'Spreekt' in de Bijbel
En zeide: Ik zweer bij Mijzelven, spreekt de HEERE; daarom dat gij deze zaak gedaan hebt, en uw zoon, uw enige, niet onthouden hebt;
En hij sprak met hen, zeggende: Is het met uw wil, dat ik mijn dode begrave van voor mijn aangezicht; zo hoort mij, en spreekt voor mij bij Efron, den zoon van Zohar,
Doch God kwam tot Laban, den Syrier, in een droom des nachts, en Hij zeide tot hem: Wacht u, dat gij met Jakob spreekt, noch goed, noch kwaad.
En zij zeiden tot hem: Waarom spreekt mijn heer zulke woorden? Het zij verre van uw knechten, dat zij zodanig ding doen zouden.
En ziet, uw ogen zien het, en de ogen van mijn broeder Benjamin, dat mijn mond tot u spreekt.
Als nu de dagen zijns bewenens over waren, zo sprak Jozef tot het huis van Farao, zeggende: Indien ik nu genade gevonden heb in uw ogen, spreekt toch voor de oren van Farao, zeggende:
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (6)
- Exodus (2)
- Leviticus (2)
- Numberi (7)
- Deuteronomium (1)
- Jozua (2)
- Richteren (6)
- 1 Samuël (4)
- 2 Samuël (3)
- 1 Koningen (3)
- 2 Koningen (4)
- 1 Kronieken (1)
- 2 Kronieken (2)
- Job (3)
- Psalmen (17)
- Spreuken (6)
- Prediker (1)
- Jesaja (36)
- Jeremia (183)
- Ezechiël (89)
- Daniël (1)
- Hosea (4)
- Joël (1)
- Amos (23)
- Obadja (2)
- Micha (3)
- Nahum (2)
- Zefanja (5)
- Zacharia (21)
- Maleachi (1)