46 Bijbelvers over Leven Na De Dood
Meest relevante verzen
Dood en leven zijn in het geweld der tong; en een ieder, die ze liefheeft, zal haar vrucht eten.
Want gij zijt gestorven, en uw leven is met Christus verborgen in God.
En een iegelijk, die leeft, en in Mij gelooft, zal niet sterven in der eeuwigheid. Gelooft gij dat?
Want een testament is vast in de doden, dewijl het nog geen kracht heeft, wanneer de testamentmaker leeft.
Jezus zeide tot haar: Ik ben de Opstanding en het Leven; die in Mij gelooft zal leven, al ware hij ook gestorven;
In het pad der gerechtigheid is het leven; en in den weg van haar voetpad is de dood niet.
Want hij zal in zijn sterven niet met al medenemen, zijn eer zal hem niet nadalen.
Als een man gestorven is, zal hij weder leven? Ik zou al de dagen mijns strijds hopen, totdat mijn verandering komen zou.
En gelijk het den mensen gezet is, eenmaal te sterven, en daarna het oordeel;
Maar de overigen der doden werden niet weder levend, totdat de duizend jaren geeindigd waren. Deze is de eerste opstanding.
En in die dagen zullen de mensen den dood zoeken, en zullen dien niet vinden; en zij zullen begeren te sterven, en de dood zal van hen vlieden.
Want dewijl de dood door een mens is, zo is ook de opstanding der doden door een Mens.
Want daartoe is Christus ook gestorven, en opgestaan, en weder levend geworden, opdat Hij beiden over doden en levenden heersen zou.
En als iemand enige ziel des mensen zal verslagen hebben, hij zal zekerlijk gedood worden.
En verlossen zou al degenen, die met vreze des doods, door al hun leven, der dienstbaarheid onderworpen waren.
Zo waren al de dagen van Adam, die hij leefde, negenhonderd jaren, en dertig jaren; en hij stierf.
Want indien gij naar het vlees leeft, zo zult gij sterven; maar indien gij door den Geest de werkingen des lichaams doodt, zo zult gij leven.
Wat man leeft er, die den dood niet zien zal, die zijn ziel zal bevrijden van het geweld des grafs? Sela.
Want hetzij dat wij leven, wij leven den Heere; hetzij dat wij sterven, wij sterven den Heere. Hetzij dan dat wij leven, hetzij dat wij sterven, wij zijn des Heeren.
En de dood en de hel werden geworpen in den poel des vuurs; dit is de tweede dood.
Want het bedenken des vleses is de dood; maar het bedenken des Geestes is het leven en vrede;
Te dienzelfden dage kwamen tot Hem de Sadduceen, die zeggen, dat er geen opstanding is, en vraagden Hem,
Want de bezoldiging der zonde is de dood, maar de genadegift Gods is het eeuwige leven, door Jezus Christus, onzen Heere.
En indien Christus in ulieden is, zo is wel het lichaam dood om der zonden wil; maar de geest is leven om der gerechtigheid wil.
De vrouwen hebben hare doden uit de opstanding weder gekregen; en anderen zijn uitgerekt geworden, de aangeboden verlossing niet aannemende, opdat zij een betere opstanding verkrijgen zouden.
En ik hoorde een stem uit den hemel, die tot mij zeide: Schrijf, zalig zijn de doden, die in den Heere sterven, van nu aan. Ja, zegt de Geest, opdat zij rusten mogen van hun arbeid; en hun werken volgen met hen.
Ziet, ik heb u heden voorgesteld het leven, en het goede, en den dood, en het kwade.
En Die leef, en Ik ben dood geweest; en zie, Ik ben levend in alle eeuwigheid. Amen. En Ik heb de sleutels der hel en des doods.
Ik neem heden tegen ulieden tot getuigen den hemel en de aarde; het leven en den dood heb ik u voorgesteld, den zegen en den vloek! Kiest dan het leven, opdat gij levet, gij en uw zaad;
Ziet nu, dat Ik, Ik Die ben, en geen God met Mij, Ik dood en maak levend; Ik versla en Ik heel; en er is niemand, die uit Mijn hand redt!
Beter is een goede naam, dan goede olie, en de dag des doods, dan de dag dat iemand geboren wordt.
Wij weten, dat wij overgegaan zijn uit den dood in het leven, dewijl wij de broeders liefhebben; die zijn broeder niet liefheeft, blijft in den dood.
Zo waren al de dagen van Noach negenhonderd en vijftig jaren; en hij stierf.
En dat Hij is begraven, en dat Hij is opgewekt ten derden dage, naar de Schriften;
Want de wet des Geestes des levens in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet der zonde en des doods.
De HEERE doodt en maakt levend; Hij doet ter helle nederdalen, en Hij doet weder opkomen.
Want zij kunnen niet meer sterven, want zij zijn den engelen gelijk; en zij zijn kinderen Gods, dewijl zij kinderen der opstanding zijn.
Want de levenden weten, dat zij sterven zullen, maar de doden weten niet met al; zij hebben ook geen loon meer, maar hun gedachtenis is vergeten.
Want indien wij geloven, dat Jezus gestorven is en opgestaan, alzo zal ook God degenen, die ontslapen zijn in Jezus, weder brengen met Hem.
En tot dit volk zult gij zeggen: Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik stel voor ulieder aangezicht den weg des levens en den weg des doods.
En uit de graven uitgegaan zijnde, na Zijn opstanding, kwamen zij in de heilige stad, en zijn velen verschenen.
Indien wij nu met Christus gestorven zijn, zo geloven wij, dat wij ook met Hem zullen leven;
Verwante onderwerpen
- Beschrijving Van De Dood
- De Doden
- De Dood Van Christus
- De Herrijzenis
- De Kracht Van Woorden
- Dood
- Dood Van
- Dood Van Een Familielid
- Dood Van Geliefde
- Dood Van Gods Mensen
- Dood, Van Gelovigen
- Een Geliefd Persoon Verliezen
- Familie Dood
- Het Hiernamaals
- Iemand Verliezen
- Laatste Dingen
- Leven
- Leven En Dood
- Leven Voor God
- Levensdoel
- Natuurlijk Leven
- Natuurlijke Dood
- Omgaan Met Dood
- Onze Herrijzenis
- Rozen
- Spiritueel Dood
- Spiritueel Leven
- Sterfte
- Sterven
- Universaliteit Van De Dood
- Verlies Van Een Geliefde
- Zelfmoord
- Zonde Veroorzaakt Dood