man vreze.

Proverbs 7:19

Want de man is niet in zijn huis, hij is een verren weg getogen;

Romans 7:2

Want een vrouw, die onder den man staat, is aan den levenden man verbonden door de wet; maar indien de man gestorven is, zo is zij vrijgemaakt van de wet des mans.

1 Corinthians 7:16

Want wat weet gij, vrouw, of gij den man zult zalig maken? Of wat weet gij, man, of gij de vrouw zult zalig maken?

1 Corinthians 7:33

Maar die getrouwd is, bekommert zich met de dingen der wereld, hoe hij de vrouw zal behagen.

1 Corinthians 7:34

Een vrouw en een maagd zijn onderscheiden. De ongetrouwde bekommert zich met de dingen des Heeren, opdat zij heilig zij, beide aan lichaam en aan geest; maar die getrouwd is, bekommert zich met de dingen der wereld, hoe zij den man zal behagen.

Ephesians 5:25

Gij mannen, hebt uw eigen vrouwen lief, gelijk ook Christus de Gemeente liefgehad heeft, en Zichzelven voor haar heeft overgegeven;

1 Corinthians 7:13

En een vrouw, die een ongelovige man heeft, en hij tevreden is bij haar te wonen, dat zij hem niet verlate.

1 Corinthians 7:11

En indien zij ook scheidt, dat zij ongetrouwd blijve, of met den man verzoene; en dat de man de vrouw niet verlate.

Colossians 3:19

Gij mannen, hebt uw vrouwen lief, en wordt niet verbitterd tegen haar.

1 Corinthians 11:3

Doch ik wil, dat gij weet, dat Christus het Hoofd is eens iegelijken mans, en de man het hoofd der vrouw, en God het Hoofd van Christus.

1 Timothy 3:12

Dat de diakenen ener vrouwe mannen zijn, die hun kinderen en hun eigen huizen wel regeren.

Isaiah 54:5

Want uw Maker is uw Man, HEERE der heirscharen is Zijn Naam; en de Heilige Israels is uw Verlosser; Hij zal de God des gansen aardbodems genaamd worden.

1 Peter 3:7

Gij mannen, insgelijks, woont bij haar met verstand, aan het vrouwelijke vat, als het zwakste, eer gevende, als die ook medeerfgenamen der genade des levens met haar zijt; opdat uw gebeden niet verhinderd worden.

John 4:17

De vrouw antwoordde en zeide: Ik heb geen man. Jezus zeide tot haar: Gij hebt wel gezegd: Ik heb geen man.

1 Corinthians 7:39

Een vrouw is door de wet verbonden, zo langen tijd haar man leeft; maar indien haar man ontslapen is, zo is zij vrij, om te trouwen, dien zij wil, alleenlijk in den Heere.

1 Corinthians 7:14

Want de ongelovige man is geheiligd door de vrouw, en de ongelovige vrouw is geheiligd door den man; want anders waren uw kinderen onrein, maar nu zijn zij heilig.

Matthew 22:28

In de opstanding dan, wiens vrouw zal zij wezen van die zeven, want zij hebben ze allen gehad?

Ephesians 5:22

Gij vrouwen, weest aan uw eigen mannen onderdanig, gelijk aan den Heere;

Deuteronomy 22:13

Wanneer een man een vrouw zal genomen hebben, en tot haar ingegaan zijnde, alsdan haar zal haten,

Colossians 3:18

Gij vrouwen, zijt uw eigen mannen onderdanig, gelijk het betaamt in den Heere.

1 Samuel 25:3

En de naam des mans was Nabal, en de naam zijner huisvrouw was Abigail; en de vrouw was goed van verstand, en schoon van gedaante; maar de man was hard en boos van daden, en hij was een Kalebiet.

Matthew 22:24

Zeggende: Meester! Mozes heeft gezegd: Indien iemand sterft, geen kinderen hebbende, zo zal zijn broeder deszelfs vrouw trouwen, en zijn broeder zaad verwekken.

Ephesians 5:28

Alzo zijn de mannen schuldig hun eigen vrouwen lief te hebben, gelijk hun eigen lichamen. Die zijn eigen vrouw liefheeft, die heeft zichzelven lief.

Deuteronomy 24:2

Zo zij dan, uit zijn huis uitgegaan zijnde, zal henengaan en een anderen man ter vrouwe worden,

Numbers 30:13

Alle gelofte, en allen eed der verbintenis, om de ziel te verootmoedigen, die zal haar man bevestigen, of die zal haar man te niet maken.

Deuteronomy 24:4

Zo zal haar eerste man, die haar heeft laten gaan, haar niet mogen wedernemen, dat zij hem ter vrouwe zij, nadat zij is verontreinigd geworden; want dat is een gruwel voor het aangezicht des HEEREN; alzo zult gij het land niet doen zondigen, dat u de HEERE, uw God, ten erve geeft.

Proverbs 30:23

Om een hatelijke vrouw, als zij getrouwd wordt; en een dienstmaagd, als zij erfgenaam is van haar vrouw.

Knowing Jesus Everyday

Never miss a post

Public domain