'Spreekt' in de Bijbel
Gij, die op witte ezelinnen rijdt, gij, die aan het gerichte zit, en gij, die over weg wandelt, spreekt er van!
Van het gedruis der schutters, tussen de plaatsen, waar men water schept, spreekt aldaar te zamen van de gerechtigheid des HEEREN, van de gerechtigheden, bewezen aan zijn dorpen in Israel; toen ging des HEEREN volk af tot de poorten.
En hij zeide tot Hem: Indien ik nu genade gevonden heb in Uw ogen, zo doe mij een teken, dat Gij het zijt, Die met mij spreekt.
Spreekt toch voor de oren van alle burgers van Sichem: Wat is u beter, dat zeventig mannen, alle zonen van Jerubbaal, over u heersen, of dat een man over u heerse? Gedenkt ook, dat ik uw been en uw vlees ben.
En het geschiedde, dat al wie het zag, zeide: Zulks is niet geschied noch gezien, van dien dag af, dat de kinderen Israels uit Egypteland zijn opgetogen, tot op dezen dag; legt uw hart daarop, geeft raad en spreekt!
(De kinderen Benjamins nu hoorden, dat de kinderen Israels opgetogen naar Mizpa.) En de kinderen Israels zeiden: Spreekt, hoe is dit kwaad geschied?
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (6)
- Exodus (2)
- Leviticus (2)
- Numberi (7)
- Deuteronomium (1)
- Jozua (2)
- Richteren (6)
- 1 Samuël (4)
- 2 Samuël (3)
- 1 Koningen (3)
- 2 Koningen (4)
- 1 Kronieken (1)
- 2 Kronieken (2)
- Job (3)
- Psalmen (17)
- Spreuken (6)
- Prediker (1)
- Jesaja (36)
- Jeremia (183)
- Ezechiël (89)
- Daniël (1)
- Hosea (4)
- Joël (1)
- Amos (23)
- Obadja (2)
- Micha (3)
- Nahum (2)
- Zefanja (5)
- Zacharia (21)
- Maleachi (1)