'Muur' in de Bijbel
Want Ik heb u tegen dit volk gesteld tot een koperen vasten muur; zij zullen wel tegen u strijden, maar u niet overmogen; want Ik ben met u, om u te behouden en om u uit te rukken, spreekt de HEERE.
Zo zegt de HEERE, de God Israels: Ziet, Ik zal de krijgswapenen omwenden, die in ulieder hand zijn, met dewelke gij strijdt tegen den koning van Babel en tegen de Chaldeen, die u belegeren, van buiten aan den muur; en Ik zal ze verzamelen in het midden van deze stad.
En Ik zal een vuur aansteken in den muur van Damaskus, en het zal Benhadads paleizen verteren.
En Ik zal bezoeking doen over Bel te Babel, en Ik zal uit zijn muil uithalen, wat hij verslonden heeft; en de heidenen zullen niet meer tot hem toevloeien, want ook Babels muur is gevallen.
Zo zegt de HEERE der heirscharen: Die brede muur van Babel zal ten enenmale ontbloot worden, en haar hoge poorten zullen met vuur aangestoken worden; zodat de volken tevergeefs, en de natien ten vure zullen gearbeid hebben, dat zij mat worden.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (1)
- Exodus (2)
- Leviticus (2)
- Numberi (1)
- Jozua (2)
- 1 Samuël (3)
- 2 Samuël (7)
- 1 Koningen (3)
- 2 Koningen (6)
- 2 Kronieken (6)
- Ezra (2)
- Nehemia (24)
- Psalmen (2)
- Spreuken (2)
- Prediker (1)
- Hooglied (3)
- Jesaja (5)
- Jeremia (5)
- Klaagliederen (2)
- Ezechiël (9)
- Amos (4)
- Nahum (2)
- Habakuk (1)
- Zacharia (1)