'Spreken' in de Bijbel
En die twee discipelen hoorden hem dat spreken, en zij volgden Jezus.
Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Wij spreken, wat Wij weten, en getuigen, wat Wij gezien hebben; en gijlieden neemt Onze getuigenis niet aan.
Maar hoe hij nu ziet, weten wij niet; of wie zijn ogen geopend heeft, weten wij niet; hij heeft zijn ouderdom, vraagt hemzelven; hij zal van zichzelven spreken.
Want Ik heb uit Mijzelven niet gesproken; maar de Vader, Die Mij gezonden heeft, Die heeft Mij een gebod gegeven, wat Ik zeggen zal, en wat Ik spreken zal.
Ik zal niet meer veel met u spreken; want de overste dezer wereld komt, en heeft aan Mij niets.
Maar wanneer Die zal gekomen zijn, namelijk de Geest der waarheid, Hij zal u in al de waarheid leiden; want Hij zal van Zichzelven niet spreken, maar zo wat Hij zal gehoord hebben, zal Hij spreken, en de toekomende dingen zal Hij u verkondigen.
Deze dingen heb Ik door gelijkenissen tot u gesproken; maar de ure komt, dat Ik niet meer door gelijkenissen tot u spreken zal, maar u vrijuit van den Vader zal verkondigen.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (14)
- Exodus (20)
- Leviticus (1)
- Numberi (17)
- Deuteronomium (14)
- Jozua (2)
- Richteren (6)
- Ruth (1)
- 1 Samuël (7)
- 2 Samuël (7)
- 1 Koningen (8)
- 2 Koningen (3)
- 2 Kronieken (5)
- Nehemia (1)
- Esther (1)
- Job (21)
- Psalmen (27)
- Spreuken (6)
- Prediker (1)
- Hooglied (3)
- Jesaja (17)
- Jeremia (29)
- Ezechiël (11)
- Daniël (6)
- Hosea (3)
- Micha (1)
- Habakuk (1)
- Zefanja (1)
- Zacharia (2)
- Maleachi (1)
Verwante onderwerpen
- De Doofstommen Die Spreken
- De Vader
- De Waarheid Spreken
- Gods Waarheid
- Het Vrijspreken Van De Schuldigen
- Het Woord Spreken Dat God Geschonken Heeft
- Iemand Aanspreken