'Neemt' in de Bijbel
Toen zeide de HEERE tot Mozes en tot Aaron: Neemt gijlieden uw vuisten vol as uit den oven; en Mozes strooie die naar de hemel voor de ogen van Farao.
Mozes dan riep al de oudsten van Israel, en zeide tot hen: Leest uit, en neemt u lammeren voor uw huisgezinnen, en slacht het pascha.
Neemt dan een bundelken hysop, en doopt het in het bloed, dat in een bekken zal wezen; en strijkt aan den bovendorpel, en aan de beide zijposten van dat bloed, hetwelk in het bekken zijn zal; doch u aangaande, niemand zal uitgaan uit de deur van zijn huis, tot aan den morgen.
Neemt ook met u uw schapen en uw runderen, zoals gijlieden gesproken hebt, en gaat heen, en zegent mij ook.
Indien hij voor zich een andere neemt, zo zal hij aan deze haar spijs, haar deksel, en haar huwelijksplicht niet onttrekken.
Indien gij enigszins uws naasten kleed te pand neemt, zo zult gij het hem wedergeven, eer de zon ondergaat;
En gij voor uw zonen vrouwen neemt van hun dochteren; en hun dochteren, haar goden nahoererende, maken, dat ook uw zonen haar goden nahoereren.
Neemt van hetgeen, dat gijlieden hebt, een hefoffer den HEERE; een ieder, wiens hart vrijwillig is, zal het brengen, ten hefoffer des HEEREN: goud, en zilver, en koper;
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (12)
- Exodus (8)
- Leviticus (2)
- Numberi (4)
- Deuteronomium (10)
- Jozua (7)
- Richteren (2)
- 1 Samuël (2)
- 1 Koningen (1)
- 2 Koningen (3)
- 2 Kronieken (2)
- Job (7)
- Psalmen (4)
- Spreuken (6)
- Prediker (1)
- Jesaja (9)
- Jeremia (5)
- Ezechiël (9)
- Hosea (2)
- Joël (1)
- Amos (1)
- Jona (1)
- Micha (1)
- Habakuk (1)
- Zefanja (1)
- Maleachi (1)