'Noch' in de Bijbel
Maar over het huis van Juda zal Ik Mij ontfermen, en zal ze verlossen door den HEERE, hun God, en Ik zal ze niet verlossen door boog, noch door zwaard, noch door krijg, door paarden noch door ruiteren.
Nochtans zal het getal der kinderen Israels zijn als het zand der zee, dat niet gemeten noch geteld kan worden; en het zal geschieden, dat ter plaatse, waar tot hen gezegd zal zijn: Gijlieden zijt Mijn volk niet; tot hen gezegd zal worden: Gij zijt kinderen des levenden Gods.
En ik zeide tot haar: Gij zult vele dagen na mij blijven zitten (gij zult niet hoereren, noch een anderen man geworden), en ik ook na u.
Doch niemand twiste noch bestraffe iemand; want uw volk is als die met den priester twisten.
Dies zal de hovaardij van Israel in zijn aangezicht getuigen; dewijl zij zich niet bekeren tot den HEERE, hun God, noch Hem zoeken in alle deze.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (8)
- Exodus (24)
- Leviticus (25)
- Numberi (13)
- Deuteronomium (42)
- Jozua (10)
- Richteren (13)
- 1 Samuël (19)
- 2 Samuël (6)
- 1 Koningen (16)
- 2 Koningen (17)
- 1 Kronieken (1)
- 2 Kronieken (9)
- Ezra (2)
- Nehemia (7)
- Esther (4)
- Job (5)
- Psalmen (23)
- Spreuken (10)
- Prediker (7)
- Hooglied (3)
- Jesaja (43)
- Jeremia (50)
- Klaagliederen (1)
- Ezechiël (29)
- Daniël (13)
- Hosea (5)
- Amos (4)
- Obadja (3)
- Jona (2)
- Micha (1)
- Zefanja (2)
- Zacharia (5)
- Maleachi (2)
- Mattheüs (29)
- Markus (4)
- Lukas (15)
- Johannes (9)
- Handelingen (17)
- Romeinen (9)
- 1 Corinthiërs (6)
- 2 Corinthiër (2)
- Galaten (6)
- Efeziërs (1)
- Filippenzen (1)
- 1 Thessalonicenzen (5)
- 2 Thessalonicenzen (1)
- 1 Timotheüs (5)
- 2 Timotheüs (1)
- Hebreeën (4)
- Jakobus (1)
- 1 Petrus (2)
- 2 Petrus (1)
- 1 Johannes (2)
- Openbaring (12)