'Rust' in de Bijbel
Want het zal geschieden ten zelven dage, dat de heidenen naar den Wortel van Isai, Die staan zal tot een banier der volken, zullen vragen, en Zijn rust zal heerlijk zijn.
En het zal geschieden ten dage, wanneer u de HEERE rust geven zal van uw smart, en van uw beroering, en van de harde dienstbaarheid, waarin men u heeft doen dienen;
De ganse aarde rust, zij is stil; zij maken groot geschal met gejuich.
En Hij heeft gezegd: Gij zult niet meer vrolijk huppelen, o gij verdrukte maagd, gij dochter van Sidon! Naar Chittim toe, maak u op, vaar over; ook zult gij aldaar geen rust hebben.
De vreugde der trommelen rust; het geluid der vrolijk huppelenden houdt op, de vreugde der harp rust.
Tot dewelken Hij gezegd heeft: Dit is de rust, geeft den moeden rust, en dit is de verkwikking; doch zij hebben niet willen horen.
Want alzo zegt de Heere HEERE, de Heilige Israels: Door wederkering en rust zoudt gijlieden behouden worden, in stilheid en in vertrouwen zou uw sterkte zijn; doch gij hebt niet gewild.
Gelijk een beest, dat afgaat in de valleien, heeft hun de Geest des HEEREN rust gegeven. Alzo hebt Gij Uw volk geleid, opdat Gij U een heerlijken Naam zoudt maken.
Alzo zegt de HEERE: De hemel is Mijn troon, en de aarde is de voetbank Mijner voeten; waar zou dat huis zijn, dat gijlieden Mij zoudt bouwen, en waar is de plaats Mijner rust?
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (2)
- Exodus (3)
- Leviticus (6)
- Deuteronomium (5)
- Jozua (5)
- Ruth (1)
- 2 Samuël (3)
- 1 Koningen (2)
- 2 Koningen (1)
- 1 Kronieken (5)
- 2 Kronieken (5)
- Nehemia (1)
- Esther (3)
- Job (7)
- Psalmen (6)
- Spreuken (3)
- Prediker (4)
- Jesaja (9)
- Jeremia (10)
- Klaagliederen (4)
- Ezechiël (1)
- Daniël (1)
- Micha (1)
- Zacharia (1)