8 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Ja' in de Bijbel

Die zeide tot zijn volk: Ziet, het volk der kinderen Israels is veel, ja, machtiger dan wij.

VersbegrippenVelen In Israël

Want van toen af, dat ik tot Farao ben ingegaan, om in Uw Naam te spreken, heeft hij dit volk kwaad gedaan; en Gij hebt Uw volk geenszins verlost. [ (Exodus 5:24) Toen zeide de HEERE tot Mozes: Nu zult gij zien, wat Ik aan Farao doen zal; want door een machtige hand zal hij hen laten trekken, ja, door een machtige hand zal hij hen uit zijn land drijven. ]

VersbegrippenMensen Die Kwaad Berokkenen

Dat de rivier van vorsen zal krielen, die zullen opkomen, en in uw huis komen, en in uw slaapkamer, ja, op uw bed; ook in de huizen uwer knechten, en op uw volk, en in uw bakovens, en in uw baktroggen.

VersbegrippenSlaapkamersBakkenPaleizenBeddenVeel WezensHuizen Onder AanvalPotten Om Te Koken En Te EtenPrivé Kamers

Zeven dagen zullen ongezuurde broden gegeten worden, en het gedesemde zal bij u niet gezien worden, ja, er zal geen zuurdeeg bij u gezien worden, in al uw palen.

VersbegrippenFeest Van Zuurdesem Brood

En hij nam zeshonderd uitgelezene wagens, ja, al de wagens van Egypte, en de hoofdlieden over die allen.

VersbegrippenOfficierenZes- Tot ZevenhonderdZeshonderd En Meer

Aangaande al het gereedschap des tabernakels, in al deszelfs dienst, ja, al zijn pennen, en al de pennen des voorhofs, zullen van koper zijn.

VersbegrippenTentenHakenBronzen Voorwerpen Voor De Tabernakel

Al wat de baarmoeder opent, is Mijn; ja, al uw vee, dat mannelijk zal geboren worden, openende de baarmoeder van het grote en kleine vee.

VersbegrippenVeeBeweringenKindofferMensen Die Behoren Tot God

Want der stoffe was denzelven genoeg tot het gehele werk, dat te maken was; ja, er was over.

VersbegrippenBezinksel

Public domain