'Spreekt' in de Bijbel
Maar ik bid u, broeders, door den Naam van onzen Heere Jezus Christus, dat gij allen hetzelfde spreekt, en dat onder u geen scheuringen zijn, maar dat gij samengevoegd zijt in een zelfden zin, en in een zelfde gevoelen.
Daarom maak ik u bekend, dat niemand, die door den Geest Gods spreekt, Jezus een vervloeking noemt; en niemand kan zeggen, Jezus den Heere te zijn, dan door den Heiligen Geest.
Want die een vreemde taal spreekt, spreekt niet den mensen, maar Gode; want niemand verstaat het, doch met den geest spreekt hij verborgenheden.
Maar die profeteert, spreekt den mensen stichting, en vermaning en vertroosting.
Die een vreemde taal spreekt, die sticht zichzelven; maar die profeteert die sticht de Gemeente.
En ik wil wel, dat gij allen in vreemde talen spreekt, maar meer, dat gij profeteert; want die profeteert, is meerder dan die vreemde talen spreekt, tenzij dan, dat hij het uitlegge, opdat de Gemeente stichting moge ontvangen.
Alzo ook gijlieden, indien gij niet door de taal een duidelijke rede geeft, hoe zal verstaan worden hetgeen gesproken wordt? Want gij zult zijn als die in de lucht spreekt.
Indien ik dan de kracht der stem niet weet, zo zal ik hem, die spreekt, barbaars zijn; en hij, die spreekt, zal bij mij barbaars zijn.
Daarom, die in een vreemde taal spreekt, die bidde, dat hij het moge uitleggen.
En zo iemand een vreemde taal spreekt, dat het door twee, of ten meeste drie geschiede, en bij beurte; en dat een het uitlegge.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (6)
- Exodus (2)
- Leviticus (2)
- Numberi (7)
- Deuteronomium (1)
- Jozua (2)
- Richteren (6)
- 1 Samuël (4)
- 2 Samuël (3)
- 1 Koningen (3)
- 2 Koningen (4)
- 1 Kronieken (1)
- 2 Kronieken (2)
- Job (3)
- Psalmen (17)
- Spreuken (6)
- Prediker (1)
- Jesaja (36)
- Jeremia (183)
- Ezechiël (89)
- Daniël (1)
- Hosea (4)
- Joël (1)
- Amos (23)
- Obadja (2)
- Micha (3)
- Nahum (2)
- Zefanja (5)
- Zacharia (21)
- Maleachi (1)