'Strijds' in de Bijbel
En het geschiedde ten dage des strijds, dat er geen zwaard noch spies gevonden werd in de hand van het ganse volk, dat bij Saul en bij Jonathan was; doch bij Saul en bij Jonathan, zijn zoon, werden zij gevonden.
En het geschiedde, als de koning voorbijging, dat hij tot den koning riep, en zeide: Uw knecht was uitgegaan in het midden des strijds; en zie, een man was afgeweken, en bracht tot mij een man, en zeide: Bewaar dezen man, indien hij enigszins gemist wordt, zo zal uw ziel in de plaats zijner ziel zijn, of gij zult een talent zilvers opwegen.
Als een man gestorven is, zal hij weder leven? Ik zou al de dagen mijns strijds hopen, totdat mijn verandering komen zou.
Dien Ik ophoude tot den tijd der benauwdheid, tot den dag des strijds en des oorlogs!
Zult gij met hem spelen gelijk met een vogeltje, of zult gij hem binden voor uw jonge dochters? [ (Job 40:25) Zullen de metgezellen over hem een maaltijd bereiden? Zullen zij hem delen onder de kooplieden? ] [ (Job 40:26) Zult gij zijn huid met haken vullen, of met een visserskrauwel zijn hoofd? ] [ (Job 40:27) Leg uw hand op hem, gedenk des strijds, doe het niet meer. ] [ (Job 40:28) Zie, zijn hoop zal feilen; zal hij ook voor zijn gezicht nedergeslagen worden? ]
(De kinderen van Efraim, gewapende boogschutters, keerden om ten dage des strijds.)
Het paard wordt bereid tegen den dag des strijds; maar de overwinning is des HEEREN.
Daarom zal Ik een vuur aansteken in den muur van Rabba, dat zal haar paleizen verteren; met een gejuich ten dage des strijds, met een onweder ten dage des wervelwinds.
En de HEERE zal uittrekken, en Hij zal strijden tegen die heidenen, gelijk ten dage als Hij gestreden heeft, ten dage des strijds.